publicatie

Spanning, mei 2006 :: Uruzgan is symboolpolitiek

Spanning • mei 2006

Uruzgan is symboolpolitiek

De Algemene Federatie van Militair Personeel (AFMP/FNV) kwam de afgelopen tijd herhaaldelijk in het nieuws. Eerst was er de kritiek op het regeringsbesluit om Nederlandse troepen naar Uruzgan te sturen. De missie is volgens vakbondsvoorzitter Wim van den Burg 'een druppel op een gloeiende plaat. Zelfs met tweeduizend mensen kun je heel weinig doen, misschien wel helemaal niets.' Daarna vervulde de militaire vakbond een klokkenluidersrol voor de misstanden op het marinefregat H.M. Tjerk Hiddes. Dit kwam de vakbond op kritiek uit eigen gelederen te staan. Marinemensen vonden dat de AFMP de goede naam van de Koninklijke Marine te grabbel gooide. Leden zegden hun lidmaatschap op. Tot op de dag van vandaag echter staat Van den Burg achter de gevolgde strategie: 'We hebben onze nek uitgestoken. De misstanden waren al langer gaande en we zijn zeker niet over één nacht ijs gegaan.' Een interview met de voorman van de grootste militaire vakbond in Nederland. 'Militairen staan in dienst van de politiek en zijn in principe zeer loyaal. Toch houd ik soms mijn hart vast. Het ambitieniveau van minister Henk Kamp is langer dan de polsstok van defensie en dit gaat ten koste van het personeel.'

Tekst: Arjen Vliegenthart

In ons vorige nummer hebben wij uitgebreid stilgestaan bij de rol van de vakbonden. In hoeverre is een militaire vakbond een gewone vakbond?

De rol van een militaire vakbond is in sommige opzichten wezenlijk anders. Als militaire vakbond zitten wij heel dicht tegen de politiek aan. Hoewel wij hebben te maken met politieke besluiten waaraan uiteraard ook wij gebonden zijn, betekent dit niet dat wij geen eigen opvattingen hebben. Militairen zijn loyaal aan de politiek en aan de Nederlandse democratie, maar hebben ook een eigen mening. Wij treden als bond vaak op als hun woordvoerders. Wat ons grote zorgen baart is dat in het besluitvormingsproces moraal en haalbaarheid vaak door elkaar worden gehaald. Het uitzenden van Nederlandse soldaten op basis van morele overwegingen zonder een scherpe analyse van wat onze troepen in een crisisgebied kunnen doen, leidt tot foute afwegingen en symboolpolitiek.

Aan de andere kant zijn we ook een gewone vakbond die opkomt voor de belangen van de leden. Daarbij geldt wel dat wij niet alle mogelijkheden hebben die andere vakbonden wel hebben. Zo mogen militairen bijvoorbeeld niet staken. Veel van onze leden, zeker de jongeren, zijn ook lid van onze vakbond vanwege de diensten die wij aanbieden. Oudere militairen zijn vaker lid vanuit principiële overwegingen. Voor hen is het lidmaatschap ideologischer. Toch kunnen wij over de dekkingsgraad niet klagen: 75% van alle militairen in Nederland is lid van een vakbond.

AFMP/FNV

De AFMP/FNV is met ruim 25.000 leden de grootste militaire vakbond van Nederland. De rechtsvoorganger van de AFMP (Ons Belang) werd in 1898 opgericht. Tegenwoordig is de AFMP aangesloten bij de FNV. Naast de AFMP is er nog een aantal andere vakbonden dat opkomt voor de belangen van de militairen, waaronder de ACOM, die aangesloten is bij de CNV, en de VMB/NOV. Wim van den Burg (1951) werkt al 5 jaar full-time voor de AFMP/FNV en was daarvoor 30 jaar actief voor de Koninklijke Landmacht en 16 jaar part-time voor de AFMP. Sinds 2004 is hij voorzitter van de AFMP.

Hoe gaat de vakbond om met het politieke karakter van een besluitvormingsproces zoals in het geval van Uruzgan?

In de eerste plaats richten wij ons op een analyse van de omstandigheden 'on the ground.' Hierbij dienen wij vaak als informatiebron voor parlementariërs. Aan de andere kant toetsen wij onder andere het juridisch kader waaronder de uitzending plaatsvindt. Zo hebben wij in het geval van Uruzgan gekeken naar juridische consequenties waar Nederlandse soldaten mee te maken kunnen krijgen als zij (krijgs)gevangenen maken en deze niet goed worden behandeld. En uiteraard maken we ook een inschatting van de haalbaarheid van de missie. Daarbij blijkt steeds meer dat onze inschattingen van de haalbaarheid van de missie in Uruzgan meer bij de realiteit aansluit dan die van de minister.

Aan welke inschattingen denkt u dan?

Wij zijn in een oorlog beland. Een Nederlandse aanpak waarvan minister Kamp gesproken heeft, is in Uruzgan niet toepasbaar. 'Smile and wave' is onmogelijk. Dan heb je zo kogels te pakken. Eigenlijk zou het mandaat moeten worden aangepast omdat de weerstanden bij de plaatselijke bevolking veel groter zijn dan verwacht. Maar dat zou betekenen dat de regering toegeeft dat het oorspronkelijke doel van de missie, wederopbouw, onhaalbaar geworden is. In het politieke debat doet de regering dit eigenlijk al, maar het mandaat aanpassen is voor velen toch een brug te ver.

Wat doet dit met de militairen?

Het mag voor een buitenstaander misschien verbazend klinken, maar zingevingvragen spelen ook bij de militairen een belangrijke rol. Vaak wordt voorbijgegaan aan het morele besef van de militairen zelf. "Wat is er te bereiken?" is een vraag die je vaak bij militairen hoort. Niet in het openbaar, maar wel bij meer persoonlijke gesprekken. Irak is daarbij een schoolvoorbeeld. Daar hebben wij twee mensen verloren, terwijl bij sommige militairen het gevoel leeft dat het doel van de missie, het veiliger maken van Irak, niet is gehaald. Hetzelfde dreigt nu in Uruzgan te gebeuren.

De afgelopen tijd is er veel te doen geweest rond de plannen van minister Kamp om het Nederlandse leger te hervormen en mee te laten doen in het hogere geweldspectrum. Je zou kunnen stellen dat het meedoen aan de missie naar Uruzgan gedeeltelijk een gevolg hiervan is. Wat voor gevolgen heeft dit voor de militairen?

Laat ik voorop stellen dat onze militairen prima in staat zijn om de nieuwe taken, zoals minister Kamp die heeft bedacht, uit te voeren. Principieel hebben wij er dan ook geen problemen mee dat een beroepsleger ook in het hogere geweldsspectrum kan meedoen. Toch hebben de bezuinigingen van de afgelopen jaren in combinatie met de uitzendingen de druk op militairen verhoogd. Daar waar defensie wel het geld heeft om kruisraketten aan te schaffen en probleemloos miljoenen uittrekt om de missie naar Uruzgan extra te beveiligen, staan het sociale beleidskader en de arbeidsvoorwaarden onder druk. In de opleiding worden vakken over moraal en ethiek steeds verder naar de marges verdrongen. Ook de omgangsregels komen onder druk te staan, terwijl deze juist zo belangrijk zijn. Mensen moeten elkaar op hun gedrag kunnen aanspreken. Als dat in vredestijd al niet lukt, wordt dit in oorlogstijd of tijdens missies alleen maar moeilijker.

Heeft deze heroriëntering van defensie dan ook iets te maken met de gebeurtenissen op de Tjerk Hiddes?

Daar speelt meer mee, bijvoorbeeld de veranderingen in jeugdcultuur. Doordat Nederland een beroepsleger heeft, hebben we een jonge krijgsmacht gekregen. Drugsgebruik bijvoorbeeld zit vandaag de dag in alle geledingen van de samenleving, dus ook bij Defensie. Daarnaast was bij defensie de nadruk steeds meer komen te liggen op de privacy van de soldaten waardoor gestructureerd toezicht ontbreekt. Maar ook doordat Defensie de afgelopen jaren zo op zijn kop is gezet, neemt de spanning toe. De voortdurende veranderingen trekken een wissel op mensen. De zekerheden zijn weg en er is minder aandacht voor de controlemechanismen. Als de verveling dan toeslaat, iets wat bijvoorbeeld kan gebeuren als een schip langere tijd op zee is, kan dit in combinatie met alcohol en drugs leiden tot een explosieve sfeer.

H.M. Tjerk Hiddes

Het fregat Tjerk Hiddes kwam in maart 2006 in opspraak doordat bekend werd dat een vrouwelijke matroos eind 2004 door meerdere opvarenden zou zijn aangerand. Daarna zou haar het werken op het schip onmogelijk zijn gemaakt. De AFMP heeft dit hoog opgenomen. Volgens de militaire vakbond gaat het niet om een incident. Jaarlijks worden meerdere incidenten gemeld, waaronder handel en gebruik van cocaïne door de bemanning. Pas na aandringen van het AFMP/FNV en aanvankelijke bagatellisering door de Koninklijke Marine kwamen deze misstanden in het openbaar en vervolgens op de politieke agenda.

Inhoud

  • In dit nummer staat de rol van Nederland in de wereld centraal. Tiny Kox, lid van de Eerste Kamer en de parlementaire assemblee van de NAVO voor de SP, opent deze Spanning met de vraag wat wij van de nieuwe NAVO verwachten kunnen. Volgens hem is het van cruciaal belang de nieuwe veiligheidsorde niet alleen aan militairen en politici over te laten, maar veel breder te bediscussiëren. Creatieve analyses en betrokken burgers zijn daarbij van het grootste belang. Nieuwe NAVO niet overlaten aan politici en militairen

  • Volgens oud-minister Joris Voorhoeve kent het Nederlandse buitenlandbeleid drie leidende beginsels: peace, profit and principles –vrede, winst en principes. Deze drie P’s staan soms op gespannen voet met elkaar. Zeker het behalen van winsten voor het Nederlandse bedrijfsleven gaat vaak ten koste van mooie doelstellingen als het bevorderen van vrede en de internationale rechtsorde, zoals Frank Slijper in dit nummer laat zien. Waarin een klein lang groot kan zijn
  • Hoe het niet moet, laat de huidige missie naar Afghanistan zien. Volgens militair vakbondsman Wim van den Burg kent deze missie een hoge mate van symboolpolitiek. Wederopbouw in een land waar lokale krijgsheren de dienst uitmaken en elkaar naar het leven staan, is onmogelijk. Uruzgan is symboolpolitiek
  • Column : Binnenstebuiten
  • Het rijke rode leven deel 16 : Tietjes