Spanning 4/2017 • 'Shell weet van gevaren klimaatverandering, maar werkt klimaatbeleid tegen'

Begin jaren negentig informeerde Shell mensen wereldwijd over de gevaren van klimaatverandering. Tegelijkertijd lobbyde het bedrijf actief tegen ‘onverstandig’ klimaatbeleid. Spanning sprak met journalist Jelmer Mommers die voor De Correspondent langdurig onderzoek deed naar Shell en vroeg hem naar zijn bevindingen.

Ruim een jaar geleden ben je begonnen met een langlopend onderzoek naar Shell. Wat was daar de aanleiding voor en hoe heb je het aangepakt? ‘Ik was erg benieuwd hoe de macht van een bedrijf als Shell precies werkt. Wat kan het wel en wat niet? In hoeverre is Shell in staat om het systeem waar het zelf deel van uitmaakt te veranderen?

Om antwoorden te krijgen op mijn vragen heb ik een oproep gedaan aan Shell-medewerkers om te gaan praten. Anoniem konden ze mij vertellen hoe zij omgaan met de kritiek op Shell, wat zij zelf van hun bedrijf vinden, wat zij willen en wat hun mogelijkheden zijn. Shell heeft het onderzoek op geen enkele manier tegengewerkt. Wel bekoelde de relatie toen ik stukken ging publiceren die het bedrijf niet leuk vond. Vanaf dat moment probeerde de pr-afdeling me het idee te geven dat ik hun standpunt ‘verkeerd begrepen’ had, dat ik informatie had gemist.’

Welke inzichten hebben Shell-medewerkers jou gegeven?

‘Zij vinden dezelfde kwesties moeilijk als ieder ander en hebben geen andere moraal dan mensen die kritiek op hen leveren. Ze delen dezelfde ideeën over wat er moet gebeuren. Ze nemen vaak ook het klimaatprobleem serieus. Alleen hebben zij zich met behulp van Shell een verhaal eigen gemaakt over welke dingen wel of niet veranderd kunnen worden in de wereld en over wat wel of niet hun verantwoordelijkheid is. Je kunt zeggen dat cognitieve dissonantie een symptoom is van werken bij Shell. Je gaat vanzelf argumenten gebruiken die rechtvaardigen wat je doet, omdat je anders je gedrag zou moeten aanpassen. Dat kan niet, want je hebt een baan en een hypotheek.’

Kun je een voorbeeld geven van een standaardargument dat door Shell-medewerkers wordt gebruikt?

‘Een interessant argument dat ik hoorde van een medewerker is dat de markt alles bepaalt. Iedereen wil een auto, daarom groeit de energievraag en daaraan voldoet Shell. Shell zelf is eigenlijk machteloos. Bovendien wordt het bedrijf bestuurd door aandeelhouders die zoveel mogelijk winst willen maken. Daarnaast is Shell ook nog eens een olie- en gasbedrijf, dus waarom zou het zich met duurzame energie bezighouden. Als er iets moet veranderen, dan moet de overheid daarvoor zorgen. Dat is het standaardargument. Maar in de praktijk zie je andere dingen gebeuren. Want als overheden inderdaad iets willen veranderen, zijn veel voorgenomen maatregelen ineens ‘onverstandig’. Bijvoorbeeld omdat ze die heilige marktwerking ‘verstoren’. Er is een extreem geloof in de eigen intelligentie en in de rationaliteit van de markt. Als je volledig binnen het systeem zit en je aannames niet uitdaagt, dan hoef je nooit ingewikkelde argumenten te verzinnen om je gedrag te rechtvaardigen. Dan ben je normaal.’

Uit jouw onderzoek is naar voren gekomen dat Shell al dertig jaar op de hoogte is van de gevaren van klimaatverandering en dat Shell het publiek daar in de jaren negentig ook voor gewaarschuwd heeft middels de klimaatfilm Climate of Concern uit 1991 die door jou boven tafel is gehaald. Hoe verklaar je deze strategie?

‘Shell is een verantwoordelijk bedrijf in de zin dat het altijd een rol wil spelen in het publieke debat. Enerzijds om goodwill te kweken, anderzijds door verantwoordelijkheid te nemen naar het publiek toe. Deze specifieke film is gemaakt door mensen die vonden dat de film-unit een rol kon spelen in het veranderen van de samenleving. Zij waren activistisch. Het was ook de tijd waarin klimaatverandering op de politieke agenda kwam te staan. Later werd het voor de fossiele industrie steeds duidelijker wat het voor haar bedrijfsvoering zou betekenen als het klimaatprobleem echt zou worden aangepakt. Veel fossiele bedrijven zijn toen op hun schreden teruggekeerd. In de VS is in de jaren negentig onder aanvoering van ExxonMobil een heel heftige lobby gevoerd tegen de klimaatwetenschap. Dat is een bewuste poging geweest om het eerste klimaatakkoord van Kyoto (1997) zwak te maken, zodat er niet te veel winst hoefde te worden ingeleverd. 
De argumenten die toen zijn gefabriceerd, kom je nog steeds tegen.’

Heeft Shell ooit een overgang naar duurzame energie overwogen?

‘Ja, eind jaren negentig werd de bedrijfstak Shell International Renewables opgezet. Maar dat werd om verschillende redenen geen succes. Sommige concurrenten waren beter, duurzame energie bleek veel minder winstgevend dan olie en gas en het was nog te vroeg. De vraag naar zonnepanelen was bijvoorbeeld nog beperkt. Daarbij was Shell in 2004 in de problemen gekomen met het reserveschandaal. Het bedrijf bleek meer energiereserves in de boeken te hebben staan dan het daadwerkelijk had. Daarna kwam er heel veel druk van aandeelhouders om de boel op orde te krijgen. Toen heeft Shell weer prioriteit gegeven aan olie en gas en veel duurzame projecten afgestoten.’

Jelmer Mommers (1987) is sinds mei 2015 correspondent Klimaat & Energie bij decorrespondent.nl Hij werkte eerder als onderzoeker voor De Groene Amsterdammer, platform Investico en De Gids.

Hoe komt het nu dat Shell enerzijds weet heeft van de gevaren van klimaatverandering, maar anderzijds klimaatbeleid actief tegenwerkt?

‘Ieder bedrijf, dus ook Shell, wil op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de samenleving of de wetenschap, die mogelijk een bedreiging vormen voor het eigen werk of implicaties kunnen hebben voor wat je in de toekomst gaat doen. Je kunt met zekerheid stellen dat de top van het bedrijf wist van de gevaren van klimaatverandering, maar desondanks lobbyde Shell tegen klimaatbeleid. Dat gebeurde aanvankelijk vooral in de VS. Daar besloten de fossiele energiebedrijven, waaronder Shell Oil, gezamenlijk alles op alles te zetten om te voorkomen dat het klimaatprobleem hun bedrijf zou beschadigen.

In Europa werkt de lobby van Shell veel subtieler. Daar heeft het bedrijf nooit het klimaatprobleem ontkend en gaat het tot op zekere hoogte mee in de aannames van de politiek over de aanpak van klimaatverandering. Maar dan wel binnen de grenzen die Shell stelt. De aanpak van kolen is prima, want deze zijn het meest vervuilend, maar de aanpak van olie en gas is volgens Shell niet verstandig. Meteen in het eerste document van het bedrijf over klimaatverandering staat al welke prikkels de markt te veel zouden beperken in haar functioneren. Daar geloven ze ook heilig in. Als iemand iets doet wat daarmee in tegenspraak is, zullen ze alles doen om diegene te bekritiseren.

Kun je uitleggen hoe de lobby van Shell tegen klimaatbeleid werkt?

‘Op verschillende manieren. Een van de belangrijkste is vasthouden aan dogma’s over hoe de markt moet functioneren. Dit verhaal de hele tijd herhalen is een belangrijke factor in het wel of niet mogelijk maken van overheidsingrijpen. Als jij als bedrijf van mening bent dat er een natuurlijke markt is die nu eenmaal zo werkt en die moet worden beschermd en de politiek is het met jou eens, dan zit je redelijk veilig.

Ook is Shell lid van brancheverenigingen die bepaalde belangen verdedigen. Zo heb je de branchevereniging van de chemische industrie die zowel op nationaal als op Europees niveau stevig lobbyt tegen allerlei maatregelen die de kosten van producten zouden kunnen opvoeren, zoals een CO2-belasting. Zij stelt dat concurrenten in China deze kosten ook niet hebben, dus als deze maatregelen doorgaan dan zullen er banen verdwijnen. Voor dat soort argumenten zijn politici erg gevoelig.’

Doet Shell ook aan wetenschapsbeïnvloeding?

‘Er is pas een onderzoek verschenen naar de relaties tussen de Erasmus Universiteit en de fossiele industrie. Daaruit blijkt dat de universiteit tot op het hoogste niveau een overeenkomst heeft gesloten met Shell over wat de doelen moeten zijn van het onderwijs. Daarin wordt afgesproken dat Shell inspraak krijgt in het curriculum van bepaalde studies. Dat wijst er dus op dat Shell invloed heeft op de ideeën die studenten aangereikt krijgen tijdens hun studie.’

Conclusie?

‘Ik denk dat het heel belangrijk is om te problematiseren dat een bedrijf dat al dertig jaar kennis heeft van een probleem, nog steeds investeringsbeslissingen neemt die dat probleem erger maken. En ze hebben mooie verhalen over hoe innovatief ze zijn, maar die maken ze helemaal niet waar. Ze hebben wel geïnnoveerd, maar dat heeft niet geleid tot een techniek of strategie die het energiesysteem transformeert. En dat is wel nodig.’