SP en D66 dienen initiatiefwet kleinere klassen in
Vandaag dienen SP en D66 een gezamenlijke initiatiefwet in om de klassen in het basisonderwijs te verkleinen. Op dit moment telt één op de elf klassen 30 leerlingen of meer. Als het aan SP en D66 ligt dan wordt per direct een einde gemaakt aan klassen van 30 of meer leerlingen. Op termijn moet elke school een gemiddelde klassengrootte van 23 leerlingen per bevoegde leraar tellen.
Leerkrachten geven aan dat 29 leerlingen in een klas teveel is. Met 23 of 24 leerlingen per klas kunnen zij beter elke leerling de aandacht geven die hij of zij verdient. In de initiatiefwet stellen de partijen daarom voor om binnen zes jaar toe te werken naar een gemiddelde klassengrootte van 23 leerlingen op school- of locatieniveau. SP en D66 trekken 600 miljoen euro uit om de klassen in het basisonderwijs te verkleinen.
SP-leider Emile Roemer: ‘Een kleinere klas is beter voor kinderen. Meer aandacht leidt tot betere prestaties. Een kleinere klas is ook beter voor de docent omdat de werkdruk omlaag gaat. Je kunt dan eindelijk doen wat iedere docent wil: kinderen voldoende aandacht geven.’
D66-leider Alexander Pechtold: ‘D66 vindt dat kinderen recht hebben op het beste onderwijs. De Nederlandse klassen zitten nu soms propvol. Daar moet snel een einde aan komen. In kleinere klassen kan de leraar ieder kind de aandacht geven die hij of zij verdient. Nu investeren in beter onderwijs en kleinere klassen is een investering in onze toekomst. Dat betaalt zich uiteindelijk dubbel en dwars terug.’
Als de wet wordt aangenomen door de Tweede- en Eerste Kamer zijn scholen met meer dan 30 leerlingen in een klas - of op termijn gemiddeld meer dan 23 leerlingen in een klas – verleden tijd. Als de klassen op een school te groot zijn, dan kan de onderwijsinspectie in gesprek met de school. Als het scholen niet lukt om de klassen te verkleinen dan kan een beroep worden gedaan op het kleine klassenfonds van 600 miljoen euro.