publicatie

Spanning, mei 2006 :: Het rijke rooie leven deel 16 : Tietjes

Spanning • mei 2006

Het rijke rooie leven deel 16

In een serie artikelen schetst Ronald van Raak de geschiedenis van het socialisme in Nederland.

Tietjes

Tekst: Ronald van Raak

'Ik werkte eerst op de afdeling waar de poeders gemengd worden voor de pil. Daar stuift het goed. De deur naar de hormoonafdeling staat om de haverklap open, daar krijg je ook telkens wat van mee. We moesten lapjes voor de mond, maar dat werkt niet. We hadden op die afdeling allemaal last van borstvorming. Als ik weer eens klierschijven in mijn borst had, dan voelde de bedrijfsarts en zei: drie weken thuis blijven. Eens had ik borsten die enorm pijnlijk waren, ik kon er geen overhemd op verdragen. Toen ben ik ook drie maanden impotent geweest.'

Dit vertelde in 1976 een werknemer van Organon in Oss, producent van de anticonceptiepil, aan Paul Pollmann, één van de 'rooie dokters' van Ons Medisch Centrum van de SP. En er volgden meer mannen mét tietjes, maar zónder potentie. Historicus Kees Slager haalt deze anekdote op in Het geheim van Oss (2001). Bezoeken van de SP-dokters aan de fabriek leverden in eerste instantie weinig op. Wél leidde hun bemoeienis er toe dat de partij deze en andere chemische fabrieken op het terrein van Organon beter in de gaten ging houden. In 1979 opende de lokale SP de strijd tegen toeleveringsbedrijf Diosynth, dat destijds 'de bom van Oss' werd genoemd. Dit was de start van de meest succesvolle actie van de jonge partij. De SP werd in oktober 1972 opgericht en was één van de vele linkse splinterpartijen die destijds het licht zagen, naast de grotere broers CPN en PSP.

Beginseldiscussies in partijen worden tegenwoordig nauwelijks nog gevoerd, maar in de jaren zeventig gonsde het van de ideologische debatten, waarbij Marx en Mao de linkse bladen vulden. Ideologisch gekibbel leidde tot een levendig politiek debat, maar ook tot afsplitsing en versnippering. Sommige SP'ers van het eerste uur hadden hun hoop gericht op China, waar Mao Zedong in 1949 aan de macht was gekomen. Gezegd werd dat hij erin was geslaagd om een miljard arme Chinezen eten te geven, maar al snel bleek hij ook een dictator, wiens Communistische Partij geen enkele boodschap had aan democratisering van de samenleving. De meeste SP'ers waren echter minder bezig met buitenlandse voorbeelden en gingen bouwen aan een lokaal socialisme, door mensen te organiseren op het werk en in de buurt, om daar de werk- en leefomgeving te verbeteren.

De bom van Oss

De Osse afdeling bleek al snel succesvol in dit lokale activisme: in 1973 lukte het de jonge SP'ers via de vakbond Arbeidersmacht een wilde staking te winnen bij tapijtenfabriek Bergoss, een overwinning die tijdens de raadsverkiezingen van 1974 werd beloond met drie raadszetels. Dit lokale succes leidde tot aandacht in de nationale pers, maar ook tot dubbele gevoelens. Jan Marijnissen verklaarde na de eerste verkiezingsoverwinning tegenover de Haagse Post: 'Als het raadslidmaatschap een hindernis wordt voor de acties, dan stoppen we er mee. Met het raadslidmaatschap natuurlijk.' Parlementaire en buitenparlementaire politiek bleken toch te kunnen samengaan. Vanaf 1979 klaagde diezelfde Marijnissen in de gemeenteraad de vervuiling door Diosynth aan, dat giftige afvalstoffen loosde in de lucht, de bodem en het water. Werknemers van dit bedrijf - nu onderdeel van AkzoNobel - wezen de SP op deze illegale lozingen.

Diosynth ontkende de beschuldigingen en werd daarin gesteund door de gemeente. Samen met werknemers en omwonenden ging de SP daarom actievoeren: telkens als een giflozing plaatsvond werden pamfletten geschreven om mensen te informeren. Protestposters werden verspreid en protestvergaderingen georganiseerd, om met omwonenden te discussiëren. De acties tegen de vervuiling door Diosynth kregen bijval van werknemers en omwonenden, maar vonden weinig gehoor bij politici en managers. Dat veranderde vlak voor kerstmis 1986, toen een geheim rapport uitlekte van de provincie Noord-Brabant, waaruit bleek dat Diosynth één van de grootste vervuilers was in de provincie. Opnieuw kreeg de SP landelijke aandacht: in NRC Handelsblad zei een milieu-inspecteur: 'Het bedrijf gebruikt zijn omgeving als een groot vuilnisvat.' Een actiecomité van buurtbewoners werd opgericht, dat duizenden handtekeningen verzamelde. In januari 1987 werd een extra raadsvergadering bijeengeroepen - de SP had inmiddels 7 zetels - , met veel pers en publiek, waar de partij een bevolkingsonderzoek eiste.

De kracht van kennis

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu deed op initiatief van het Osse gemeentebestuur onderzoek en concludeerde dat verder onderzoek naar gezondheidsklachten 'geldverspilling' was. Huisartsen Anneke de Bres en Henk van Gerven van Ons Medisch Centrum eisten wél een vervolgonderzoek, dat uitwees dat bewoners in de buurten rondom de fabriek meer gezondheidsklachten hadden. In januari 1988 kwam de apotheose, toen bleek dat geloosde chemicaliën van de fabriek een groot gat hadden geslagen in de riolering. Op zaterdagmorgen 30 januari rukte Marijnissen, gewapend met buurtbewoners en journalisten, op naar de fabriekspoort, waar hij voor het oog van de tv-camera wilde onderhandelen met directeur Baart (zie afbeelding). De negatieve publiciteit rondom deze poortactie was slecht voor de naam van Diosynth en aanleiding voor moederbedrijf Akzo om het roer om te gooien.

Na een gesprek in het SP-gebouw aan de Linkensweg kwamen de SP en de directie van Diosynth overeen om een onafhankelijk en door de fabriek te betalen onderzoek te laten doen door de Vrije Universiteit. Mede naar aanleiding hiervan werd besloten dat de uitstoot van de fabriek met 90 procent moest worden verlaagd. En met succes: in 1994 kreeg Diosynth de prijs voor Bedrijfsinterne Milieuzorg uitgereikt, bedoeld voor bedrijven die zich op milieugebied voorbeeldig gedragen. In Het geheim van Oss verklaart Kees Slager het succes van deze actie niet alleen uit het doorzettingsvermogen van de actievoerders en hun handigheid om de pers te bereiken, maar vooral uit een grote kennis van zaken: 'Bij Diosynth is sprake van actievoerders die (bijna) evenveel deskundigheid in huis hebben als de overheid en de professionals van het bedrijfsleven.' Informatie over de gang van zaken in de fabriek kreeg de SP van werknemers en over de schadelijke effecten van de vervuiling van de dokters van Ons Medisch Centrum. Maar ook ontwikkelden de SP-activisten zich in de jarenlange strijd zélf tot milieudeskundigen. Aldus Toon Voets, die Slager vertelde waarom deze actie ook belangrijk was voor het imago van de SP: 'Velen zijn gaan inzien dat wij niet zomaar wat riepen, maar dat we echt deskundig waren. We waren mensen met een verhaal dat klopte.' Dat geldt nog meer voor de acties van de SP tegen asbestproducent Eternit, die in de volgende aflevering aan bod komen.

Kees Slager schreef Het geheim van Oss. Een geschiedenis van de SP (2001). In 2000 verscheen het boekje De rode remedie, 1975-2000 over 25 jaar Ons Medisch Centrum. Beide boeken zijn te bestellen via de SP-winkel

Inhoud

  • In dit nummer staat de rol van Nederland in de wereld centraal. Tiny Kox, lid van de Eerste Kamer en de parlementaire assemblee van de NAVO voor de SP, opent deze Spanning met de vraag wat wij van de nieuwe NAVO verwachten kunnen. Volgens hem is het van cruciaal belang de nieuwe veiligheidsorde niet alleen aan militairen en politici over te laten, maar veel breder te bediscussiëren. Creatieve analyses en betrokken burgers zijn daarbij van het grootste belang. Nieuwe NAVO niet overlaten aan politici en militairen

  • Volgens oud-minister Joris Voorhoeve kent het Nederlandse buitenlandbeleid drie leidende beginsels: peace, profit and principles –vrede, winst en principes. Deze drie P’s staan soms op gespannen voet met elkaar. Zeker het behalen van winsten voor het Nederlandse bedrijfsleven gaat vaak ten koste van mooie doelstellingen als het bevorderen van vrede en de internationale rechtsorde, zoals Frank Slijper in dit nummer laat zien. Waarin een klein lang groot kan zijn
  • Hoe het niet moet, laat de huidige missie naar Afghanistan zien. Volgens militair vakbondsman Wim van den Burg kent deze missie een hoge mate van symboolpolitiek. Wederopbouw in een land waar lokale krijgsheren de dienst uitmaken en elkaar naar het leven staan, is onmogelijk. Uruzgan is symboolpolitiek
  • Column : Binnenstebuiten
  • Het rijke rode leven deel 16 : Tietjes