Tribune 7/2010 :: Aanval op hulpkonvooi vestigt aandacht op blokkade Gaza

Tribune, juli 2010

Gaza

Aanval op hulpkonvooi vestigt aandacht op blokkade Gaza

“Mensenrechten zijn geen luxe”

Tekst: Daniël de Jongh

Foto: Pierre Marsaut / Hollandse Hoogte

De wereld reageerde geschokt op het nieuws dat Israëlische commando’s in het holst van de nacht een humanitair hulpkonvooi voor Gaza hebben geënterd. Negen mensen kwamen om, velen raakten gewond. Anne de Jong was een van de opvarenden. “Dit hadden we nooit kunnen voorzien.”

“Toen de aanval begon, voeren we zo’n veertig meter links van de Mavi Marmara, het grote schip waar de doden zijn gevallen. Marineschepen richtten hun zoeklichten op de Mavi Marmara, dus we konden heel duidelijk zien wat er gebeurde. Achter ons doemden twee grote marineschepen op, boven ons cirkelden helikopters. Er kwamen rubberboten aan, ‘zodiacs’, met gemaskerde commando’s aan boord. Al voor ze bij de Mavi Marmara waren, begonnen ze vanaf die zodiacs traangas, geluidsbommen en rubberen kogels af te vuren. Tegelijkertijd werd er van boven, vanuit de helikopters, met scherp geschoten. Toen al vielen de eerste dodelijke slachtoffers, nog voor er iemand aan boord was. We zagen mensen neervallen, we hoorden het geschreeuw en overal was bloed.”

Anne de Jong op een boot van het hulpkonvooi

Anne de Jong (29) was een van de opvarenden van de Freedom Flotilla, het scheepskonvooi met hulpgoederen voor Gaza dat op 31 mei door Israël is aangevallen op internationale wateren. Negen vredesactivisten kwamen om.

“Er waren twee Australische journalisten bij ons aan boord, zij hebben opnames gemaakt van die eerste aanval. Ze probeerden contact te leggen met de satelliet om de filmbeelden te versturen, maar dat kost tijd en er kwamen twee zodiacs op onze boot af. We werden beschoten met rubber kogels en geluidsgranaten. Elke boot is met grof geweld overmeesterd, niet alleen de Mavi Marmara. Op onze boot waren we met zeventien personen. De mannen zijn met hun handen omhoog op de bank gaan zitten, goed zichtbaar in de glazen kajuit. De vrouwen bleven op het dek staan. Met onze handen in de lucht riepen we dat we geweldloos waren, maar we werden beschoten met rubberen kogels. Zelf ben ik door zes rubberen kogels op mijn rug geraakt, een meisje uit België werd geraakt op haar neus, ze zat onder het bloed. We werden allemaal geboeid en hardhandig afgevoerd, ik en een ander meisje zelfs met een kap over ons hoofd. Tegen een van de Australische journalisten is een stroomstootwapen gebruikt, omdat ze haar camera niet af wilde geven.”

“Dit geweld was zó onnodig”

Na de aanval zat Anne de Jong vier dagen in een Israëlische gevangenis, volledig afgesloten van de buitenwereld. Haar terugkeer naar huis was op alle Nederlandse radio- en tv-zenders te zien. Maar wat we niet zagen was dat er tijdens haar gevangenschap meer dan vijfduizend Joodse Israëli’s voor de gevangenispoorten demonstreerden voor vrijlating van de mensen van de Freedom Flotilla. “Daarbij zijn meerdere mensen opgepakt”, vertelt ze. “Er werd gericht met traangas geschoten, een meisje is daardoor een oog kwijtgeraakt.”

De aanval op de Mavi Marmara

Het is typerend: “Israëliërs die zich uitspreken tegen mensenrechtenschendingen door Israël hebben het moeilijk. Ze worden uitgesloten, dienstweigeraars worden vastgezet, er staan zelfs boetes op samenwerking met Palestijnse organisaties.” Maar ze zijn er wel, het hulpkonvooi waar Anne de Jong aan deelnam is een voorbeeld van samenwerking tussen Israëliërs en Palestijnen: “Het initiatief tot de Freedom Flotilla is genomen door onder andere de beweging Free Gaza, waarin Israëli’s en Palestijnen samenwerken. Het kwam niet uit de lucht vallen, aan onze reis is een voorbereidingsperiode van negen maanden voorafgegaan.”

Meer dan zeshonderd deelnemers uit verschillende landen monsterden aan, waaronder gerenommeerde schrijvers, parlementariërs en vredesactivisten. Er was zelfs een Nobelprijswinnaar aan boord: Mairead Corrigan-Maguire, in 1976 onderscheiden vanwege haar vredeswerk in Noord-Ierland. De Jong: “Er is een grote gemengde burgerbeweging van Israëli’s en Palestijnen die geweld afwijzen. Daar is veel te weinig aandacht voor in de pers. Deze beweging willen we steunen.”

“Dat het zo af zou lopen konden we natuurlijk nooit voorzien. Natuurlijk hadden we er rekening mee gehouden dat we tegengehouden konden worden en gearresteerd, maar niet door militairen en met dodelijk geweld. We zijn in elke vertrekhaven gecheckt door de politie en de rapporten daarvan zijn naar Israël gestuurd: ze wisten exact wat onze lading was en wie er aan boord waren. We hebben ook steeds aangegeven dat we best ook nog op zee gecontroleerd wilden worden, door een onafhankelijke organisatie als de VN of het Rode Kruis. Maar niet door Israël, want we waren niet op weg naar Israël maar naar Gaza. We hebben er alles aan gedaan om Israël te laten weten dat we niet in Israëlische wateren zouden komen en dat we ongewapend waren. Het is ook achteraf nog steeds amper te bevatten, dit geweld was zó onnodig", vertelt ze. Om er verontwaardigd aan toe te voegen: “Ik begrijp niet hoe sommige commentatoren kunnen zeggen dat ze er van tevoren al op gerekend hadden dat Israël op internationale wateren ongewapende burgers zou doodschieten. Dan hadden ze het Rode Kruis wel in mogen lichten, als ze dat al wisten.”

Macaroni gevaar voor veiligheid

De lading bestond uit 10.000 ton hulpgoederen – variërend van bouwmaterialen tot schoolspullen en rolstoelen. De Jong: “Humanitaire hulp is er hartstikke hard nodig, maar het is praktisch onmogelijk om hulpgoederen over land naar Gaza te krijgen. Ook daar wilden we de aandacht op vestigen.” Al ruim drie jaar wordt Gaza door Israël goeddeels afgesloten van de buitenwereld, nadat het in de voorgaande jaren al steeds moeilijker werd gemaakt om het land in of uit te reizen en goederen in of uit te voeren. Formeel houdt Israël het isolement van Gaza in stand om veiligheidsredenen, maar in de praktijk is het een vorm van onderdrukking. In Gaza, een stuk land met een oppervlakte van twee keer Texel, zitten anderhalf miljoen Palestijnse burgers vast. De bevolking van Gaza wordt door de blokkade collectief gestraft, wat in strijd is met het internationaal recht. Anne de Jong: “Onder het mom van veiligheid worden anderhalf miljoen Palestijnse burgers hun basale mensenrechten ontzegd.”

Door de blokkade wordt het de mensen in Gaza schier onmogelijk gemaakt om het land en de economie op te bouwen. Welke goederen wel en welke niet worden doorgelaten, is volstrekt ondoorzichtig. Aan hilarische voorbeelden geen gebrek: zo is macaroni klaarblijkelijk wel een gevaar voor de veiligheid maar rijst niet. Maar ook schoolboeken worden tegengehouden. En bouwmaterialen, waardoor de schade van de Gaza-oorlog van anderhalf jaar geleden amper hersteld kan worden. Mensen die toen uit hun huizen verdreven werden door de Israëlische bombardementen, wonen nu nog steeds in tentenkampen.

Hoezeer de blokkade ingrijpt in het dagelijks leven, heeft Anne de Jong van dichtbij gezien. Haar studie culturele antropologie in Amsterdam sloot ze af met een onderzoek naar geweldloos verzet in een gewelddadige omgeving, nu werkt ze in Londen aan een promotie-onderzoek met hetzelfde thema. “In totaal heb ik daarvoor zo’n twee jaar in Israël en de bezette Palestijnse gebieden doorgebracht, waarvan zeven maanden in Gaza.” Een van de gebeurtenissen die haar persoonlijk aangrepen, was het overlijden van een twaalfjarig meisje aan een astma-aanval vorig jaar zomer. “Dat meisje overleed omdat er in Gaza geen inhalers te krijgen waren. In Tel Aviv kun je die voor drie euro bij elke willekeurige apotheek kopen. Dat is er nog geen uur rijden vandaan, maar voor zoiets mogen mensen de grens met Israël niet over. Voor mij kwam dit heel dichtbij, omdat ik weet hoe het is om astma te hebben. Ik heb het zelf ook en ik ga nooit de deur uit zonder inhaler. Ik kende het meisje omdat ik haar moeder heb geïnterviewd voor mijn onderzoek. Maar sinds november 2008 mogen ook onderzoekers Gaza niet meer in, alleen medewerkers van de VN en door Israël goedgekeurde organisaties. Daardoor kon ik niet naar de begrafenis. Dit maken de mensen die daar wonen dus voortdurend mee. Familieleden en vrienden die op de Westelijke Jordaanoever wonen kunnen ze niet meer ontmoeten. Toch blijft de moeder van dat meisje geloven in geweldloosheid en samenwerking met Israël, ook nu nog.”

Nederland tegen onafhankelijk onderzoek

Anne de Jong laat zich niet in een hokje ‘voor of tegen Israël’ of ‘voor of tegen Palestina’ duwen. “Ik ben niet tegen Israël, al wordt dat vaak gesuggereerd. Als de situatie andersom was geweest, dan was ik op een boot richting Israël gestapt. Ik sta voor mensenrechten en ik zie het als mijn burgerplicht om daarvoor op te komen. Mensenrechten zijn geen luxe. Ze zijn verankerd in internationale verdragen en moeten voor iedereen gelden. Dat is ook in het belang van Israël zelf. Ik ben tegen geweld, van welke kant het ook komt: het is gewoon geen oplossing.”

“De machtsbalans is volledig zoek”, vervolgt ze. “De afgelopen acht jaar zijn er 28 Israëlische burgers gedood door Palestijns geweld. Vreselijk, maar aan de andere kant van de streep staat dat er dagelijks Palestijnse doden vallen door Israëlisch geweld. De mensenrechtenschendingen in Gaza zijn zo langdurig en grootschalig, daar moet aandacht voor komen. En het gebeurt nú, onder onze ogen. Het is geen natuurramp, het kan voorkomen worden en daar maak ik me sterk voor.”

“Israël heeft nu wel een versoepeling van de blokkade aangekondigd. Niet zo rigoureus als sommige kranten beweren, er is bijvoorbeeld al gezegd dat cement nog steeds niet mag worden ingevoerd. Hoe moeten mensen dan hun huizen weer opbouwen? Maar dat heeft onze tocht dan toch opgeleverd: al was het deze prijs absoluut niet waard, het was niet voor niets. Wat ik onbegrijpelijk vind, is de reactie van de Nederlandse regering. In de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties hebben Nederland, Italië en de VS als enige tegen een onafhankelijk onderzoek naar de aanval gestemd.”

SP-Tweede Kamerlid Harry van Bommel heeft minister Verhagen gevraagd aan te dringen op een onafhankelijk onderzoek én op doorgifte van de hulpgoederen.

Anne de Jong: “Ik heb minister Verhagen om een gesprek gevraagd, maar hij wil mij niet persoonlijk uitleggen waarom Nederland vindt dat Israël zo’n onderzoek zelf uit zou moeten voeren. Sowieso begrijp ik niet waarom Nederland er niet veel meer bij Israël op aandringt om zich aan internationale verdragen te houden en de mensenrechten te respecteren. De blokkade is illegaal onder het internationaal recht.”

Oorlog als er vrede dreigt

Anja Meulenbelt heeft al veel verhelderende artikelen geschreven over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Alleen het archief van haar weblog, www.anjameulenbelt.nl telt al honderden pagina’s vol nieuwsberichten, bespiegelingen en analyses. Een bijzondere plek nemen de artikelen in die onder het kopje ‘cursus’ staan. Daarin legt ze uit hoezeer de bril die mensen opzetten hun kijk op de gebeurtenissen kleurt. Deze brillen, of ‘paradigma’s’, zorgen ervoor dat deelnemers aan het politieke debat vaak onverzettelijk tegenover elkaar staan en langs elkaar heen lijken te praten. Het is niet alleen verhelderend, maar ook confronterend om jezelf de vraag te stellen door welke bril je kijkt. En of je daarmee geen oogkleppen hebt opgezet en onbewust een aantal feiten negeert.

In juni verscheen haar nieuwste boek, ‘Oorlog als er vrede dreigt’. Daarin laat Meulenbelt veel vooraanstaande mensen aan het woord die hun oude bril hebben afgezet. Daar zijn opvallend veel Joodse Israëli’s bij, die ooit enthousiast aan de wieg stonden van de staat Israël maar bij wie de laatste jaren iets begon te knagen: is dit wel de staatsvorm die we wilden? Waarom hebben we geen grondwet, die alle inwoners van ons land gelijke rechten geeft? Is het wel democratisch dat de niet-Joden die in Israël wonen tweederangs-burgers zijn, omdat Israël wettelijk een Joodse staat is? Is de veiligheid van de Israëlische burgers wel gebaat bij de bezetting, de muur en de blokkade? Hoe constructief stelt Israël zich nou eigenlijk op in het vredesproces?

Op basis van gedegen bronnenonderzoek reconstrueert en analyseert Meulenbelt de geschiedenis en het probleem dat er al mensen woonden in het gebied waar de staat Israël gevestigd werd. Ze zal aanvallen op burgers nooit goedkeuren en is geen ‘Hamasvriendje’ of ‘Fatah-vriendje’, benadrukt ze in het eerste hoofdstuk – wetende hoe gemakkelijk zulke stempels worden opgedrukt. Dat neemt niet weg dat het buitenproportionele geweld en de onderdrukking van hele bevolkingsgroepen in de Palestijnse gebieden onmogelijk kunnen leiden tot een oplossing voor het conflict. Het werkt eerder contraproductief. Als Israël de mensenrechten en de democratie niet respecteert, schiet het land zich in eigen voet.

Anja Meulenbelt, Oorlog als er vrede dreigt: Israël en ‘het Palestijnse probleem’, Uitg. Ambo