publicatie

Spanning maart 2009 :: Voor ons is het NAVO-debat begonnen. Wie volgt?

Spanning, maart 2009

Voor ons is het NAVO-debat begonnen. Wie volgt?

Tekst: Tiny Kox, SP-Eerste Kamerlid

Volgens SP-Tweede Kamerlid Harry van Bommel is de NAVO de weg kwijt. Dat schrijft hij in het binnenkort te verschijnen boek Waarheen met de NAVO? Daarin stelt Van Bommel vast dat zestig jaar na oprichting het machtigste militaire bondgenootschap ter wereld zijn plek zoekt in die wereld. In 2009 en 2010 buigt de alliantie zich over een nieuwe gezamenlijke bestaansverklaring en een nieuw strategisch concept voor het bondgenootschap. De alliantie beseft – Van Bommel verwijst naar een oproep van scheidend secretaris-generaal De Hoop Scheffer – dat daarvoor voldoende draagvlak in de lidstaten nodig is.

Aan draagvlak ontbreekt het nu in ernstige mate volgens De Hoop Scheffer, die daarin wordt bijgevallen door Van Bommel. De Hoop Scheffer wil daarom in alle lidstaten een breed politiek en publiek debat aangaan over de toekomst van de NAVO. Volgens SP’er Van Bommel een goed voorstel, dat ook in Nederland om reactie vraagt: ‘Als SP zijn we daar al volop mee bezig. Het begon met ons verkiezingsprogramma in 2006. Op de afgelopen Partijraad hebben we officieel de notitie Brandhaard Aarde vastgesteld. Daarin kiest de SP vol overtuiging voor het opbouwen van een nieuwe internationale rechtsorde. Met de publicatie van het boek Waarheen met de NAVO? proberen we het grote publiek bij onze opvattingen te betrekken. Het zal duidelijk zijn: voor ons is het NAVO- debat begonnen. Wie volgt?’

In de twintig jaar na de val van De Muur in 1989 heeft de ‘oude’ NAVO zich ontwikkeld tot ‘nieuwe’ NAVO. De van oorsprong territoriale Noord-Atlantische defensieorganisatie werd groter dan ooit, lijfde de meeste van zijn oorspronkelijke vijanden in, maakte samenwerkingsafspraken met andere, en deed een aantal pogingen om een mondiale politieagent te worden. Of mooier, in de woorden van NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer: ‘leverancier van mondiale veiligheid’. Maar de uitzichtloze oorlogen in Irak en Afghanistan, en de dreigende herleving van de Koude Oorlog in Europa, laten zien dat de nieuwe NAVO geen succes is. De inval in Irak in 2003 brak de alliantie bijna op, de zelfverklaarde lakmoesproef voor de Alliantie in Afghanistan is mislukt en de kans op herleving van de Koude Oorlog in Europa is een derde bewijs dat de nieuwe NAVO niet hét antwoord op de vraag is hoe we de wereld stabieler, veiliger en vreedzamer maken. Daarvoor zijn andere stappen nodig. De beslissing van de NAVO om in het licht van de recente mondiale ontwikkelingen een nieuw strategisch concept voor de organisatie te presenteren in 2010, biedt een uitgelezen kans om het debat daarover te voeren.

Blijf zitten waar je zit?

De oproep van De Hoop Scheffer indachtig, dienen regeringen en parlementen daarbij het initiatief te nemen, maar ook het publiek erbij te betrekken. De Nederlandse regering maakt daar echter geen haast mee. Minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen komt voorlopig zijn belofte aan Van Bommel niet na om een standpunt te bepalen en daarover het parlementaire debat aan te gaan. Ook in andere lidstaten lijkt de overheersende houding er een van ‘blijf zitten waar je zit en verroer je niet’. Maar de wereld ontwikkelt zich ondertussen wel en de noodzaak voor antwoorden op nieuwe uitdagingen ligt op tafel. Ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de NAVO in april van dit jaar wordt er door de alliantie gewerkt aan een ‘Verklaring over bondgenootschappelijke veiligheid’, een ‘Declaration for Alliance Security’. Die verklaring moet op zijn beurt de aanzet zijn voor een nieuw strategisch concept van de NAVO. Er valt dus geen tijd te verliezen. Het is zo 2010. Als we nu zwijgen, zitten we straks vast aan iets waarover we niet gesproken hebben.

Nadenken over de toekomst van de NAVO vereist nadenken over nieuwe mondiale veiligheidsarrangementen. De wereld is zo onderling verweven geraakt dat mondiale afspraken over hoe we samen stabiliteit, vrede en veiligheid bewaken en bewaren, onvermijdelijk zijn. Dat vereist politieke realiteitszin en politieke moed, in alle delen van de wereld. Ook in de lidstaten van de NAVO. Ook in Nederland.

Nieuwe structuren

Wie realistisch is, ziet dat oude militaire structuren zichzelf feitelijk opgeheven hebben. Ondertussen ontstaan nieuwe structuren, wereldwijd. Er ontspint zich een netwerk van nieuwe politiek-militaire relaties, tijdelijke en permanenten bondgenootschappen, bijstandsverdragen en zo meer. De NAVO heeft zijn oude vijanden tot bondgenoot gemaakt en is militaire samenwerkingsrelaties aangegaan met landen overal ter wereld. Daartoe horen Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. Die landen dringen steeds vaker aan op meer zeggenschap over de operaties waarbij zij betrokken worden. Amerika werkt ook buiten NAVO-verband militair samen met landen in het gebied van de Stille Oceaan. Rusland werkt niet alleen samen met de NAVO, maar maakt ook deel uit van het zogenoemde Shanghai-akkoord. Daarin werkt het, ook militair, samen met China en enkele Aziatische landen. Turkije zoekt samenwerking met haar buurlanden in de Kaukasus, ook militair. In Latijns-Amerika ontwikkelen zich nieuwe vormen van samenwerking en wederzijdse bijstand, nu dat deel van de wereld zichzelf niet langer wenst te laten gebruiken als achtertuin van de Verenigde Staten. In het verband van de Afrikaanse Unie worden besluiten genomen om militairen uit lidstaten in te zetten voor gemeenschappelijke vredesoperaties op het continent. Vanuit alle delen van de wereld komen steeds meer signalen dat, met alle concurrentie en controverses die er zijn, mondiale militaire samenwerking in de 21ste eeuw onvermijdelijk is geworden. Werken aan een nieuwe mondiale veiligheidsstructuur is een zaak van realiteitszin. Eraan voorbijgaan is gevaarlijke kortzichtigheid.

Opheffing NAVO riskant

Opheffen van de NAVO en andere militaire allianties om terug te vallen op aparte, zelfstandige nationale legers, die allemaal zelf bepalen of en waar en hoe zij inzetbaar willen zijn, is een onrealistische en riskante optie. In plaats van meer verdeeldheid hebben we meer eensgezindheid nodig. Veiligheid is een mondiale aangelegenheid geworden, laten we dan ook zoeken naar wereldwijd geldende structuren en afspraken. Veel meer voor de hand liggend is het daarom aan te sluiten bij de opvattingen die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog brede steun kregen, bij de oprichting van de Verenigde Naties. Het Handvest van de Verenigde Naties kan opnieuw een leidraad zijn bij het maken van afspraken over veiligheid. Herbevestiging van de afspraak uit 1945 dat het geweldsmonopolie niet bij individuele lidstaten of militaire allianties ligt, maar slechts bij de Verenigde Naties, kan de aanzet zijn om oude tegenstellingen te overwinnen en nieuwe samenwerking mogelijk te maken. In ruil daarvoor biedt een dergelijke samenwerking garantie aan de lidstaten van de VN dat hun soevereiniteit niet door een ander land of een militair bondgenootschap aangetast wordt. Indien door de Verenigde Naties wordt besloten dat er op enigerlei wijze militaire inzet nodig is om de vrede te beschermen, te handhaven of te herstellen, kunnen lidstaten en allianties, binnen hun eigen mogelijkheden en opvattingen, daaraan steun geven. Zij gebruiken hun militaire macht dan om uitvoering te geven aan besluiten van de enige organisatie die tot inzet van die macht mag besluiten. Unilaterale operaties, behalve als zelfverdediging, zijn niet toegestaan. En beëindiging van zulke operaties is niet afhankelijk van de wens van landen die militairen leveren maar van beslissingen van de Verenigde Naties.

Internationale verdragen

In een dergelijke nieuwe structuur zal de aandacht vooral liggen op vredeshandhaving en voorkoming van escalatie van conflicten tot gewapende conflicten. Dat betekent dat ook verregaande internationale verdragen nodig zijn over ontwapening en wapenproductie en -leveranties. Lidstaten die zich daaraan proberen te onttrekken moeten daar op aangesproken worden, indien nodig met het inzetten van sancties, die door alle lidstaten nageleefd worden. In een steeds meer verbonden wereld wordt het onmogelijk dat landen zich blijvend onttrekken aan de afspraken die in mondiaal verband gemaakt zijn en worden. Deze afspraken dienen om stabiliteit, vrede en veiligheid te bewaken en te bewaren. Conflictpreventie en sancties kunnen voorkomen dat te snel tot inzet van militaire middelen wordt besloten. De afgelopen jaren hebben laten zien dat militair ingrijpen vaak meer problemen oplevert dan oplost.

Internationale machtswanorde

Veel conflicten ontstonden in de achterliggende periode door het negeren van het internationaal recht. Amerika en Rusland liepen daarbij vaak voorop, geobsedeerd door hun behoefte om de internationale machtsorde te domineren. De Amerikanen spraken na de val van de Muur openlijk over een door hen geleide nieuwe wereldorde, onder een ‘Pax Americana’. De Russen maakten, nadat ze hun zelfvertrouwen terug hadden gewonnen, duidelijk dat ze nog steeds in invloedssferen denken en daar geen inbreuk op toestaan. De keiharde Russische reactie op de onverantwoordelijke militaire aanval van Georgië op Zuid-Ossetië, spreekt boekdelen. Ook andere landen probeerden een hoge plek te krijgen in die nieuwe machtsorde. Dat geldt voor bijvoorbeeld Groot-Brittannië, dat steeds zij aan zij met de Amerikanen ten strijde trok – maar het geldt ook voor Nederland, waar het leger compleet werd omgebouwd om wereldwijd inzetbaar te zijn. ‘Tot in het hoogste geweldsniveau’, zoals opeenvolgende ministers van defensie beklemtoonden. Dat zou ons tot betrouwbare militaire partner maken, met meer invloed dan verwacht op basis van onze omvang.

De nieuwe op macht gebaseerde wereldorde heeft echter vooral wanorde veroorzaakt. Herstel van respect voor de internationale rechtsorde dient te worden bevorderd. Daarvoor is ook erkenning van een mondiaal justitieel stelsel nodig. De Verenigde Staten zullen hun actieve verzet tegen het Internationaal Strafhof moeten opgeven. Om te beginnen moeten ze hun krankzinnige wet intrekken, die het mogelijk maakt dat het Amerikaanse leger Nederland binnenvalt, als het Strafhof in Den Haag Amerikaanse militairen zou willen berechten voor misdaden tegen de menselijkheid. Ook Rusland en China zullen het verdrag dat de basis onder het Strafhof is, moeten ratificeren.

Dat vereist een koerswending in de Verenigde Staten en een politiek van de daad bij het woord voegen van Rusland en China. Maar ook die landen dienen zich te realiseren dat hun belangen op het terrein van stabiliteit, vrede, veiligheid en welvaart, uiteindelijk beter beschermd worden in een breed gedragen mondiale veiligheidsstructuur dan door voortzetting van een eigen unilaterale spierballenpolitiek.

Mondiale veiligheidsstructuur

Niet alleen grote maar ook kleine landen moeten nagaan welke plek zij zouden kunnen en willen hebben in een mondiale veiligheidsstructuur. Zo ook Nederland. Zoals gezegd: geen enkel land kan het zich permitteren om buiten een mondiale veiligheidsarchitectuur te staan. Het slaafs volgen van machtige landen – in ons geval: de Verenigde Staten – biedt evenmin perspectieven. Dat heeft het recente verleden wel geleerd. Nederland dient er daarom, in internationale verbanden, zoals de NAVO, de Europese Unie en de Verenigde Naties, op aan te dringen dat het geweldsmonopolie weer volledig bij de VN komt te liggen. Regionale allianties horen zich in dienst van die Verenigde Naties te stellen als het gaat om vrede en veiligheid. In een dergelijke mondiale structuur zullen grote machten en regionale organisaties zichzelf verplichten tot meer samenwerking in plaats van concurrentie en confrontatie. Dat geldt voor de NAVO maar ook voor Amerika, Rusland en China.

Strategisch concept

Op de NAVO-top van april in Straatsburg zal een aanzet worden gegeven voor een nieuw Strategisch Concept, dat in 2010 vastgesteld moet worden. Het proces daarnaartoe biedt ook ons in Nederland de mogelijkheid voor het eerst, in een breed politiek en publiek debat, voorstellen te ontwikkelen over hoe wij denken over mondiale veiligheid. In zo’n debat kunnen we nagaan hoe de gevaarlijke en in de praktijk falende ontwikkeling van de ‘nieuwe’ NAVO tot mondiale politieagent kan worden gestopt. We kunnen nagaan of en hoe de alliantie is om te bouwen tot een organisatie van landen die zich expliciet bereid en in staat verklaart om uitsluitend in overeenstemming met de Verenigde Naties militair te zullen handelen. Dat betekent een wezenlijk andere ontwikkeling dan die we de afgelopen jaren hebben zien voltrekken.

Vrede en veiligheid zijn een algemeen belang voor de bevolking van de hele wereld. Het is dan ook een kwestie van beschaving dat alle staten die zich lid van de Verenigde Naties noemen, zich in de toekomst ook als zodanig gaan gedragen. Het kortzichtig voorop stellen van het eigen belang, het zoeken van rijkdom ten koste van anderen alsook eenzijdig militair handelen vloekt daarmee. Samen de vrede en veiligheid bewaken en bewaren hoort daarbij. Dat is letterlijk van levensbelang voor iedereen. En een mooie zaak om voor in beweging te komen, ook in Nederland!

Dit artikel is gebaseerd op het binnenkort te verschijnen boek van Harry van Bommel, Waarheen met de NAVO?

In oktober 2008 is door de SP het boekje Modern Socialisme gepubliceerd. Het boekje, geschreven door Jan Marijnissen en Ronald van Raak, gaat in op verleden, heden en toekomst van de socialistische beweging. Dit zogenaamde 0-nummer is bij alle SP-leden gratis thuisbezorgd. Er volgen er nog heel veel in de nieuwe SPECIAAL-reeks. Een must voor elke socialist.

De nummer een van de reeks heet Crisis in de rechtsstaat. Dit boekje staat onder redactie van Tweede Kamerlid Jan de Wit en bevat een aantal artikelen van bekende Nederlandse rechtsgeleerden die op een symposium hun visie gaven op de vraag of er sprake is van een dergelijke crisis. Een belangrijke aanwijzing voor het bestaan van zo’n crisis is het feit dat uit onderzoek is gebleken dat een afnemend deel van de bevolking vertrouwen heeft in de rechtsstaat. Deel 2 in de reeks is geschreven door Harry van Bommel en heet Waarheen met de NAVO? De NAVO bestaat dit jaar 60 jaar en na het aflopen van de Koude Oorlog is de vraag welk toekomstperspectief het bondgenootschap heeft en hoe socialisten zich daar tegenover op kunnen stellen.

U kunt een abonnement nemen op de gehele reeks voor € 10 per 4 afleveringen. Ook is het mogelijk ieder deel afzonderlijk te bestellen. Ga hiervoor naar onze webwinkel.

Inhoud