Wat te doen tegen vermogensongelijkheid?
Op 24 december 2021 zette de Hoge Raad met een arrest een streep door de vermogensrendementsheffing. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor het nieuwe kabinet. Er dreigt immers een miljardentekort op de begroting. Mogelijk biedt het voorstel van de linkse partijen voor een progressieve vermogensbelasting uitkomst. Ook al is dat niet meer dan een tijdelijke oplossing. ‘Uiteindelijk zullen er een miljonairsbelasting en een belasting op reëel vermogensrendement moeten komen’, aldus SP-Kamerlid Mahir Alkaya.
De vermogensrendementsheffing is eigenlijk altijd omstreden geweest. Al vóór de invoering in 2001 werd de heffing op geschatte vermogensopbrengsten bekritiseerd. Economen noemden de vermogensrendementsheffing ‘een internationaal fiscaal curiosum’. In vrijwel alle andere landen worden immers de werkelijke vermogensopbrengsten belast in plaats van de fictieve. Staatssecretaris Vermeend (PvdA) legde de bezwaren echter naast zich neer en drukte de vermogensrendementsheffing erdoor.
In de jaren die volgden nam de kritiek op de vermogensrendementsheffing toe. Ook van mensen met veel spaargeld. Zij vonden de belasting die zij moesten betalen onrechtvaardig hoog. Op zich hadden zij een punt, want de rente is de afgelopen jaren zo laag geweest dat zij nauwelijks rendement haalden op hun spaargeld. Aan de andere kant betaalden grote beleggers veel te weinig belasting, omdat hun feitelijke rendementen veel hoger waren dan het fictieve rendement waar de Belastingdienst van uitging.
De afgelopen jaren hebben spaarders met behulp van de Bond voor Belastingbetalers diverse rechtszaken aangespannen tegen de staat. In 2019 werden zij voor het eerst door de Hoge Raad in het gelijk gesteld. Verdere gevolgen had die uitspraak niet: spaarders kregen geen recht op compensatie. Dat was anders met het arrest van 24 december jongstleden. De Hoge Raad bepaalde toen dat er ‘rechtsherstel’ nodig was.
Inmiddels heeft staatssecretaris Van Rij (CDA) gehoor gegeven aan de uitspraak van de hoogste rechter. Alle meer dan 1 miljoen gedupeerde spaarders zullen worden gecompenseerd. Ook heeft de staatssecretaris besloten om de vermogensrendementsheffing voorlopig stop te zetten. Dat zal dit jaar nog niet gebeuren, want dat kan de Belastingdienst niet aan.
Het stopzetten van de vermogensrendementsheffing betekent mogelijk dat de schatkist een kleine vijf miljard per jaar aan belastinginkomsten misloopt. Daarbovenop zullen de spaarders die in de jaren 2017 tot en met 2020 een verkeerde aanslag hebben gehad, moeten worden gecompenseerd.
De noodzaak om snel met een goede oplossing te komen is dus groot. Terecht waarschuwt econoom Bas Jacobs voor het gevaar van belastingontwijking: rijken zullen in de tussentijd hun vermogen uit box 1 en 2 proberen over te hevelen naar box 3 om zo geen vermogensbelasting te hoeven betalen. Daarmee zal de vermogensongelijkheid in Nederland alleen maar groter worden. Ook omdat dit kabinet niet van plan is om de vermogensongelijkheid te verkleinen.
Om dus te voorkomen dat de vermogensongelijkheid verder toeneemt, hebben de linkse partijen een initiatiefwet voor een progressieve vermogensbelasting ingediend. Helemaal ideaal vindt SP-Kamerlid Mahir Alkaya het voorstel overigens niet. ‘Het is het voorstel van de PvdA. Zij hadden dit ook in hun verkiezingsprogramma staan. Wij willen liever een miljonairsbelasting en een belasting op reëel vermogensrendement, want dan pak je echt de allergrootste vermogens aan. In dit voorstel moeten ook mensen belasting betalen die op een andere manier voor hun pensioen hebben gespaard omdat ze via hun werk geen pensioen konden opbouwen. De reden dat ik er toch mijn handtekening onder heb gezet, is dat er anders tot 2025 helemaal niets gebeurt. Want dan pas komt er een belasting op werkelijke vermogensopbrengsten. Althans, dat staat in het regeerakkoord.’
Het voorstel van de linkse partijen is simpel en zou uitvoerbaar moeten kunnen zijn voor de Belastingdienst. De gegevens over vermogens heeft zij immers al uit de oude regeling. En ze hoeft geen ingewikkelde berekeningen meer te maken zoals bij de vermogensrendementsheffing. Enige vraag is of de computersystemen van de Belastingdienst een nieuwe regeling aankunnen. Sommige daarvan dateren nog uit de jaren tachtig.
Dat het kabinet het reële vermogensrendement per 2025 wil gaan belasten is natuurlijk mooi, maar wel rijkelijk laat. In 2015 werd namelijk al een motie aangenomen van toenmalig SP-Kamerlid Farshad Bashir om dit te doen. Mahir Alkaya: ‘Daar is al die jaren niets mee gebeurd, terwijl er toen al veel politiek draagvlak voor was. Nu is dat draagvlak nog groter. De Belastingdienst heeft ook toegezegd dat het achterstallig onderhoud aan de computersystemen de komende jaren wordt weggewerkt. Ik ga er dus vanuit dat de nieuwe regeling in 2025 ingaat.’
Maar met alleen een belasting op reëel vermogensrendement ben je er nog niet. Er moet veel meer gebeuren om ons belastingstelsel eerlijker te maken. Vermogen wordt in Nederland überhaupt licht belast, terwijl werkende mensen juist relatief veel belasting betalen. Mahir Alkaya erkent dat probleem. ‘De verschillen tussen de belastingen op arbeid en kapitaal zijn zo groot geworden dat de president van De Nederlandsche Bank zelfs zegt dat we een rentenierseconomie (een economie waarin inkomen uit vermogen meer rendeert dan inkomen uit arbeid, red.) zijn geworden.’
Zelfde tarief voor inkomsten uit arbeid en vermogen
De SP heeft in haar verkiezingsprogramma verschillende voorstellen staan om deze ongelijkheid recht te trekken. Naast de al eerder genoemde miljonairsbelasting, wil de SP bijvoorbeeld ook de winstbelasting voor grote bedrijven gelijkstellen aan het laagste tarief voor de inkomstenbelasting op arbeid. Alkaya: ‘Beide stellen we op 36 procent. Dat betekent dat de winstbelasting met ruim tien procent omhoog zal moeten gaan. Daarmee kunnen we dan de belasting op arbeid verlagen. Dat doen we op zo’n manier dat de meeste mensen ervan profiteren. De laagste inkomens het meest, maar ook de middeninkomens gaan erop vooruit. Alleen de hoogste inkomens leveren iets in.
Dat komt omdat zij een relatief groot deel van hun inkomen uit andere zaken dan arbeid halen.’
Een ander belangrijk voorstel van de SP om tot een eerlijker belastingstelsel te komen, is de aanpak van belastingontwijking via box 2. Box 2 is eigenlijk bedoeld voor ondernemers die directeur zijn van een bedrijf en tegelijkertijd grootaandeelhouder. Maar in de praktijk wordt deze box vaak misbruikt door mensen met veel spaargeld of beleggingsvermogen. Zij hebben alleen op papier een bedrijf om zo vermogensbelasting te ontwijken. De SP wil daar met een voorheffing een einde aan maken. Alkaya: ‘Je betaalt simpelweg belasting tot het moment dat je jezelf winst uitkeert uit je bedrijf. Dan wordt het verrekend.’
Voorstellen als deze moeten ervoor zorgen dat de ongelijkheid tussen werkende en vermogende mensen kleiner wordt. Alkaya: ‘Uiteindelijk moeten we toe naar een systeem waarbij je voor alle inkomsten uit arbeid of vermogen ongeveer dezelfde belasting betaalt.’