publicatie

Spanning december 2011 :: Interview met Donald Pols van het Wereld Natuur Fonds

Spanning, december 2011

Interview met Donald Pols van het Wereld Natuur Fonds

‘Laten we ons richten op de zaken die echt een verschil maken’

Het bereiken van de Kyoto-doelstellingen is voor velen een bijna heilige noodzaak om tot een duurzamere wereld te komen. Onlangs gooide de voorzitter van het Wereld Natuur Fonds echter de knuppel in het hoenderhok. Omdat veel mensen de klimaatdiscussie niet meer kunnen volgen, roept hij op om meer naar de noden en belangen van mensen in het hier en nu te kijken.

Tekst: Sjaak van der Velden

In juni beweerde je dat we het Kyoto-protocol niet moeten verlengen. Mensen snappen het toch niet en de doelstellingen staan zo ver weg dat ze er niet meer warm voor lopen. Dat werd niet door iedereen in dank aanvaard.

‘Het gaat me niet zozeer om het al dan niet verlengen van Kyoto. Kyoto heeft op technisch gebied veel goeds gedaan. Waar het om gaat is effectief klimaatbeleid. Het huidige internationale klimaatbeleid bereikt niet waar het voor is opgezet: terugdringen van broeikasgassen. Effectief beleid moet aansluiten bij de noden en belangen van mensen in het hier en nu. Kyoto en klimaatbeleid in het algemeen zijn afgedreven van de samenleving en in toenemende mate het speeltje geworden van een kleine groep wetenschappers en experts. Bij die laatste horen helaas ook veel non-gouvernementele organisaties (ngo’s). Door de verwetenschappelijking van het beleid mobiliseer je je eigen tegenstand. Mensen vinden immers terecht dat hun toekomst niet door een beperkte elite bepaald mag worden. Bovendien is politiek de afweging van belangen, waarvan klimaat er maar een is. Je mag niet klimaatverandering verabsoluteren alsof het boven alle andere belangen gaat.

Door de focus te leggen op CO2, zoals Kyoto doet, de-politiseer je het beleid. Dit ontkent de werkelijkheid, aangezien klimaat- en energiebeleid ook consequenties hebben voor de verdeling van macht en middelen. Er zijn winnaars en verliezers, sommigen in de samenleving zullen de kosten betalen en anderen zullen erop vooruitgaan. Door deze werkelijkheid te benoemen, kun je er voor zorgen dat de kosten en baten op een eerlijke wijze worden verdeeld.

De reacties waren gemengd. Ik stond versteld van de vele positieve reacties. Mensen herkennen de noodzaak tot een nieuwe aanpak. Er zijn echter ook veel negatieve reacties, vooral van de kant van de fossiele energie-industrie. Die krijgt onder het huidige CO2-beleid vrijstelling voor de uitstoot van CO2 en ziet een groei van hernieuwbare energie als een bedreiging van haar positie.’

Je alternatief was een verdere stimulans van duurzame energie waar mensen zelf wel iets aan kunnen doen – zoals via zonne-panelen. Als we het energie- en klimaatprobleem dichter bij de burgers willen brengen, moet dat aanschaffen van bijvoorbeeld zonnepanelen dan op microniveau?

‘Op Nederlands niveau kun je het samenvatten als “16 miljoen partners”. Hanteer als uitgangspunt bij het beleid dat de burger partner is in beleid, niet object van beleid. Dat betekent onder andere dat het energiebeleid aantoonbaar de welvaart moet laten groeien in de vorm van banen en nieuwe economische bedrijvigheid, maar ook decentrale energieproductie door zonnepanelen op daken, energie uit mest door boeren laten winnen, en windenergie-coöperaties. Deze aanpak staat haaks op het huidige overheids-beleid. Een aantal voorbeelden: momenteel worden de mogelijkheden om zelf energie te produceren sterk beperkt door de overheid. Heb je zelf geen dak dat geschikt is voor een zonnepaneel of wil je juist veel zonnepanelen op je dak dan wordt het financieel zeer onaantrekkelijk gemaakt.

Het huidige beleid richt zich vooral op het versterken van de positie van grote elektriciteitsbedrijven. Het zwaartepunt van het beleid ligt op het bijstoken van afval in kolencentrales als zogenaamde biomassa. De commitment van minister Verhagen voor kernenergie komt vooral buitenlandse bedrijven ten goede. Nederland heeft immers geen sterke kernenergie-industrie. De expertise en technologie moeten dus van buiten ingekocht worden.

Het WNF pleit ervoor om aan te sluiten bij de kracht die aanwezig is in de Nederlandse samenleving. Zo zijn er momenteel meer dan driehonderd duurzame energie-bedrijven actief in Nederland, die technieken van wereldformaat ontwikkelen. Vorig jaar nog is zo’n bedrijf, Darwind, producent van een revolutionair type offshore windmolens, door de Chinezen opgekocht. Het merendeel van deze bedrijven behoort tot het midden- en kleinbedrijf, dat een actieve rol in lokale gemeenschappen speelt en waarde toevoegt aan de Nederlandse economie. Mijn oproep aan de overheid is dan ook: richt je op de kracht die in Nederland aanwezig is, stel je ten doel om deze bedrijven te laten groeien. Dit is de meest effectieve manier om klimaatverandering te bestrijden. We hebben met industriekoepel FME uitgerekend dat de groei van deze bedrijven in vijf jaar 130 megaton aan CO2 kan reduceren – dat is zes keer meer dan Nederland in Kyoto heeft afgesproken als reductiedoel.’

Kunnen zonnepanelen en andere vormen van duurzame energieopwekking zorgen voor voldoende energie om aan de vraag te voldoen? Loop je dan niet het risico dat je wat mar-ginaal zit te fröbelen om paar procentjes? De rest moet toch uit olie, kolen en gas komen?

‘Een berekening in opdracht van het WNF door gerenommeerd onderzoeksbureau Ecofys laat zien dat in 95 procent van de wereldwijde energiebehoefte in 2050 kan worden voorzien door momenteel beschikbare hernieuwbare energietechnieken, op voorwaarde dat we ook energie besparen. Nu al kunnen we in de totale elektriciteitsbehoefte van Nederlandse huishoudens voorzien door het ge-

plande windmolenpark op de Noordzee. Slechts zeven procent van de oppervlakte van de Noordzee kan in de totale Europese elektriciteitsbehoefte voorzien met windenergie.’

Is kernenergie een optie voor je?

‘Nee. Naast het feit dat de risico’s moeilijk beheersbaar zijn en er nog geen oplossing is voor het afval, is het een van de duurdere vormen van elektriciteitsopwekking. Nu al is windenergie op het land goedkoper dan kernenergie en tegen de tijd dat een kerncentrale is afgebouwd – het duurt ongeveer tien jaar – zijn veel vormen van hernieuwbare elektriciteit goedkoper dan kernenergie. Dan moet je je afvragen wat voor soort maatschappij kernenergie voor-onderstelt. Gezien de grote veiligheidsrisico’s gaat kern-energie gepaard met centralisering van gezag, beperking van de democratische controle en verhoogde militarisering. Bovendien is kernenergie van marginaal belang voor het wereldwijde energievraagstuk. Zelfs voorstanders van kernenergie verwachten niet dat meer dan 15 procent van de totale energiebehoefte van kernenergie zal komen. Laten we ons richten op de zaken die wel een verschil kunnen maken en niet verzanden in stokpaardjes.’

De discussie over milieu en klimaat staat al een tijdje minder prominent op de agenda dan een paar jaar geleden. Dat komt natuurlijk door de economische crisis. Mensen zijn bang voor hun directe bestaan en minder bezig met problemen die verder weg liggen. Spelen er ook nog andere factoren een rol?

‘Maatregelen tegen klimaatverandering en voor hernieuwbare energie passen in een visie waarin het waarborgen van gemeenschappelijke belangen een belangrijke plaats heeft. Dit staat haaks op de dominante politieke ideologie van het dogmatische vrijemarktdenken en neoliberalisme. Mensen worden aangemoedigd keuzes te maken op basis van kortetermijn-eigenbelang. Daar past niet bij te denken aan de gevolgen van klimaatverandering op de natuur, op mensen in andere continenten en al zeker niet op de volgende generaties.

Maatregelen nemen tegen klimaatverandering past niet bij een terugtrekkende overheid. Klimaatverandering is een voorbeeld van marktfalen dat alleen opgelost kan worden door actief ingrijpen door de overheid. Daar is momenteel niet veel plaats voor in het Nederlandse debat. De rol van de gevestigde fossiele energiebelangen moet ook niet onderschat worden. Illustratief is dat de laatste twee adviescommissies die in opdracht van de overheid moesten adviseren over de energietoekomst allebei werden geleid door CEO’s van Shell. Het ministerie van Financiën vreest bijvoorbeeld ook een daling in gasbelastinginkomsten indien mensen massaal zouden overstappen op hernieuwbare energie. Ze dwarsbomen daarom veel maatregelen.

Ik vind dat de milieubeweging echter ook de hand in eigen boezem mag steken. We hebben de discussie over de hoofden van mensen heen gevoerd. Liever aanwezig bij grote conferenties op exotische bestemmingen of een afspraak met een hoge ambtenaar dan oplossingen ontwikkelen voor mensen dichtbij. Ik zie een belangrijke taak weggelegd voor de natuur- en milieubeweging om kritisch naar zichzelf te kijken en te werken aan een aanpak waarin burgers centraal staan.’

Hoe kun je mensen weer enthousiast maken voor het onderwerp? Uiteindelijk is de aanschaf van zonnepanelen nog steeds duur en vooral een individuele investering in de toekomst.

‘Ik pleit voor de “ijzeren wet van klimaatbeleid”. Beleid wordt alleen uitgevoerd als het aantoonbaar bijdraagt aan het verbeteren van de positie van mensen in het hier en nu. Dat betekent een groei in banen, een groei in welvaart, en een groei in de eigen zelfstandigheid. Dat kan bijvoorbeeld doordat je zelf je energie opwekt door zonnepanelen op je dak of participatie in een wind- of zonne-energiecollectief.

In de Rotterdamse wijk Heijplaat werken we met Eneco aan zo’n project. We willen met de bewoners een klimaatneutrale wijk realiseren door: energie te besparen door huizen te isoleren; energiebesparing te stimuleren en belonen; en lokale energieopwekking met een vorm van eigen beheer.

De overheid moet ten eerste de burger als partner benaderen. Duitsland laat zien hoe dat kan. Ga de grens over en je ziet meteen op bijna ieder dak zonnepanelen. De Duitse overheid plaatst de burger centraal door burgers te belonen voor het opwekken van hernieuwbare energie. Daarnaast geeft de overheid deelnemers langetermijnzekerheid door hun inkomsten te garanderen.

Ten tweede moet de overheid optreden als zogenaamde launching customer, de eigen inkoopkracht gebruiken om hernieuwbare energie en energiebesparende producten in te kopen.

En als laatste moeten er grootschalig projecten worden uitgerold waarin Nederland een concurrentievoordeel heeft ten opzichte van andere landen. Denk aan een nationale campagne om huizen te isoleren of mest-

vergisters om biogas op te wekken op boerderijen. Zo creëer je banen, reduceer je broeikasgassen en stimuleer je de creativiteit om klimaatoplossingen te ontwikkelen.’

Door rechtse politici – en de gedoogpartner in het kabinet-Rutte is daar het duidelijks in – worden milieuactivisten weggezet als wereldvreemde luchtfietsers. Hoe kun je dat beeld kantelen?

‘Als WNF hebben we het geluk dat we ook zonder de overheid relevante partners kunnen vinden. De overheid kan de omslag naar hernieuwbare energie hooguit vertragen, maar is internationaal te klein om de groei te stuiten. We werken daarom samen met partijen uit het bedrijfsleven waarvoor de omslag naar hernieuwbare energie een gegeven is waar ze zelf een rol in willen spelen. Zo hebben we met Eneco afgesproken om hun productie van hernieuwbare energie in drie jaar te verdubbelen. Met KPN hebben we afgesproken dat zij hun totale elektriciteitsverbruik zal vergroenen met stroom uit Nederland. Aangezien zij 1 procent van het Nederlandse stroomgebruik voor hun rekening nemen is dat een substantiële groei van hernieuwbaar, dat momenteel op 9 procent staat. Met de Rabobank ontwikkelen we financieringsmodellen om investeringen in hernieuwbaar substantieel te doen groeien. Zo hebben we onder meer een investeringsfonds voor Nederlandse klimaatoplossingen opgericht.

Met FME, de koepel van de Nederlandse maakindustrie, hebben we een actieplan opgesteld met als doel dat Nederland binnen vijf jaar bij de wereldtop behoort op het gebied van de schone energie-industrie.

Ik voorspel dat dit het laatste anti-hernieuwbare energie-kabinet is in Nederland. De groeiende energieschaarste en volatiele prijzen dwingen het bedrijfsleven te zoeken naar alternatieven. Zelfs rechtse partijen kunnen dit niet langer negeren.’