publicatie

Tribune 12/2002 Deense ouderen verkassen niet meer op hun oude dag

Tribune 13 december 2002

Deense ouderen verkassen niet meer op hun oude dag

Het is er nog net geen bedevaartsoord, maar veel gekker moet het niet worden in Oentsjerk. Wekelijks trekt het plaatsje op het Friese platteland, in de streek de Trynwâlden, vele belangstellenden. Geen spontaan huilende Maria's, geen helend water; de touringcars brengen uitsluitend belangstellenden naar een nieuw soort ouderenzorg. Want in Oentsjerk, ergens tussen Dokkum en Leeuwarden lijkt het fenomeen verzorgingstehuis definitief verleden tijd.

Het voormalige rusthuis Heemstra State heeft plaats gemaakt voor een idee. Het idee dat ouderen zelfstandig moeten kunnen blijven wonen, ook als ze niet helemaal meer in staat zijn om hun huis op orde te houden of een beginnende vorm van dementie hebben. Het nieuwe Heemstra maakt dat mogelijk. Centraal staat het dienstencentrum, voor wie behoefte heeft aan medische hulp of aan gezelligheid. In het centrum hebben een paar huisartsen hun praktijk, net als diverse therapeuten. Er is een apotheek, een klein ziekenzaaltje voor mensen die moeten revalideren, een recreatieruimte en restaurants. Maar ook een kinderdagverblijf en een peuterspeelzaal. Het dienstencentrum ligt onder twee splinternieuwe wooncomplexen. Ook hier lijkt zich een revolutie voltrokken te hebben; gewaagde kleuren en designlampen en overal bijzonder meubilair.

Bedenker en inmiddels directeur van dit bijzondere experiment is Foeke de Jong. Na een studie bouwkunde en diverse opleidingen verpleegkunde werkte hij in diverse verzorgingsoorden. Halverwege de jaren tachtig werd zijn aandacht getrokken door de manier waarop men in Scandinavië de zaken aanpakte. Terwijl in Nederland het 'instellingsdenken' pas de laatste jaren op de helling staat, is decentralisatie in de ouderenzorg in Denemarken al jaren geleden doorgevoerd, met positieve effecten. 'Mensen moeten in principe zelfstandig kunnen wonen tot hun dood. Ouderen en hun directe omgeving, dorpen en steden, moeten weer vitaal worden.'

Ook Agnes Kant, Tweede-Kamerlid voor de SP is enthousiast over het 'Deense model' waarop De Jong zijn ideeën voor Oentsjerk baseerde. 'Een organisatorisch verschil met Nederland is dat in Denemarken de ouderenzorg, welzijn en volkshuisvesting geheel onder de lokale verantwoordelijkheid vallen. Maar het grote en meest wezenlijke verschil zit 'm in de benadering van en het respect voor ouderen en het ouder worden,' zegt Kant.

Deens model

Kort geleden ging ze zelf polshoogte nemen in Denemarken. Agnes Kant: 'Een prachtig voorbeeld is Home Care Kopenhagen. Daaruit blijkt ook dat het systeem ook op stedelijk niveau goed uit te voeren is. Want ook in de grote steden zijn de verantwoordelijkheden weer uitgesplitst en werkt men veel op wijkniveau. In Kopenhagen heeft men de zorggebieden verdeeld in west, zuid en noord. In die gebieden werken verschillende teams. Zo is er een team voor verpleegkundige verzorging, een huishoudelijk team, een administratief team en een avondteam. Alleen al in Kopenhagen zijn elf bureaus, verdeeld over de drie districten, die zich bezig houden met zorgindicatie. Ze zijn klein, alles is er te krijgen op het gebied van ouderenzorg en de toegang is zeer laagdrempelig. Verpleegkundigen besluiten welke zorg iemand nodig heeft en alle besluiten worden genomen daar waar de mensen zijn.' Het grote verschil met de bureaucratische indicatieorganen in Nederland is dat de zorg in Denemarken veel dichter bij de mensen staat. Het uitgangspunt is heel nadrukkelijk 'wat hebben de mensen nodig'.

De grote omslag in Denemarken kwam in de jaren tachtig. Tot die tijd werkte alles, net als nu nog in Nederland, volgens het intramurale zorgsysteem. Bewoners van een verzorgingshuis stonden alles af, met uitzondering van zak- en kleedgeld voor zichzelf. Weliswaar kende het Deense model geen meerpersoonskamers zoals in Nederland, maar de kamertjes waren klein en de privacy was gering. 'En daar zit nou het grote verschil met de Nederlandse manier van benaderen. Ook hier wordt gewerkt aan het laten verdwijnen van die zalen met meerdere mensen, hoewel dat toch nog te sporadisch is. Maar in Denemarken hebben ze revolutionair gekozen voor een andere en vooral betere weg,' vertelt Agnes Kant.

Die revolutie zat 'm in de Wet op de Ouderenhuisvesting, die in 1987 werd uitgevaardigd. Vanaf dat jaar mochten er doodeenvoudig geen tehuizen meer gebouwd worden, alleen nog zelfstandige ouderenwoningen. Ouderen in Denemarken hebben nu de vrije keus tussen individuele thuiszorg en zorg in een wooncomplex. De wet had succes; in de eerste tien jaar na invoering verdween een kwart van de intramurale capaciteit. Agnes Kant: 'Het is geen platte theorie, maar werkelijk waarneembaar. Ouderen blijven nu zolang mogelijk in hun eigen flat wonen. Zolang een ouder iemand tussen de verzorgingsmomenten door, zichzelf nog kan redden is het uitgangspunt zelfstandigheid. Natuurlijk kan mensen geadviseerd worden om te verhuizen, maar dan gaan ze veelal naar een andere woning in hun eigen wijk om de zorg makkelijker te maken. De onmenselijke situatie dat ouderen in hun laatste levensjaren nog moeten verkassen van aanleunwoning naar verzorgingstehuis en uiteindelijk verpleegtehuis, kennen ze daar niet.'

Recht op zorg

Karin Naldahl werkt als projectleider met dementerende ouderen in Aarhus Caritas. Ze vertelt: 'De problematiek van dementerende ouderen in Nederland en Denemarken is dezelfde. Het grote verschil zit in de benadering; ligt de nadruk op behandeling of bied je de mensen de maximale zorg, zodat ze zo lang mogelijk thuis kunnen wonen' . Het antwoord hierop is te vinden in de cijfers. Aarhus heeft 300.000 inwoners en bij 1700 mensen is dementie gediagnosticeerd. Ongeveer 110 mensen zijn opgenomen in een instelling. 'Wij hebben er voor gekozen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Mensen krijgen hulp op verschillende manieren; thuis of dagopvang. Of deze zorg uiteindelijk moet veranderen wordt altijd besloten in overleg met de familie, zij geven de grens aan. Wij kunnen als professionele hulpverleners adviezen geven en andere zorgvormen aanbieden, maar we nemen niet de eindbeslissing. Vaak is het zo dat een dementerende pas naar een verpleeghuis gaat als er sprake is van ernstige gedragsproblemen. In zo'n situatie is het voorwaarde dat binnen een periode van drie maanden voor plaatsing gezorgd wordt. Maar ook in het verpleeghuis heeft iedere oudere zijn eigen kamer met douche en toilet,' aldus Karin.

Agnes Kant: 'Een verpleeghuis kan je het eigenlijk niet noemen. Of het moet zijn dat bedoeld wordt dat mensen bij elkaar wonen en dat deze mensen in staat worden gesteld om zo de juiste specifieke zorg te ontvangen. Veel minder dan bij ons wordt bij de zorgindicatie geleund op de mantelzorg. Het Deense systeem zegt dat iedereen recht heeft op professionele thuiszorg. Dat kan natuurlijk alleen als deze zorg er ook echt is, en die is er ook! Het wijkgebonden karakter geeft alles ook een veel menselijker tintje. Denk je hulp nodig te hebben, dan komt de wijkzuster bij je langs en samen met haar wordt gekeken waar je zelf nog toe in staat bent. Daarbij komt dat iedere zeventiger bezoek krijgt van zo'n wijkzuster.'

Vooralsnog moet Nederland het doen met positieve uitzonderingen zoals in Oentsjerk. Nog steeds grijpen directies van verpleeghuizen en zorgcentra bij een noodzakelijke verbouwing terug op andere oplossingen. Zoals bij geriatrisch verpleeghuis Stadzicht in Rotterdam. Enkele jaren geleden moest een groot deel van de bewoners verhuizen naar tijdelijke woningen aan de andere kant van de stad. De situatie bij Stadzicht was niet meer van deze tijd; meerpersoonszalen en een sterk verouderde inrichting. De directie besloot tot een ingrijpende verbouwing. Kort geleden moesten de uitgeplaatste demente ouderen voor de tweede keer in korte tijd verhuizen. In alle lokale media werd aandacht besteed aan dit logistieke hoogstandje. Tot en met de directeur die trots meldde dat Stadzicht eindelijk weer voldeed aande eisen van deze tijd.

Agnes Kant: 'Zolang we het Deense systeem van lokale verantwoordelijkheid en mogelijkheden hier niet hebben, zijn dergelijke verbouwingen natuurlijk fantastisch, vooral voor de bewoners, maar ook voor het personeel en de familie. Ik heb ook het grootst mogelijke respect voor iedereen die werkt in verzorgingstehuizen of verpleeghuizen en ik zal blijven knokken om de situatie in deze sector te verbeteren. Maar anderzijds getuigt deze benadering, het wegstoppen van mensen, van weinig respect voor ouderen. Daarom zal ook hier de discussie op gang moeten komen of we op de juiste weg zijn. Ik ben in Oentsjerk en in Denemarken geweest en ik heb gezien hoe het anders kan, veel beter!'

Inhoud

  • Column van Jan Marijnissen: Samen de drempel over naar 2003
  • Marian de Vroomen, één van de 35.211
  • Op 23 november 2002 hield de SP haar verkiezingscongres, stelde het programma en de kandidatenlijst vast, kortom, op die dag kwam de SP op volle oorlogssterkte
  • Koffieboeren over de hele wereld gaan gebukt onder steeds dalende koffieprijzen. Daarom startte de NOVIB de Make Trade Fair campagne. Een verhaal over koffie met een bittere nasmaak.
  • Agnes Kant was kortgeleden op werkbezoek in Denemarken om met eigen ogen het Deens Zorgsysteem te zien. Deens ouderen verkassen niet meer op hun oude dag!
  • Sinds enige tijd toert de musical The Blues Brothers door ons land. De rollen van Jake en Elwood wordten vertolkt door Frans van Deursen en Bob Fosko. Een interview met deze twee artistieke veelvraten.