publicatie

Tribune 01/2012 :: Vreemdelingendetentie: opsluiten niet de oplossing

Tribune, januari 2012

Vreemdelingendetentie

‘Opsluiten niet de oplossing’

Voor gezinnen is er een aparte afdeling in het detentiecentrum van Rotterdam. De laatste dagen voor hun uitzetting worden ze daar gedetineerd.

Afgelopen maand is door de Tweede Kamer besloten illegaliteit strafbaar te stellen en vreemdelingendetentie tot maximaal achttien maanden mogelijk te maken. SP-Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen bezocht het detentiecentrum in Rotterdam om met eigen ogen te zien wat dit voor mensen betekent.

Tekst: Jola van Dijk

Foto's: Paul van der Blom

In opstand

Afgelopen september is door zo’n 60 mensen uit vier afdelingen van het detentiecentrum in Rotterdam bij vliegveld Zestienhoven een sit-in actie gehouden. Ze weigerden terug te gaan naar hun cel uit verontwaardiging over hun gevangenschap. 35 van hen hebben gezamenlijk een brief geschreven omdat ze zich belaagd voelen en van hun vrijheid beroofd. Ze zijn niet de enigen die zich verzetten tegen het vreemdelingenbeleid van het kabinet. Ook in Zaandam worden acties gehouden tegen de vreemdelingendetentie daar in ‘de bajesboot’ (officiële naam: detentieplatform). Er worden nog iedere maand wakes gehouden bij het cellencomplex op Schiphol-Oost, en zo’n dertig Somalische vluchtelingen hebben een tentenkamp opgeslagen bij het asielzoekerscentrum in Ter Apel omdat ze erkend willen worden in hun mensenrechten. Ze zijn het asielzoekerscentrum uitgezet omdat hun asielverzoeken zijn afgewezen en vrijwillig terug zouden moeten keren naar Somalië. Dat kan alleen niet omdat het er te gevaarlijk is. Nederland kan ze dus ook niet uitzetten. Een woordvoerder van de actievoerders: ‘In de tussentijd worden wij gedwongen om onze eigen boontjes te doppen op straat zonder toegang tot eten, onderdak of gezondheidszorg. We zijn vluchtelingen en we willen dat de Nederlandse overheid ons daarin erkent.’ SP-Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen: ‘Mensen die in Nederland zijn zonder geldige verblijfspapieren, bijvoorbeeld omdat hun asielverzoek is afgewezen, worden het land uitgezet. Ze hebben geen legale manier om geld te verdienen en leven daarom vaak van de liefdadigheid van anderen. Ook werken er veel illegalen in de seksbranche of als schoonmaker, een groot deel daarvan wordt uitgebuit. Bovendien lopen ze constant het risico om opgepakt en opgesloten te worden. In de vreemdelingendetentie zitten mensen die iets op hun kerfstok hebben, maar nu zitten er juist ook mensen die eigenlijk helemaal niets gedaan hebben behalve hier zijn.’

Verbeterde omstandigheden

Onder wat voor omstandigheden de mensen opgesloten worden in vreemdelingendetentie krijgt Gesthuizen te zien tijdens een bezoek aan het detentiecentrum in Rotterdam. Bij vliegveld Zestienhoven zitten zo’n 500 vreemdelingen gedetineerd. In het hele land worden jaarlijks gemiddeld 7.000 mensen opgesloten omdat ze onrechtmatig in Nederland zijn. Een deel van hen zit opgesloten in het tijdelijke detentiecentrum, de ‘bajesboten’, in Zaandam en het beruchte cellencomplex op Schiphol-Oost waar zes jaar geleden een brand woedde die elf gedetineerde vreemdelingen het leven kostte. Eric Nijman, de directeur die binnen het Ministerie van Justitie verantwoordelijk is voor alle centra voor vreemdelingendetentie, vertelt Gesthuizen dat men bezig is de omstandigheden voor de gedetineerden te verbeteren. ‘Uiteindelijk moet de gehele vreemdelingendetentie worden zoals het hier in Rotterdam is. De komende jaren worden de centra in Zaandam, Schiphol-Oost en bij het oude vliegveld Soesterberg daarom (gedeeltelijk) gesloten. Bij Schiphol-West komt een nieuw complex.’ Omdat het in de vreemdelingendetentie niet gaat om mensen die een strafbaar feit gepleegd hebben is het uitgangspunt volgens Nijman dat er zo min mogelijk regels gelden voor de gedetineerden. ‘Veiligheid en terugkeer naar het land van herkomst staan centraal, daarom leggen we niet meer beperkingen op dan noodzakelijk.’ Die filosofie is terug te zien in de inrichting en het regime van het detentiecentrum. De muren zijn zo licht mogelijk en hebben hier en daar zelfs een gezellig kleurtje. Overdag staan de celdeuren binnen een groep open en er kan zelf gekookt worden. Er hangt dan ook een prettige geur van versgebakken tosti’s wanneer Gesthuizen rondgeleid wordt over een groepsafdeling. Met op de achtergrond muziek van een internationale tv-zender laat een van de mannen zien hoe hij met een pasje kan bellen vanuit zijn cel, en gebruik kan maken van de digitale winkel van het detentiecentrum. Nijman is dan ook trots op het programma dat ze de gedetineerden iedere week aanbieden in Rotterdam. Zo is er 24 uur per dag medische zorg en kan iedereen elke dag naar de buitenruimte, twee keer per week sporten, naar de bibliotheek, en naar gebedsdiensten. Gesthuizen: ‘Ze hebben het hier mooi op orde, het is niet een hele kille nare omgeving. Het punt is alleen dat ook al is het een beetje een kleurrijke omgeving, als je daar opgesloten zit is het natuurlijk toch een gevangenis. Dat is niet anders.’

Sharon Gesthuizen (l) praat in het detentiecentrum met een uitgeprocedeerde man uit Angola. Hij woont tien jaar in Nederland en is nu al zeven maanden met de consul bezig om aan reispapieren te komen. Hij weet niet hoe lang hij nog in vreemdelingendetentie moet blijven.

Psychische problemen

Ook al viel de omgeving mee volgens Gesthuizen, ze is wel geschrokken van hoe vaak de isoleercellen in Rotterdam gebruikt worden. ‘Ik zeg niet dat je ze nooit mag gebruiken, soms is een paar uur verdiend. Of nodig om henzelf te kalmeren dan wel de rust op een afdeling te herstellen. Maar je moet er wel heel terughoudend mee zijn. Ik heb het vermoeden dat er in de vreemdelingendetentie vaker naar gegrepen wordt. Ik heb het kabinet daarom gevraagd ons te informeren hoe vaak vreemdelingen de afgelopen jaren geïsoleerd zijn. Je kunt je moeilijk voorstellen hoe heftig het is om dagenlang eenzaam opgesloten te worden.’ Nijman: ‘Gemiddeld zitten er hier iedere dag drie mensen in een isoleercel, met een maximum van twee weken achter elkaar. We gebruiken het als straf, onder andere wegens geweld of bedreigingen. Doordat mensen vaak geschokt zijn als ze hier komen, niet weten hoe lang ze opgesloten moeten blijven en weten dat ze moeten vertrekken ervaren ze het verblijf hier als stressvol. Ze hebben heel sterk het gevoel dat ze onrechtvaardig behandeld worden en trekken het hele register uit de kast om naar niet teruggestuurd te worden. Zo worden er zelfmoordpogingen en hongerstakingen gedaan om maar weg te kunnen komen. Dagelijks voeren onze psychologen twee of drie gesprekken over suïcide, zij moeten dan iedere keer de afweging maken of het gemeend wordt of niet.’ Gesthuizen: ‘Ook tijdens het gesprek met de huisarts van het detentiecentrum viel me op dat er zo veel mensen met psychische problemen zijn hier. Het zijn vaak mensen die al veel voor hun kiezen gehad hebben, in hun land van herkomst, tijdens de vlucht hierheen, maar ook door zonder enige verzorging op straat te slapen. We hebben wel signalen dat er te makkelijk over psychische problemen heengestapt wordt, sommige mensen zijn daardoor ook niet in staat om hun verhaal goed te vertellen. Maar ik denk ook dat het er aan bijdraagt dat terugkeren zo moeilijk is. Probeer als Dienst Terugkeer en Vertrek of ambassade maar eens een gesprek te hebben met iemand die psychisch niet in orde is.’

Sharon Gesthuizen in gesprek met de huisarts van het detentiecentrum in Rotterdam

Alternatieven

De mensen die in september in Rotterdam in opstand kwamen tegen hun vreemdelingendetentie, deden dit vooral tegen de detentie zelf en niet zo zeer tegen de omstandigheden. Nijman en zijn team proberen er het beste van te maken, maar uiteindelijk is en blijft het detentie. Gesthuizen: ‘Rechtse partijen gaan er vanuit dat wanneer vreemdelingen maar lang genoeg opgesloten worden ze vanzelf weggaan, maar dat werkt niet. Onderzoek toont aan dat ze vaak niet terug willen omdat ze bang zijn om terug te gaan. Soms heeft hun hele dorp geld ingezameld zodat ze naar Europa konden, dan is het heel moeilijk om terug te gaan. Je moet die mensen motiveren en laten zien dat ze daar wel een toekomstperspectief hebben, maar hier niet. Dat doe je niet door ze in de in de gevangenis te zetten. Illegaliteit strafbaar maken en ze boetes opleggen helpt al helemaal niet. Mensen die niet terug kunnen omdat er geen goede zorg beschikbaar is in hun land, of ze niet toegelaten worden, moeten een verblijfsvergunning krijgen. De rest zal wel terug moeten wanneer de rechter er goed naar gekeken heeft en concludeert dat er in alle redelijkheid geen reden is om in Nederland te zijn. Die mogen ook uitgezet worden en daar moeten we streng voor zijn, maar niet onnodig hard. Zolang mensen niet direct terug kunnen omdat ze de benodigde papieren nog niet hebben moeten ze niet voor onbepaalde tijd opgesloten worden. Nu komt het vaak genoeg voor dat mensen lange tijd in vreemdelingendetentie zitten, vrijgelaten worden omdat de papieren nog niet in orde zijn, op straat belanden, en vervolgens weer voor onbepaalde tijd opgesloten worden. Dat kost heel veel geld en levert niets op. Dan kun je ze beter door familie laten opvangen of op een locatie waar ze wel in en uit mogen, met de plicht om zich iedere dag te melden. Daarom heb ik de minister ook gevraagd beter te kijken naar deze alternatieven. Onnodig lang opsluiten is echt niet de oplossing.’

De bajesboten in Zaanstad - foto: Jorn van Eck / Amnesty International

In strijd met mensenrechten

‘Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning’ zegt artikel 9 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Volgens Amnesty International voldoet het Nederlandse beleid voor vreemdelingendetentie niet aan deze norm. Te veel vreemdelingen worden te lang gedetineerd en er wordt te weinig gebruik gemaakt van alternatieven als een meldplicht, garantstelling of elektronisch toezicht. Voor Amnesty is het bovendien onacceptabel dat vluchtelingen maximaal 18 maanden opgesloten worden en van te voren niet weten hoe lang de detentie zal duren. Om duidelijk te maken dat mensenrechten niet alleen in verre landen als Libië of Jemen geschonden worden, maar ook in de eigen buurt, voert de SP in Zaanstad sinds september actie tegen de Zaanse bajesboten. Zo werd bijvoorbeeld op 10 december, de internationale dag voor de mensenrechten, een manifestatie georganiseerd met onder meer de ChristenUnie, D66 en Amnesty International.

Kerk mag ook niet meer opvangen

De Pauluskerk in Rotterdam vangt al sinds de jaren tachtig uitgeprocedeerde asielzoekers op die tussen wal en schip terecht gekomen zijn door het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Sjany Middelkoop van de Pauluskerk: ‘Tot 31 augustus 2011 ging dit via een samenwerkingsverband met een maatschappelijke opvangorganisatie, maar die is door de gemeente gesloten omdat de gemeente niet wilde dat er vreemdelingen opgevangen werden. We hebben daarna zo’n twintig mensen zelf in onze kerk opgevangen. Totdat we die opvang op last van de burgemeester van de ene op de andere dag moesten sluiten vanwege de brandveiligheid. Anders zou de hele kerk gesloten worden.’ Om te voorkomen dat de uitgeprocedeerde asielzoekers letterlijk op straat moeten leven met alle gezondheids- en criminaliteitsproblemen van dien, vangt de kerk ze nu op een geheime locatie op. Middelkoop: ‘Wij gaan met ze in gesprek en sommigen gaan daardoor vrijwillig terug omdat ze inzien dat ze hier geen kans hebben. Zolang ze bij ons opgevangen worden en er geen gevaar is voor onderduiken is er geen reden om ze in vreemdelingendetentie te zetten. Niet iedereen hoeft hier te blijven en als er geen belemmeringen zijn, kun je ze op een goede manier terug laten keren. Maar als bewezen is dat ze ondanks diverse bezoeken aan de ambassade niet terug kunnen zouden ze een tijdelijke verblijfsvergunning moeten krijgen. Wanneer de situatie in het land van herkomst verandert, kunnen ze alsnog verantwoord terug. Het heeft geen zin om ze als overheid op straat te zetten en de samenleving ermee op te zadelen. Behalve de straat kunnen ze hier in Rotterdam helemaal nergens terecht. In de rest van het land worden ze niet toegelaten in de noodopvang omdat ze in een andere regio op straat gezet zijn. Ze zijn er altijd, ook als je net doet alsof ze er niet zijn. Dan kun je als overheid beter je verlies nemen en opvang regelen.’

Met kerst op straat gezet

In Ter Apel worden iedere dag uitgeprocedeerde asielzoekers op straat gezet. SP-lid Marianne Bathoorn uit Emmen helpt deze mensen al jaren. ‘Ze krijgen een dagkaart voor de bus en moeten zich vervolgens maar zien te redden. Toen een gehandicapte man in een rolstoel op straat gezet werd die de bus niet in kon, is een groep Somaliërs bij hem blijven staan om hem te helpen. Omdat zij geen verblijfsvergunning krijgen, maar ook geen reispapieren krijgen van Somalië, kunnen ze nergens terecht. Zo is een tentenkamp met twintig mensen ontstaan. Zij zijn uiteindelijk opgepakt en twee weken in de Rotterdamse vreemdelingendetentie opgesloten. De rechter heeft ze uiteindelijk vrijgesproken en zij worden nu in Vught opgevangen.’ In de tussentijd is er in Ter Apel een tweede tentenkamp met 56 mensen ontstaan doordat er mensen uit opvangcentra gezet blijven worden, ook gedurende de kerstvakantie. Bathoorn: ‘Overal in het land zit de noodopvang vol of wordt die gesloten, dus uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen alleen maar op straat of in een bushokje slapen als ze niet door burgers opgevangen zouden worden.’ Iedere week staan er wel uitgeprocedeerde asielzoekers voor de deur van Bathoorn, zoals nu drie jongens van in de twintig uit Somalië die nog een asielprocedure hebben lopen. Zonder de hulp van Bathoorn hadden zij twee weken op straat moeten slapen in afwachting van hun afspraak met de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Bathoorn: ‘Zij kunnen ieder moment opgepakt worden en in vreemdelingendetentie opgesloten worden, en hebben geen manier om dat te voorkomen. Somalië heeft niet eens een ambassade waar zij heen zouden kunnen gaan voor reispapieren.’