publicatie

Spanning, mei 2006 :: Waarin een klein land groot kan zijn

Spanning • mei 2006

Nederland in de internationale wapenhandel

Waarin een klein land groot kan zijn

Nederland blaast al decennia een flinke partij mee in de internationale wapenhandel. Weliswaar op ruime afstand van grootmachten Rusland en de VS, hoort Nederland tot de top tien van grootste exporteurs. Een op papier 'restrictief wapenexportbeleid' laat in de praktijk genoeg ruimte om over de hele wereld militaire waar te verkopen. Dit jaar zal de regering mogelijk de grootste wapenorder in veertig jaar aankondigen. Voor een bedrag van een miljard euro krijgt Indonesië vier oorlogsschepen. Daarnaast is een aantal Nederlanders het afgelopen jaar internationaal in het nieuws gekomen met strafzaken wegens handel in massavernietigingswapens of het breken van wapenembargo's. Daarbij blijkt de grens tussen legale en illegale wapenhandel soms flinterdun te zijn. Zo bezien is Nederland bepaald niet het gidsland dat het zo graag wil zijn.

Tekst: Frank Slijper

Nee, Nederland heeft geen wapenindustrie die kanonnen en bommenwerpers van de band doet rollen. Toch bieden militaire orders werk aan naar schatting 11.000 mensen die samen 1,7 miljard euro omzetten. Een handjevol bedrijven neemt het leeuwendeel van die productie voor z'n rekening. Thales Nederland - vroeger bekend als Hollandse Signaal - is internationaal een grote speler op het gebied van allerlei militaire elektronica: radar, vuurleidingssystemen en communicatieapparatuur. Stork Aerospace is toeleverancier voor de militaire vliegtuigbouw en raketsystemen. Het bouwt bijvoorbeeld allerlei onderdelen voor de F-16 en Apache-gevechtshelikopter. In de toekomst hoopt het veel te gaan verdienen aan het omstreden en peperdure Joint Strike Fighter-project, de beoogde opvolger van de F-16, waarvoor het kabinet nog voor het einde van het jaar een contract wil hebben getekend.

In de militaire scheepsbouw zwaait tegenwoordig Damen Shipyards de scepter. Een paar jaar terug nam het voor een symbolisch bedrag scheepswerf De Schelde over van de Nederlandse staat. Damen is nu in staat een heel scala aan marineschepen te bouwen, van klein tot groot.

Daarnaast zijn er nog een kleine 200 bedrijven betrokken bij de productie van wapens. Dat zijn ofwel kleine specialistische wapenfabrikanten, of juist grotere, bekende bedrijven die in niches van de militaire markt werken. Deze bedrijven, zoals KPN, Cap Gemini, LogicaCMG, zitten vooral in de ICT en maken vaak producten die aan speciale militaire eisen zijn aangepast.

Nederlandse export

Naast afzet voor de Nederlandse krijgsmacht, bedraagt de wapenexport volgens officiële cijfers jaarlijks gemiddeld 650 miljoen euro (zie tabel). Daar mag zeker een paar honderd miljoen bij opgeteld worden, aangezien Den Haag veel militaire orders niet als wapenexport beschouwt Zo tellen opdrachten voor de aanleg van buitenlandse marine- en luchtmachtbases en de export van veel nachtzichtapparatuur en kleinere marineschepen niet mee in de jaarcijfers van de Nederlandse wapenexport, omdat de benodigde kennis en kunde ook civiel toepasbaar is. Dat een bedrijf als Ballast Nedam vele honderden miljoenen euro's heeft verdiend met de bouw van een belangrijk deel van de infrastructuur voor de Saoedische luchtmacht blijft buiten de wapenexportcijfers, net als de aanleg van India's grootste marinebasis. Hetzelfde geldt voor miljoenenorders voor nachtzichtapparatuur die Photonis-DEP het afgelopen decennium heeft afgesloten met landen als Israël, China en India. Hoewel het gros ervan terecht komt bij leger en paramilitairen, beschouwt Den Haag dit niet als wapenexporten omdat de apparatuur - voor wie het kan betalen - ook beschikbaar is op de civiele markt. Kortom: niet de bestemming, maar de exclusief militaire aard tellen voor de wapenexportstatistieken.

Oorlogsschepen voor Indonesië en Bangladesh

De grootste order in jaren komt van de Indonesische marine. In Vlissingen bouwt De Schelde momenteel aan vier korvetten, een middelgroot type oorlogsschip. Thales Nederland levert het nieuwste van het nieuwste aan militaire elektronica voor de korvetten, andere Europese bedrijven tuigen het schip op met kanonnen, raketsystemen en torpedo's. Totale geschatte kosten belopen maar liefst een miljard euro. De overheid staat garant voor eventuele wanbetaling door Indonesië, waardoor noch De Schelde, noch Rabobank en ING, die de zaak financieren, enig risico lopen. Vergelijkbare boten zijn eerder gebruikt bij bombardementen op Atjeh. De kans dat deze schepen te zijner tijd ook tegen de eigen bevolking ingezet zullen worden is daarom groot. De order is ook omstreden omdat het Indonesië opzadelt met een nog grotere schuldenlast, terwijl een groot deel van de bevolking niet fatsoenlijk te eten heeft, laat staan toegang tot goede gezondheidszorg of onderwijs. Verder blijken nu niet-militaire orders gevaar te lopen omdat deze megaorder bijna volledig beslag legt op de maximaal door de overheid gegarandeerde exportkredieten. Het bedrijf Enraf-Nonius heeft al laten weten problemen te hebben met de financiering van een Indonesische order voor medische apparatuur.

Net als Indonesië krijgt het straatarme Bangladesh niet alleen Nederlandse ontwikkelingshulp, maar wordt het ook moderne wapensystemen verkocht. Wat de ene hand geeft, neemt de andere weer terug. Eind jaren negentig liet Bangladesh in Zuid-Korea een fregat bouwen met geld van de Saoedische regering, dat daarmee het Zuid-Aziatische land dankte voor de steun tijdens de Golfoorlog van begin jaren negentig. Thales Nederland werd uitverkoren om allerhande ondersteunende wapentechnologie te leveren. Na enige tijd lag het hypermoderne schip al onbruikbaar in de haven. Het in de vaart houden vereist veel kennis en veel onderhoud. De bijkomende kosten kunnen daardoor flink oplopen. Wrang genoeg is Thales daar bij gebaat. De afgelopen vijf jaar verdiende het Hengelose bedrijf Thales 24 miljoen euro aan het installeren en onderhouden van de wapenapparatuur aan boord van dit schip. In de komende jaren zal dit bedrag blijven oplopen. De ervaring leert dat een land voor de hele levensduur van een wapen aan haar leveranciers gebonden is. Zo verdient Nederland gemiddeld nog ieder jaar een slordige 14 miljoen euro aan het onderhoud van onderzeeërs die het twintig jaar geleden aan Taiwan verkocht.

Stinkende militaire zaken

Naast deze legale wapenhandel staat Nederland ook op de kaart als het gaat om de meest stinkende zaken op wapenhandelgebied. Midden jaren zeventig stal de Pakistaan Abdul Qadeer Khan als werknemer van een dochterbedrijf van Stork Nederlandse atoomgeheimen en hielp daarmee zijn vaderland een flink eind op weg naar de kernbom. Anderhalf jaar terug bleek hij die kennis en kunde ook nog eens aan Iran, Libië en Noord-Korea doorverkocht te hebben met behulp van een heel netwerk van technici en handelsbedrijfjes. Een van zijn belangrijkste handelspartners was de Nederlander Henk Slebos, een oud-studiegenoot van Khan in Delft. Dat die handel nog tot heel kort geleden doorging bleek in een strafzaak tegen Slebos. Eind 2005 werd hij veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf plus een boete van bijna 200.000 euro. Hoewel Nederlandse inlichtingendiensten Slebos al in de jaren zeventig in het vizier hadden en ondanks een eerdere veroordeling heeft hij nog geen dag in de gevangenis hoeven doorbrengen. Duidelijk is dat Nederland hier grote steken heeft laten vallen, zoals oud-premier Lubbers afgelopen zomer in een geruchtmakend interview ook al suggereerde.

Hetzelfde geldt voor de onlangs tot vijftien jaar cel veroordeelde Frans van Anraat. Ook hier zijn inlichtingendiensten al vele jaren op de hoogte van de illegale handel en wandel van deze chemicaliënleverancier van Saddam Hoessein, maar wordt pas tot arrestatie overgegaan nadat hij zichzelf in de media vertoond. Tegelijk blijkt dat andere bedrijven net zo goed in de jaren tachtig fout zijn geweest. Zij konden hun gang gaan omdat Nederland geen haast maakte met de invoering van strengere handelsbeperkingen, terwijl al vanaf het begin van de oorlog tussen Iran en Irak het gonsde van de verhalen over aanmaak en gebruik van gifgassen. Den Haag vond echter dat de Nederlandse handelsbelang niet te veel geschaad mocht worden. De slachtoffers in Halabja en andere Koerdische dorpen hebben het geweten.

De laatste in de serie beruchte wapenhandelaars is Guus Kouwenhoven, volgens zakenblad Quote een van de 500 rijkste Nederlanders, met een fortuin verdiend met oorlogen in Afrika, met name die in Liberia. Volgens de aanklacht leverde de vriend van ex-dictator Charles Taylor onder meer wapens in ruil voor houtkapconcessies, ondanks een internationaal wapenembargo. Het OM heeft twintig jaar geëist; begin juni wordt de uitspraak van de rechter verwacht.

Zoals toenmalig minister van Buitenlandse zaken Van Aartsen tijdens een speech bij de Verenigde Naties in 2001 zei: "Het is mijn stellige overtuiging dat de illegale wapenhandel niet kan worden aangepakt zonder de legale wapenhandel daarbij te betrekken: we moeten de legale handel in wapens […] verder reguleren om te voorkomen dat die overloopt in de illegale wapenhandel." Het zou goed zijn als Nederland dit ook zelf ter harte zou nemen.

Frank Slijper werkt voor Campagne tegen Wapenhandel (www.stopwapenhandel.org), een NGO die zich actief bezighoudt met het in kaart brengen en bestrijden van de wapenhandel.

Inhoud

  • In dit nummer staat de rol van Nederland in de wereld centraal. Tiny Kox, lid van de Eerste Kamer en de parlementaire assemblee van de NAVO voor de SP, opent deze Spanning met de vraag wat wij van de nieuwe NAVO verwachten kunnen. Volgens hem is het van cruciaal belang de nieuwe veiligheidsorde niet alleen aan militairen en politici over te laten, maar veel breder te bediscussiëren. Creatieve analyses en betrokken burgers zijn daarbij van het grootste belang. Nieuwe NAVO niet overlaten aan politici en militairen

  • Volgens oud-minister Joris Voorhoeve kent het Nederlandse buitenlandbeleid drie leidende beginsels: peace, profit and principles –vrede, winst en principes. Deze drie P’s staan soms op gespannen voet met elkaar. Zeker het behalen van winsten voor het Nederlandse bedrijfsleven gaat vaak ten koste van mooie doelstellingen als het bevorderen van vrede en de internationale rechtsorde, zoals Frank Slijper in dit nummer laat zien. Waarin een klein lang groot kan zijn
  • Hoe het niet moet, laat de huidige missie naar Afghanistan zien. Volgens militair vakbondsman Wim van den Burg kent deze missie een hoge mate van symboolpolitiek. Wederopbouw in een land waar lokale krijgsheren de dienst uitmaken en elkaar naar het leven staan, is onmogelijk. Uruzgan is symboolpolitiek
  • Column : Binnenstebuiten
  • Het rijke rode leven deel 16 : Tietjes