Tribune 05/2012 :: De AIVD houdt zich al vijf jaar niet aan de wet

Tribune, mei 2012

Ronald van Raak over tienjarige AIVD

‘De AIVD houdt zich al vijf jaar niet aan de wet’

Tekst: Diederik Olders

Foto: Sander van Oorspronk

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) bestaat dit jaar tien jaar. SP-Kamerlid Ronald van Raak heeft een taart in het vooruitzicht gesteld, maar alleen als er goed werk wordt geleverd. Van Raak denkt dat meer openheid nodig is: ‘We moeten nu te vaak vertrouwen op de geruststellende woorden van de minister.’

Linkse partijen en activisten hebben een moeizame relatie met de veiligheidsdiensten. De voorganger van de AIVD, de BVD, had als belangrijkste doel het bestrijden van het communisme en alles wat daar in hun ogen maar een beetje op leek. De dienst werd in 1949 mede opgericht vanwege het verkiezingssucces van de Communistische Partij Nederland (CPN). De PSP (Pacifistisch Socialistische Partij), de vredesbeweging, antifascistische groepen en dierenrechtenorganisaties werden geïnfiltreerd. Niet alleen om informatie te krijgen, maar ook om gewelddadige acties te organiseren.

SP-Tweede Kamerlid Ronald van Raak, woordvoerder Binnenlandse Zaken, vermoedt dat die tijden achter ons liggen: ‘Dat vermoed ik, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Het heet niet voor niets een geheime dienst. Het is natuurlijk belachelijk dat een dienst die de rechtsstaat moet beschermen, infiltreert in politieke partijen en mogelijk zelfs verstorend optreedt. Nou, laat ik het anders zeggen: ik snap dat je bij een nieuw opgerichte partij even komt neuzen of er geen gewelddadige revolutie wordt gepland. Maar als je erachter komt dat dit niet het geval is, moet je ook heel snel weer wegwezen. Na de val van de Muur verdween de dreiging van ‘de Russen’ en is men begonnen de dienst te moderniseren. De politiek wilde meer grip van het parlement op de diensten. Onderdeel daarvan was de instelling van een commissie om de veiligheidsdiensten te controleren. Dat is de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De leden daarvan worden door de Tweede Kamer aangewezen. De CTIVD mag alleen kijken of de dienst zich aan de wet houdt. Dat is jammer, want zo komen we er bijna niet achter of de AIVD zijn werk wel góéd doet.’

Is er reden om daaraan te twijfelen?

‘Jazeker. Na de moord in 2004 op Theo van Gogh mocht de CTIVD meer onderzoeken dan normaal. Toen bleek dat de AIVD moordenaar Mohammed B. door interne fouten uit het oog had verloren. Afdelingen bleken niet goed samen te werken, informatie werd niet goed verwerkt en er was nog meer mis. Nu wil ik best geloven dat de AIVD sindsdien aan de slag is gegaan om die problemen op te lossen. Maar wederom: weten doe ik het niet. De minister spreekt wat geruststellende woorden en daar moeten we het maar mee doen.’

Hoe zou het dan moeten?

‘Heel simpel: geef de CTIVD altijd de mogelijkheden die er waren bij het onderzoek na de moord op Van Gogh. Laat deze commissie regelmatig de AIVD doorlichten op de vraag of er wel goed gewerkt wordt. Nu is de controle van de AIVD gewoon niet op orde. Volksvertegenwoordigers zijn voor controle afhankelijk van de informatie die de minister kwijt wil. Zelfs Rob Bertholee, sinds eind vorig jaar hoofd van de AIVD, pleit voor een transparantere veiligheidsdienst.’

Over transparantie gesproken: jij hebt een taart beloofd als de AIVD openheid geeft over wie er gevolgd zijn, toch?

‘Dat is niet alleen een kwestie van transparantie; het is een wettelijke plicht. De zogenoemde notificatieplicht. Sinds 2002 is de AIVD verplicht om mensen die ze gevolgd hebben daarvan op de hoogte te stellen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen; zo kan het zijn dat men nog niet klaar is met het onderzoek. Maar voor de rest geldt: vijf jaar na dato is de AIVD verplicht de gevolgde mensen op de hoogte te stellen. Zij krijgen dan op verzoek ook inzage in hun dossier. In 2007 verwachtte ik dus dat het notificaties ging regenen. Toen bleek dat die uitbleven, heb ik de AIVD een taart beloofd. Pas als de dienst aan haar wettelijke verplichting heeft voldaan, mogen ze ’m komen aansnijden.’

En die taart is nog steeds niet geclaimd?

‘De AIVD bestaat dit jaar tien jaar, en de taart begint een oude taart te worden. Dat klinkt allemaal grappig, maar dat betekent dus dat onze veiligheidsdienst zich niet aan de wet houdt, al vijf jaar lang niet! Ik heb de minister gevraagd hoe dit nu toch kon. Waarom zijn er geen meldingen gedaan? Het antwoord was schokkend. Volgens de AIVD willen ze wel meldingen doen, maar kunnen ze de adresgegevens van de gevolgde mensen niet meer terugvinden. Kun je je dat voorstellen? Onze laatste verdedigingslinie tegen terrorisme en andere aanvallen op de democratie kan niet achter het adres komen van mensen die ze soms jarenlang gevolgd hebben. Van geen van hen dus! Ze kunnen je telefoon tappen, maar achter het nummer komen lukt niet? Mijn conclusie is dat ze óf jokken, óf de minst bekwame veiligheidsdienst in de geschiedenis zijn. Ik weet niet wat erger is.’

Wat kun je doen als volksvertegenwoordiger?

‘Behalve ze een beetje stimuleren met een lekkere taart kom ik als volksvertegenwoordiger weinig verder. Als ik vraag hoe vaak er afgeluisterd wordt, hoor ik ‘geheim’. Als ik vraag hoeveel mensen een notificatie hebben gekregen, krijg ik ‘geheim’. Trouwens, toen ik meteen daarna een journalist van het AD vroeg dezelfde vraag te stellen, kreeg hij meteen antwoord. Het parlement móét meer middelen hebben om de AIVD te controleren. Een sterkere rol van de CTIVD is daarom heel belangrijk.’

Is de CTIVD de welbekende ‘Commissie Stiekem’?

‘Nee, dat is de bijnaam voor de Tweede Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Daarin zitten alleen de fractievoorzitters, in ons geval Emile Roemer. Zij verplichten zich tot geheimhouding en worden geïnformeerd over de activiteiten van de veiligheidsdiensten.’

Dus Emile Roemer mag wel luisteren, maar niks zeggen?

‘Binnen die commissie kan hij natuurlijk zijn zegje doen en zijn controlerende functie uitoefenen. Maar hij mag er niet mee naar buiten komen; ook niet naar zijn fractiegenoten. De veiligheidsdiensten moeten de democratie beschermen, soms moet dat in het geheim, maar dat betekent niet dat het falen van de dienst geheim moet blijven. De minister bepaalt samen met het hoofd van de veiligheidsdienst wat geheim moet blijven. Het risico daarvan is dat informatie die ongunstig is voor de regering geheim wordt verklaard; dan kan het parlement daar dus niks mee doen.’

Wie moet dat dan bepalen?

‘Uiteindelijk de Tweede Kamer natuurlijk, maar dat kan alleen op hoofdlijnen. Anders moet je in openheid over geheime informatie spreken, en dat kan niet. Ik zie ook hier weer een taak voor de CTIVD: die kan hier uitstekend over adviseren. Ik zou de vraag of bepaalde informatie geheim moet blijven in elk geval niet laten beantwoorden door een minister die er politiek belang bij kan hebben, of een hoofd van een dienst die er belang bij heeft.’

Je pleit er ook voor dat journalistiek niet als dekmantel wordt gebruikt.

‘Klopt. Doordat voormalig geheim agent en journalist Paul Kraaijer in 2011 uit de school klapte over zijn activiteiten – hij was 25 jaar lang geïnfiltreerd in antifascistische groepen en dierenrechtenorganisaties – weten we dat journalisten door de geheime dienst worden ingezet. Niet onlogisch, vanuit de veiligheidsdiensten bezien. Zeker in oorlogsgebied is het een handige dekmantel om niet op te vallen als je heel veel aantekeningen maakt en bewaart. Maar vanuit de samenleving gezien is dat zeer onwenselijk. Want dat betekent dat journalisten niet meer vertrouwd worden. En dat is weer niet goed voor de onafhankelijke rol die de journalistiek in de rechtsstaat hoort te spelen. Reporters moeten de waarheid niet verbergen, maar boven tafel krijgen. De vakbond voor journalisten is het hier helemaal mee eens. Ik vind trouwens dat zoiets ook moet gelden voor hulpverleners. Als duidelijk wordt dat die mogelijk aan spionage doen, wordt hun werk enorm bemoeilijkt. Ik vind dat de veiligheidsdiensten dat soort beroepen moeten uitsluiten als dekmantel.’

SP en BVD

Dat de BVD in de begintijd de SP in de gaten hield, lijdt weinig twijfel. Afsplitsingen van de CPN werden door de veiligheidsdienst actief versterkt om de macht van de CPN te breken. Een infiltrant in een van de voorlopers van de SP werd al vroeg ontdekt, omdat hij te bellen was op een nummer van de politie. Ook is bekend dat er een verslag van de oprichtingsvergadering van de SP bij de autoriteiten circuleert, hoewel daar alleen leden aanwezig waren. Hoe lang de infiltraties hebben geduurd, is niet bekend. De vroege SP’ers lieten zich er niet gek door maken. Eén van hen, Koos van Zomeren vertelt over toenmalige voorzitter Daan Monjé: ‘Kijk, je kunt over Daan een hoop zeggen, maar hij had een nuchter boerenverstand. Als je je hoofd op hol laat brengen door geruchten over de BVD, dan krijgen ze hoe dan ook hun zin, zei hij altijd. Alle leden moesten gewoon zo hard werken dat degenen die de boel wilden verraden in ieder geval ook een hoop goed werk deden.’ Dit en meer is te lezen in een Tribune-artikel uit 2004 met de titel ‘Wat hebben SP en BVD met elkaar te maken?’ van Wouter Beekers.