Belastingontwijking vergroot kloof tussen arm en rijk
Nederland staat bekend als belastingparadijs voor grote internationale bedrijven. Decennialang is het multinationals op vele manieren mogelijk gemaakt om belasting te ontwijken. Ons land ging zo de concurrentie aan met andere landen, die maakte dat zowel hier als elders de belastingdruk is verschoven van grote bedrijven en rijke individuen naar mensen met een laag of gemiddeld inkomen.
Tekst: Esmé Berkhout
Er is de laatste jaren veel ophef geweest over belastingontwijking en over de rol van belastingparadijzen als Nederland. Zowel rijke als arme landen verliezen jaarlijks miljarden aan inkomsten en dit is niet te verteren voor burgers die het contrast zien tussen extreme rijkdom van een kleine elite en hun eigen gebrek aan toegang tot gezondheidszorg of kwalitatief goed onderwijs. Terwijl wereldwijd armoede de afgelopen 25 jaar gelukkig enorm is gedaald, is extreme ongelijkheid toegenomen. En deze extreme ongelijkheid belemmert de verdere terugdringing van extreme armoede. Volgens de meest recente cijfers hadden vorig jaar 42 mensen evenveel vermogen als de armste helft van de wereld. Armoede is een gevolg van de ongelijke verdeling van macht en invloed. Grote bedrijven en extreem rijken gebruiken hun invloed om de regels naar hun hand te zetten. Extreme ongelijkheid draagt ook bij aan sociale problemen en instabiliteit in landen. Eerlijke belastingen spelen een cruciale rol bij het terugdringen van ongelijkheid.
Informatie en machtsongelijkheid
Doordat via klokkenluiders en journalisten naar buiten is gekomen hoe grote bedrijven en rijke individuen belasting ontwijken of ontduiken door gebruik te maken van landen als Luxemburg, Panama, Bermuda en Nederland konden overheden de noodzaak voor maatregelen niet verder ontkennen. De rol van Nederland als belastingparadijs is zowel vanuit het maatschappelijk middenveld als door wetenschappers regelmatig onderzocht en beschreven. En door gebruik te maken van de Wet Openbaarheid Bestuur is daarbij duidelijker geworden waardoor Nederland een belastingparadijs is, vooral voor internationale bedrijven: werkgeversclubs en belastingadvieskantoren hebben enorm veel invloed op de politiek. Geredeneerd vanuit hun belangen (of die van hun cliënten) is het verhaal dat Nederland, door belastingconcurrentie aan te gaan met andere landen, investeringen en werkgelegenheid aan zal trekken. Dit is door verschillende kabinetten met gebrekkige (cijfermatige) onderbouwing als waarheid aangenomen en leidt tot op de dag van vandaag tot problematische belastingregels.
Zo behoudt Nederland de innovatiebox, terwijl uit evaluaties is gebleken dat er veel betere manieren zijn om innovatie te stimuleren. De innovatiebox kost Nederland jaarlijks honderden miljoenen en is er vooral omdat steeds meer andere landen ook iets dergelijks bieden aan grote bedrijven. Ook wil dit kabinet nog niet de zaag zetten in schadelijke belastingafspraken met bedrijven: bepaalde ‘rulings’ waarmee bedrijven belasting kunnen ontwijken. Sommige Nederlandse belastingafspraken met bedrijven bieden meer ruimte voor misbruik dan in veel andere landen mogelijk is. Dit komt ook door het gebrek aan transparantie. Waar België bijvoorbeeld alle belastingafspraken geanonimiseerd openbaar maakt, is Nederland nog steeds niet bereid verder te gaan dan het delen van inhoud met andere landen.
Niet alleen vanuit de overheid zou er meer informatie publiek beschikbaar gemaakt moeten worden; van bedrijven zou dit ook geëist moeten worden. Zo hoeven bedrijven nog steeds hun gegevens niet openbaar te maken over activiteiten en belastingafdracht per land en wereldwijd. Hierdoor blijft het gissen waarom enorm veel winst genoteerd staat in belastingparadijzen en zijn burgers te weinig in staat overheden en grote bedrijven ter verantwoording te roepen. Positief is dat Nederland een van de landen is die vinden dat er een Europese afspraak moet komen voor deze publieke transparantie.
Internationale samenwerking tegen extreme ongelijkheid in plaats van concurrentie
In plaats van de concurrentie met andere landen nog verder aan te gaan zou Nederland juist maatregelen moeten steunen om die tegen te gaan. Het huidige kabinet erkent dat er een risico is op een ‘race naar de bodem’ door de concurrentie tussen landen. Het risico is dat bedrijven steeds minder belasting over hun winsten hoeven te betalen en dat zo de belastingdruk verder verschuift naar mensen met een laag of gemiddeld inkomen.
Volgens cijfers van het KPMG uit 2018 lag in 1990 het gemiddelde winstbelastingtarief in rijke OESO-landen op ongeveer 40 procent en was dit in 2000 gedaald naar 32 en in 2017 naar 24,7 procent. De Financial Times berichtte recent dat het belastingtarief dat multinationals effectief betalen (na gebruikmaking van verschillende belastingkortingen of ontwijkingsconstructies) is gedaald van 35 procent in de jaren negentig naar 20 procent of minder in 2016.
Het huidige kabinet heeft een aantal positieve voornemers om belastingontwijking naar (andere) belastingparadijzen tegen te gaan, maar veel plannen moeten nog concreet uitgewerkt worden. Tegelijkertijd is dit kabinet van plan de dividendbelasting af te schaffen, waardoor – volgens analyse van het ministerie van Financiën – Nederland het risico loopt vaker gebruikt te worden in internationale belastingontwijkingsconstructies van grote bedrijven. Bovendien kost het Nederland 1,4 miljard euro [zelfs 1,6 miljard volgens de nieuwste cijfers van het ministerie van Financiën, red.], zonder bewijs of zelfs maar overtuigende theorie dat dit gecompenseerd zal worden door toenemende investeringen en werkgelegenheid in Nederland. Wederom volgen deze plannen op een effectieve lobby vanuit grote bedrijven voor deze afschaffing. In een recent interview in NRC Handelsblad gaf staatssecretaris Snel aan dat “je moet geloven in de maatregel of niet”. De komende tijd zullen verschillende organisaties, waaronder de maatschappelijke organisaties die verenigd zijn in Tax Justice Nederland, actie voeren om de dividendbelasting te behouden.
Het verbeteren van nationale en internationale belastingsystemen is van groot belang, vooral ook voor ontwikkelingslanden. Volgens het IMF halen lage- en midden inkomenslanden gemiddeld zo’n 16 procent van hun inkomsten uit de winstbelasting. Ze hebben vaak ook een hoger belastingtarief, vergeleken met rijkere landen. Terwijl deze landen de inkomsten uit de winstbelasting niet kunnen missen, is het voor veel bedrijven dus heel aantrekkelijk om te kijken of een deel van de winst gerapporteerd kan worden in landen waar het belastingtarief aanzienlijk lager is; en belasting te ontwijken in ontwikkelingslanden. En te vaak bieden ook ontwikkelingslanden belastingvoordelen aan bedrijven zonder dat daar een goede onderbouwing voor is. Te vaak is daarover te weinig transparantie richting bijvoorbeeld parlementen en publiek.
Positief is wel dat er steeds meer overeenstemming is tussen overheden, ngo’s en ook bedrijven dat dit anders moet. Zo zijn Britse ngo’s, waaronder Oxfam, en vertegenwoordigers van 190.000 Britse bedrijven recent tot een gezamenlijke aanbeveling gekomen ten aanzien van belastingvoordelen in ontwikkelingslanden: deze zouden alleen verstrekt moeten worden na een transparante procedure en op basis van een ‘evidence-based’ (op feiten gebaseerde, –red.) beoordeling van de te verwachten economische en sociale gevolgen.
Het risico op belastingontwijking uit ontwikkelingslanden en de gevolgen van concurrentie tussen landen met verschillende belastingvoordelen maakt internationale samenwerking tegen de race naar de bodem zeer noodzakelijk. Landen zouden meer overeenstemming moeten bereiken over waar de winst belast zou mogen worden – ook meer in het belang van ontwikkelingslanden, waar vaak niet de hoofdkantoren zitten van bedrijven die er actief zijn. En er zou meer samengewerkt moeten worden op regionaal en mondiaal niveau om te komen tot minimale effectieve tarieven voor winstbelasting. Hiervoor is het nodig dat er een grondig debat wordt gevoerd over de wenselijkheid van belastingconcurrentie tussen landen. En dan niet alleen met betrekking tot winstbelasting voor bedrijven, maar ook wat betreft het belasten van vermogens van extreem rijken. Ook voor de extreem rijken laten landen namelijk nog steeds te veel mogelijkheden open vermogens onbelast in belastingparadijzen te parkeren.
Esmé Berkhout is belastingdeskundige bij Oxfam Novib en zet zich als beleidsadviseur in voor eerlijke belastingen wereldwijd.
Spanning juni 2018: Verdeel en heers
- Er is meer waarde dan de marktprijs
- Mensen, marktwaarde en mobiliteit
- Belastingontwijking vergroot kloof tussen arm en rijk
- Op naar een klassenloze maatschappij
- Wolfgang Streeck: ‘Democratie en kapitalisme zijn continu in conflict’
- Anja Vink: 'Den Haag heeft hetzelfde segregatieniveau als Chicago'
- Narcostaat Nederland?
- De participatiesamenleving als schaamlap voor sociale kaalslag
- Dirk de Wachter: ‘Mensen willen dat hun leven betekenis heeft’
- ‘We zijn geen katten’