Deze Europese steden geven het goede voorbeeld

Foto: Leonhard Lenz / Wikimedia

Berlijn bevriest huren

Na de val van de Muur in 1989 waren er in Berlijn veel meer huizen dan bewoners. Rond de eeuwwisseling stonden er bijvoorbeeld nog zo’n 100 duizend woningen leeg. Om de door de Duitse eenwording en politiek wanbeleid ontstane miljardenschuld terug te brengen, verkocht het stadsbestuur op grote schaal gemeentelijke grond en vastgoed aan commerciële partijen. Ook nieuwbouw werd bijna volledig aan de vrije markt overgelaten. Aanvankelijk bleven de huren laag, maar dat veranderde ongeveer tien jaar geleden, toen er steeds meer mensen naar de stad trokken. De woningnood nam toe en de huren schoten omhoog. In sommige buurten van Berlijn zijn de huren in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. Aangezien zo’n 85 procent van de Berlijners huurt, ging dit de meeste inwoners aan. Ook omdat de lonen er gemiddeld lager liggen dan in steden als Hamburg, Frankfurt en München, dreigt wonen voor steeds meer huurders en woningzoekenden onbetaalbaar te worden. Voor veel inwoners was de maat vol. Tienduizenden mensen gingen vorig jaar de straat op om te demonstreren tegen de ‘Huurwaanzin’. De woede richtte zich vooral tegen de grote vastgoedbedrijven, zoals Deutsche Wohnen, dat alleen al meer dan 100 duizend woningen in zijn bezit heeft. Onder druk van de aanhoudende protesten, besloot het linkse stadsbestuur de huren van zo’n 1,5 miljoen woningen voor de komende vijf jaar te bevriezen en een huurplafond in te stellen. Bovendien tekenden tienduizenden Berlijners een petitie voor een referendum over onteigening van vastgoedpartijen die meer dan 3.000 woningen bezitten. Of deze onteigening doorgaat valt nog te bezien, maar het toont wel aan dat het de Berlijners menens is. Maar met alleen lagere huren en het onteigenen van vastgoedbedrijven, los je de woon­crisis nog niet op. Daarvoor zullen er de komende jaren echt tienduizenden betaalbare woningen bij moeten komen in Berlijn.

 

Foto: Bwag / Wikipedia

Gemengde wijken in Wenen

Wenen kent een lange volkshuis­vestingstraditie. Die begon in de jaren na de Eerste Wereldoorlog toen de sociaaldemocraten in de Oostenrijkse hoofdstad aan de macht kwamen. In de periode 1919-1934 werden er in het ‘Rode Wenen’ zo’n 60 duizend gemeentelijke huurwoningen gebouwd, tot de machtsovername door de fascisten. Na de Tweede Wereldoorlog gingen de sociaaldemocraten onverminderd door met het bouwen van mooie en betaalbare woningen. Tot op de dag van vandaag. Met als resultaat dat er nu ongeveer 220 duizend gemeentelijke huurwoningen zijn; een kwart van de totale woningvoorraad in Wenen. Anders dan in Nederland, is het in Wenen ook voor mensen met een middeninkomen mogelijk om een sociale huurwoning te bemachtigen. Daardoor leven verschillende inkomensgroepen naast elkaar in dezelfde betaalbare en kwalitatief goede woningen. En deze woningen vind je ook in de populaire, toeristische buurten. De huurprijzen liggen gemiddeld tussen de 300 en 750 euro, variërend van een studio tot een vierkamer appartement. Bijkomend voordeel van de grote gereguleerde huursector in Wenen (waarin 60 procent van de Weners woonachtig is), is dat de huren in de private sector ook lager zijn. Volgens een studie van Deloitte ligt de gemiddelde huurprijs in Wenen op 9,8 euro per vierkante meter, tegen 20,1 euro in Londen en 27,8 euro in Parijs. Dat Wenen de huisvesting altijd in eigen beheer heeft gehouden, waardoor de huren relatief laag zijn gebleven, is een belangrijke reden waarom Wenen door adviesbureau Mercer voor het tiende jaar op rij tot meest leefbare stad in de wereld is uitgeroepen.

Foto: Dennis Trevison / Pixabay

Lissabon koopt Airbnb-panden op voor sociale huur

In de periode 2010-2014 bevond Portugal zich in een diepe financiële crisis. In ruil voor Europese miljardenleningen, moest het land keihard bezuinigen op de overheidsuitgaven en moest het de deur openzetten voor buitenlands kapitaal. Zo kwam er een programma om buitenlandse beleggers te lokken om in de Portugese huizenmarkt te investeren. Als je als niet-Europeaan ten minste 500 duizend euro in wooneigendom investeert, krijg je een verblijfsvergunning. Het moet gezegd worden dat veel woningen in Portugese steden, zoals Lissabon en Porto, in zeer slechte staat verkeerden. Dus dat panden werden opgeknapt, was op zichzelf niet verkeerd. Probleem was alleen dat ze vervolgens permanent verhuurd werden aan toeristen via platforms als Airbnb. Voor Lissabon betekende deze speculatie met vastgoed dat complete woonbuurten door toerisme werden overgenomen en huizen in de binnenstad onbetaalbaar werden voor mensen met een lager inkomen. De toch al bestaande sociale ongelijkheid in de stad tussen centrum en buitenwijken werd zo verder vergroot. Sinds het uitbreken van de coronacrisis, is het toerisme in Lissabon echter dramatisch terug­gelopen. Volgens het Portugese CBS was het aantal toeristen in de stad in de maand mei 95 procent lager dan een jaar eerder en waren de inkomsten uit toerisme met 97 procent gedaald. Het stadsbestuur van Lissabon is daarom met een plan gekomen om aan de ene kant de huiseigenaren tegemoet te komen die nu met leegstaande panden zitten en aan de andere kant jongvolwassenen en families met een laag inkomen de kans te geven op een betaalbare huurwoning in de stad. Het idee is dat de deelnemende huiseigenaren hun woning aan de stad verhuren voor ten minste vijf jaar. De stad zorgt dan voor de huurders, die afhankelijk
van de grootte van de woning een gemaximeerde huurprijs betalen. Tot nog toe is de animo onder huiseigenaren niet heel groot, maar dat zou zomaar kunnen veranderen als de coronacrisis langer aanhoudt en toeristen wegblijven