7. Een land om in te wonen
- We maken een einde aan de woningnood. Een ministerie van wonen krijgt regie over de huisvesting en maakt een nationaal bouwplan voor de bouw van duurzame en betaalbare woningen. Dit wordt niet meer overgelaten aan de markt. Speculanten en investeerders die volkshuisvesting blijven zien als een middel om rijk te worden, pakken we harder aan. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om vastgoedbazen te onteigenen bij langdurige leegstand. Op deze manier maken we woonruimte voor jongeren en starters en voor mensen met een beperking.
- Ieder mens heeft recht op een betaalbaar huis. Dat moeten we dan ook mogelijk maken. De overheid maakt het makkelijker om andere woonvormen toe te staan. De huren gaan de komende jaren niet omhoog, maar juist omlaag. Dat geldt ook voor de zogenaamde geliberaliseerde huren. We verbieden verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties en stellen bij alle grote nieuwbouwprojecten eisen voor de bouw van betaalbare huurwoningen. Om de huurders minder afhankelijk te maken van de markt voeren we voor alle soorten woningen een maximale huurprijs in.
- De woningcorporaties worden verenigingen, zonder een winstoogmerk, waar de huurders het voor het zeggen hebben. Zij gaan samen democratisch bepalen waaraan de opbrengsten van de huur het best kunnen worden besteed. De vennootschapsbelasting voor woningcorporaties schaffen we af. Die wordt omgezet in een investeringsplicht voor de bouw van huizen, het onderhoud en de verduurzaming van oudere woningen en het bouwen van nieuwe voorzieningen in buurten.
- Huizen zijn er voor mensen om in te wonen en niet voor huisjesmelkers of speculanten om rijk mee te worden. Het beleggen in vastgoed pakken we aan door een ‘woonplicht’ in te voeren bij alle woningen (zodat je ook echt in een huis moet gaan wonen) en hogere overdrachtsbelasting vanaf het tweede huis. Mede door speculatie met grondprijzen is de grond veel te duur geworden. We stellen daarom voorwaarden aan ontwikkelaars die grond willen kopen om te bouwen. Het verbod op kraken heffen we op.
- De hypotheekrenteaftrek moet er zijn om een huis te kunnen kopen, en niet een ‘villasubsidie’ zijn voor de rijken. Voor huizen met een aankoopwaarde tot de nationale hypotheekgarantie (momenteel 405 duizend euro) laten wij alles hetzelfde, zodat het kopen van een woning om zelf in te wonen aantrekkelijk blijft en de kosten voor het merendeel van de bevolking niet zullen stijgen. Daarboven schaffen we deze renteaftrek af.
- Kinderen moeten buiten kunnen spelen, dat is van belang voor hun fysieke en hun sociale ontwikkeling. Het kan ook bijdragen aan het beperken van overgewicht. Bij de inrichting van buurten moet veel meer rekening worden gehouden met mogelijkheden voor kinderen om te spelen en te sporten. Dat moet ook mogelijk zijn voor kinderen met een handicap. Jongeren hebben recht op een eigen plek, ook om rond te hangen. We gaan investeren in het buurtwerk en in buurtcentra.
- Na jarenlang neoliberaal woonbeleid is in ons land het aantal mensen zonder dak boven het hoofd verdubbeld. We stoppen met het op straat zetten van mensen met een huurschuld en helpen hen met schuldsanering. Gemeenten maken in samenwerking met het Rijk een sluitend vangnet voor de opvang van dak- en thuislozen en plekken voor begeleid wonen. Met de woningcorporaties maken we afspraken voor een snelle doorstroming van dakloze mensen naar mogelijke vormen van zelfstandig wonen.
- Wij gaan met een oorlogsaanpak de energierekening van huishoudens structureel verlagen. Dit doen wij met een isoleringsoffensief, het collectief plaatsen van zonnepanelen op huurwoningen, en beter onderhoud van woningen. Zo verlagen wij de energiekosten en pakken wij de stijgende woonlasten aan. Energievoorziening is een publieke taak, die dan ook in publieke handen moet zijn. Zo houden we gas en elektriciteit betaalbaar en voorkomen we dat duurzaamheid een luxe wordt. We helpen woningeigenaren bij het vervangen van asbestdaken en het tegelijk leggen van zonnepanelen. De salderingsregeling houden we in stand, het elektriciteitsnet breiden we uit.
- Groningen is gebruikt als een wingewest. De overheid heeft ruim 400 miljard euro verdiend aan de gaswinning, maar zelfs een parlementaire enquête heeft het kabinet niet kunnen dwingen om gedupeerden snel te helpen, die al zo lang wachten op schadeherstel en versterking van hun onveilige huis. Terwijl de Groningers niet worden geholpen, verdwijnen er honderden miljoenen in de zakken van consultants en bureaucraten. We stellen het vertrouwen in de Groningers voorop. De overheid stopt met het wantrouwen en gaat gedupeerden direct helpen.
- De verschillen tussen de regio’s in ons land zijn te groot geworden door de politieke keuzes die de laatste decennia in Den Haag zijn gemaakt. De leefbaarheid en bereikbaarheid in gebieden buiten de grote steden staan onder druk door het verdwijnen van voorzieningen en te weinig investeringen in infrastructuur. Wij respecteren dat er regionale, sociale en culturele verschillen zijn binnen ons land, maar willen de economische verschillen en de verschillen in voorzieningen verkleinen. De overheid geeft hier invulling aan door een regionaal spreidingsbeleid van overheidsinstanties en een nieuwe industriepolitiek. Lokale bestuurders krijgen ook meer ruimte om eigen beleid te maken voor de aanpak van lokale problemen.
Nog niet gevonden wat je zocht?
Naast ons beknopte verkiezingsprogramma hebben we nog veel meer standpunten.