Spanning maart 2012 :: In gesprek met Will Tinnemans: Uitbuiting aan de onderkant van de arbeidsmarkt
In gesprek met Will Tinnemans
Uitbuiting aan de onderkant van de arbeidsmarkt
Foto: FNVschoongenoeg
In zijn boek Voor jou tien anderen geeft schrijver Will Tinnemans een politiek-economische analyse van de ‘werkende armen’: laagopgeleiden die laagbetaald werk verrichten en nauwelijks genoeg verdienen om zichzelf en hun gezin te kunnen onderhouden. Terwijl dit kabinet de mond vol heeft van arbeidsparticipatie, groeit de groep werkende armen in Nederland.
Tekst: Tijmen Lucie
Uit ‘Voor jou tien anderen’ komt sterk naar voren dat u met het lot van de werkende armen in Nederland begaan bent. Wat is voor u de aanleiding geweest om dit boek te schrijven?
‘In de eerste plaats was dat de opdracht van de FNV om een boek te schrijven waarin de werkende armen een stem en een gezicht zouden krijgen. In dat boek, ‘Onzeker bestaan’, heb ik samen met fotograaf Chris de Bode tweeëntwintig mannen en vrouwen geïnterviewd, variërend van jong tot oud en van autochtoon tot allochtoon, verspreid over heel Nederland. Wat uit al deze verhalen naar voren kwam, was dat het voor kostwinners bijna onmogelijk is om een werkend bestaan en een laag inkomen te combineren met een gezin. Helaas viel het buiten mijn opdracht om nog wat dieper op dit onderwerp in te gaan. Vandaar dat ik twee jaar later ‘Voor jou tien anderen’ heb geschreven.
In de tweede plaats speelde mijn persoonlijke geschiedenis ook een rol. Ik kom zelf uit een groot gezin en mijn vader is zijn hele werkende leven een laaggeschoolde fabrieksarbeider geweest. Het grote verschil tussen mijn vader en de laagopgeleiden van tegenwoordig is echter dat de huidige generatie geen perspectief op een betere toekomst heeft. Ik wilde uitzoeken hoe dat zo gekomen is.’
Wat is uw verklaring voor het ontstaan van een groep van ruim 300.000 werkende armen in Nederland?
‘De verklaring moet gezocht worden in het neoliberalisme. Een ideologie die vanaf de jaren tachtig, onder aanvoering van Reagan en Thatcher, veel aanhang heeft gekregen in de westerse wereld. Kern van deze leer, die in Friedrich von Hayek en Milton Friedman haar belangrijkste theoretici had, was dat de overheid zoveel mogelijk taken overhevelt naar de vrije markt. Ook in Nederland vierde het neoliberalisme hoogtij. Eerst onder Lubbers, daarna opvallend genoeg onder de sociaal-democraat Kok, toen die zijn ideologische veren afgeschud had.
Hoewel de meeste Nederlanders profiteerden van de welvaartsgroei vanaf de jaren tachtig, verslechterde de positie van de laagopgeleiden juist. Als gevolg van het doorgeschoten vrijemarktdenken verloren werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt veel van hun zekerheden. Voor ondernemingen werd het immers makkelijker om personeel te ontslaan en voor werknemers moeilijker om een vast contract te bemachtigen. Tegelijkertijd werd de sociale zekerheid verder uitgekleed. Langzamerhand ontstond er een steeds grotere groep van flexibele arbeidskrachten, die nu weer aangenomen en dan weer ontslagen kunnen worden. Vandaar ook de titel van dit boek.’
In welke sectoren vindt de uitbuiting van laagopgeleide werknemers plaats?
‘Dan moet je denken aan de schoonmaakbranche, de vleesverwerkende industrie, de thuiszorg, de catering, de detailhandel, het transportwezen, de land- en tuinbouw, enzovoort. Voor al deze sectoren geldt dat de laaggeschoolde flexwerkers slecht betaald worden, zware arbeid moeten verrichtten, geen respect krijgen en in permanente onzekerheid leven omdat ze elk moment hun baan kunnen verliezen. Daarnaast hebben ze nauwelijks perspectief op een betere toekomst, omdat vanwege de verregaande arbeidsspecialisatie doorstroom naar een hogere functie vrijwel onmogelijk is. Probleem is dat deze groep nauwelijks een stem heeft. Veel werkende armen komen niet in verzet tegen hun werkgever, omdat ze bang zijn hun baan kwijt te raken. Daarbij zijn veel laaggeschoolde flexwerkers niet aangesloten bij een vakbond, waardoor zij slecht georganiseerd zijn. Ook in de politiek krijgen ze weinig voor elkaar, omdat ze een minderheid vormen.’
Wat vindt u van het huidige beleid van het kabinet-Rutte om meer mensen met een bijstandsuitkering aan het werk te krijgen?
‘Er is niets op tegen dat mensen voor hun broodwinning moeten werken, maar wel graag onder fatsoenlijke omstandigheden en tegen een redelijke betaling. Nu belanden veel van die mensen in de flexibele schil. In feite komen er alleen maar meer mensen met een tijdelijk contract bij, terwijl het aantal banen niet toeneemt. De vijver van flexwerkers wordt dus steeds groter. Voor degenen aan de onderkant van de arbeidsmarkt levert een baan meestal echter onvoldoende inkomen op om zichzelf en hun gezin van te onderhouden. Ook omdat de banen vaak van korte duur zijn en flexibel, vallen velen weer terug in de positie van werkende arme. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2010 is dan ook gebleken dat het vinden van werk niet automatisch betekent dat je uit de armoede ontsnapt; ongeveer de helft valt na een paar jaar terug in de bijstand. Ondertussen groeit de groep werkende armen in Nederland. Zij maken inmiddels bijna zestig procent uit van het totaal aantal armen in Nederland.’
U bent erg somber over de toekomst van de werkende armen. Toch geeft u in uw boek enige aanzetten tot verbetering van hun positie. Welke?
‘De schoonmakers hebben in 2010 met hun staking van negen weken laten zien dat het wel degelijk mogelijk is om betere loon- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Door zich onder de paraplu van FNV Bondgenoten te organiseren hebben ze een loonstijging van 3,5 procent voor elkaar weten te krijgen. Hoewel zij nog steeds strijden tegen de misstanden in hun sector kunnen de acties van de schoonmakers wel een mooi voorbeeld zijn voor personeel in de thuiszorg, de catering, het transport en andere sectoren waar laaggeschoolde werknemers uitgebuit worden.
Daarbij kunnen wij als samenleving meer voor de werkende armen betekenen. Gewoon door mensen die laaggeschoold en slecht betaald werk verrichten met respect te behandelen. Of door net een beetje meer te betalen voor het werk dat bijvoorbeeld schoonmakers, postbezorgers, cateraars en thuiszorgmedewerkers doen.
Ten slotte zouden de overheid en het bedrijfsleven ervoor moeten zorgen dat mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt een menswaardig bestaan kunnen leiden, door hun loon- en arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Om te beginnen zouden ze moeten zorgen voor een redelijk evenwicht tussen flexwerkers en mensen in vaste dienst. Want de onzekerheid waarin deze mensen verkeren, die elk moment hun baan kunnen verliezen, is kwellend.’
Voor jou tien anderen
Will Tinnemans
ISBN: 9789046810354
Uitgeverij Nieuw Amsterdam (2011)
Prijs: € 9,95
Will Tinnemans (1959) is schrijver, mediatrainer en gespreksleider bij congressen en debatten. Van zijn hand verscheen onder meer ‘Onzeker bestaan: Leven aan de rafelrand van de arbeidsmarkt’, met foto’s van Chris de Bode (Nieuw Amsterdam, 2009).
Inhoud
- Inleiding: Nieuwe lente nieuw perspectief
- De geboorte van een volkspartij
- In gesprek met Ewald Engelen: De eurocrisis is de crisis van de Europese zombiebanken
- Boekbespreking: De Euro. Twintig jaar na het verdrag van Maastricht
- Verkiezingen in Rusland: en de winnaar is...
- De Kant-wetten: marktwerking uit de thuiszorg
- In gesprek met Will Tinnemans: Uitbuiting aan de onderkant van de arbeidsmarkt
- Het Rijke Rooie Leven – deel 77: El Général – Rais lebled
- Geen wolf in schaapskleren