‘Hoe durven ze bij de SP!’
Aan het einde van 2014 is eindelijk het debat losgebroken over de te grote verschillen in Nederland. SP-leider Emile Roemer blikt terug op het politiek jaar 2014 en heeft zin in 2015: ‘Een samenleving met kleinere verschillen is voor iedereen beter.’
Hoe kijk je terug op 2014?
‘Afgelopen jaar was voor de SP het jaar van twee fantastische verkiezingen. De gemeenteraadsverkiezingen waren voor ons de beste ooit. Niet alleen deden we in meer plaatsen mee dan ooit, maar ook kregen we meer raadsleden dan ooit. En – minstens zo belangrijk – we hebben kunnen bewijzen dat we kunnen onderhandelen en het verschil kunnen maken in 44 plaatsen waar we in het college zitten. Het is tekenend dat we besturen in de grote steden zoals Utrecht, Amsterdam en Eindhoven. Ook een goed teken vond ik dat we in steden als Heerlen en Hengelo de beloning kregen voor betrouwbaar en herkenbaar besturen; we wonnen vaak als coalitiepartij.’
Leveren we niet te veel in door samen te werken met bijvoorbeeld de VVD?
‘We krijgen niet voor honderd procent onze zin. Maar we maken het verschil door op voor ons belangrijke onderwerpen veel binnen te halen. Voor onder meer de zorg, het armoedebeleid en de volkshuisvesting maakt het veel uit of de SP meebestuurt of niet. De kiezer weet dat de SP niet in een college gaat als er niet een goed programma ligt.’
Er waren ook Europese verkiezingen.
‘Ja, en ook daar haalden wij de beste uitslag ooit. En het was ook nog de eerste keer dat we de grootste partij op links waren. Ik heb dan ook erg veel zin in de volgende verkiezingen: de Provinciale Statenverkiezingen in maart.’
Waar gaan die verkiezingen over?
‘Die verkiezingen zijn natuurlijk gewoon landelijke verkiezingen; de nieuw gekozen Provinciale Statenleden kiezen de Eerste Kamer. De vijf coalitiepartijen – ik neem de drie gedoogpartijen er maar even bij – die hebben met één zetel een meerderheid in de senaat. Neem het leenstelsel, het schuldenstelsel moet je het noemen. Een verschrikkelijk slechte wet die jongeren diep in de schulden stort. Die gaat waarschijnlijk in de Eerste Kamer met één zeteltje meerderheid aangenomen worden. Of neem de Wet langdurige zorg, de afbraak van de Wmo, de Participatiewet; allemaal met een minimale meerderheid erdoor gejast. Daar kun je nu een streep door zetten. Als zij die meerderheid kwijtraken, dan zal het vanaf dan veel meer over links moeten gaan. Dan zal het veel meer op de sociale, menselijke toer moeten gaan.’
Zit er wat belangrijks aan te komen?
‘Nou, wat dacht je van het nieuwe belastingplan. Ik hoop dat we zo groot worden dat wij daar een belangrijke rol in kunnen spelen. Zodat het eindelijk een keer eerlijker kan. En dat het niet wéér zo gaat dat de miljonairs er met een dikke bonus vandoor gaan en dat Jan met de pet, die keihard werkt in de fabriek, in de wegenbouw of in de zorg, weer de rekening gepresenteerd krijgt.’
De verschillen in de samenleving; ben je tevreden dat het er eindelijk over gaat in Nederland?
‘Ja, maar ik ben pas tevreden als de uitkomst goed is. Alleen praten is niet genoeg. De mensen zijn op dit moment terecht heel erg boos. Om twee redenen. De meest vermogenden zijn er ook in de crisis weer miljarden op vooruit gegaan, terwijl de mensen die het minst verdienen juist steeds meer in de schulden zijn terechtgekomen; de koopkracht van de laagste inkomens is jaar in jaar uit omlaag gegaan. De tweede reden dat mensen boos zijn: de publieke sector wordt afgebroken en aan de markt overgelaten. Mensen zien dat steeds meer in handen komt van mensen die elkaar baantjes toebedelen en graaiers. We hebben net weer een parlementaire enquête gehad over de woningcorporaties; ons Tweede Kamerlid Farshad Bashir zat in de enquêtecommissie. Conclusie van het onderzoek: bestuurders hebben hun zakken gigantisch volgegraaid en de huurders moeten daarvoor betalen. De zorg wordt afgebroken, de sociale volkshuisvesting wordt afgebroken, de sociale zekerheid wordt afgebroken.’
Dus het gaat om geld?
‘Nee. Dit vind ik de kern van ons verhaal: mensen moeten de kans krijgen om wat van hun leven te maken. Iedereen is in eerste instantie zelf verantwoordelijk om wat van de toekomst te maken; mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen geluk. Maar dan moet je mensen niet de kansen daartoe ontnemen. Als studeren onbetaalbaar wordt, als de zorg te duur wordt, als het recht onbetaalbaar wordt, als het wonen te duur wordt, dan ontneem je mensen de kans, terwijl we een rijk land zijn. Er is genoeg voor iedereen, maar we verdelen het niet goed.’
Armoede is meer dan alleen gebrek aan geld.
‘Als je niet rond kunt komen, heeft dat verregaande consequenties. Mensen die structureel te weinig geld hebben, leven veel ongezonder, gaan eerder dood. Hoe hard wil je het hebben? Sociale contacten worden minder. Ik heb kinderen in de klas gehad die niet naar feestjes konden, want dan moet je andere kinderen ook weer terug-uitnodigen. Kinderen die zeggen dat ze geen vriendjes mee naar huis mogen nemen omdat ze dan kunnen zien hoe het er bij hen thuis voor staat. Dus het heeft een enorme impact op de sociale ontwikkeling van mensen. De politici van de regerings- en gedoogpartijen denken in bezuinigingen – wat het met mensen en met de samenleving doet is van later zorg. En dan krijgen we straks weer een paar parlementaire enquêtes en dan vragen we ons weer met zijn allen af hoe de politiek zo stom heeft kunnen zijn.’
Het moet dus veel gelijker?
‘Laten we eens beginnen met eerlijker belasten. Iedereen snapt dat het niet klopt dat als je een vermogen van meer dan een miljoen hebt, je nauwelijks belasting betaalt. Dat er instanties rapporten schrijven hoe multinationals slimmer belasting kunnen ontwijken. Hoe die multinationals de wereld rondtrekken om te kijken waar ze zich zoveel mogelijk kunnen onttrekken aan hun verplichting de samenleving te ondersteunen door belasting te betalen. Jij en ik moeten ook belasting betalen. De bakker op de hoek moet gewoon belasting betalen. Als hem dat een keer niet lukt, dan is hij zwaar de pineut. Maar de grote jongens komen er gewoon mee weg. Dat verschil is niet uit te leggen.’
Denk je dat er voldoende steun is voor eerlijker delen?
‘Zeker weten. Mensen zien wat er in de ouderenzorg gebeurt. Zij zien hoe mensen verstoken blijven van fatsoenlijke thuiszorg. Het kan niet meer. Er is een grens overschreden. Maar boosheid is niet genoeg. Mensen moeten ook weten dat het anders kan.’
Vakbonden willen ook wel die kant op.
‘We staan absoluut niet alleen. Het is nu aan ons om het voortouw te nemen en het af te dwingen. En ons niet meer te laten piepelen door de mensen die ons – terecht –als een bedreiging zien.’
Hoe pak je die ongelijkheid aan?
‘Het gaat om eerlijk werk, eerlijk loon, eerlijke belastingen, eerlijke toegang tot zorg en onderwijs en een eerlijke democratie waar mensen iets te zeggen hebben over hun werk en hun leefomgeving. Wat wij dus willen is zorgen dat de belasting eerlijk geheven wordt en dat niet door allerlei constructies degenen die er het beste voorstaan ook nog eens met de voordelen weglopen. Dat is één. En twee is dat we de publieke sector weer in publieke handen krijgen. Wil je een einde maken aan de marktwerking in de zorg? Dan moet je een einde maken aan de enorme machtspositie van de zorgverzekeraars. Dan moet je het lef hebben om tegen de mensen op de werkvloer te zeggen: in plaats van jou te wantrouwen, vertrouw ik je. Beste wijkverpleegkundige, leraar in de klas, agent: we vallen je niet meer lastig met managementlagen en formulieren. We maken de sector weer van de mensen die het werk doen, en niet van de honderden instanties die elkaar bezighouden en Nederland overladen met protocollen, keurmerken en allerlei andere bureaucratie. We maken de woningcorporaties weer van de huurders. Huurders moeten over de eigen woning kunnen gaan. We willen de economie democratiseren. Dan krijgen ondernemers en werknemers meer stem in het bedrijf en zijn ze niet meer afhankelijk van het korte-termijndenken van de machtige aandeelhouders. Dan zul je zien dat dat werkgelegenheid oplevert, dat je meer stabiliteit in het bedrijf krijgt en een hogere productiviteit omdat mensen over hun eigen werk gaan. En dan worden bedrijven niet meer ineens opgekocht en met schulden volgestopt zodat de aandeelhouders hun zakken kunnen vullen.’
Het gaat dus over macht.
‘Wie heeft het voor het zeggen? Een aantal onderdelen van de samenleving vinden wij zo belangrijk, dat we er zelf over moeten gaan. Samen. Als een bank te groot is om failliet te gaan, dan moet die niet van een paar mensen zijn. Als de gevolgen van het omvallen van zo’n bank voor iedereen enorm zijn, dan moeten we er ook met ons allen over gaan. Het is niet zo moeilijk, maar om er te komen is niet gemakkelijk. Want je komt aan de machtspositie van mensen. Al die clubjes die elkaar de baantjes toeschuiven, die staan niet te juichen bij deze ideeën.’
'Er is genoeg voor iedereen, maar we verdelen het niet goed'
Maar die worden toch ook beter van een eerlijker samenleving?
‘Een samenleving met kleinere verschillen is voor iédereen beter. In landen met kleine verschillen zijn de mensen gelukkiger, is de criminaliteit lager, zijn mensen gezonder en staat de economie er beter voor. Het gaat hier ook om de publieke moraal. Dat werd voor mij een paar weken geleden weer eens heel duidelijk: ik zat in een discussieprogramma met een mevrouw uit de thuiszorg. Zij vertelt dat ze 20 procent van haar salaris moet inleveren in vier maanden tijd. En dat salaris is al niet veel. In diezelfde week is er een hoorzitting in de Tweede Kamer van bestuurders in de zorg, die komen mopperen dat de nieuwe norm – 178.000 euro – te laag is. En de zorgbestuurders die nu meer verdienen, die krijgen zeven jaar de tijd om terug te gaan naar die norm. En diezelfde bestuurders besluiten wel dat de thuiszorgmedewerker in vier maanden tijd van een al veel te laag salaris nog eens 20 procent moeten inleveren. Dat is de discussie over publieke moraal en ongelijkheid in een notendop, wat mij betreft.’
In die discussie wordt de SP graag weggezet als ongeïnformeerd, ‘gemakkelijk roepen’.
‘Het ergert andere partijen dat de SP steeds in een vroeg stadium haarscherp analyseert waar het beleid naartoe gaat. Zij bedenken beleid op tekentafels. Ze hebben amper contact met de mensen om wie het gaat. En te vaak hebben de politici die deze keuzes maken er zelf voordeel bij – meteen al, of direct na hun politieke carrière. Ze willen het dus niet horen. Maar de SP hoeft zich niet te laten aanpraten dat we het niet scherp zien. Pak een willekeurig onderwerp en lees wat de SP daar jaren geleden over zei. Reden te meer om te zeggen: de SP moet het maar eens gaan doen. We hebben de goede ideeën. Het plan van Renske om de zorgverzekeraars af te schaffen en één solidair systeem op te zetten wordt breed gesteund in de samenleving. De VVD was boos: een voorstel dat én de premies verlaagt én de marktwerking uit de zorg sloopt; hoe durven ze bij de SP?!’
Gaan we dat meer horen in 2015?
‘Wel als het aan mij ligt! Het wordt een heel mooi jaar. Met fantastische Provinciale Statenverkiezingen en een campagne waarin het zal gaan over eerlijker delen. Waarin mensen met ons de strijd verder oppakken voor een een menselijker samenleving. De strijd gaat langzaam, zeker voor mensen die zien wat de afbraak van de samenleving met mensen doet. Maar net zoals verkiezingsuitslagen op lange termijn de SP steeds groter maken, maken onze ideeën ook school. Ik weet nog dat Marijnissen en Poppe in de Kamer de topsalarissen in de publieke sector aan wilden pakken. Dat was 148 tegen 2: “Wat zijn jullie toch jaloers.” Maar nu is unaniem in de Kamer aangenomen dat de salarissen in de publieke sector niet hoger mogen zijn dan een ministerssalaris. We krijgen onze dingen voor elkaar, alleen duurt het soms wat langer.’
‘Ik wens iedereen die dit leest een heel mooie kersttijd toe, met veel gezondheid en geluk in een mooie sfeer. Voor 2015 wens ik Nederland een strijdbaar jaar toe, waarin gewerkt wordt aan een eerlijker samenleving. Er is genoeg voor iedereen.’
Eerlijker delen moet en kan
In de publicatie Er is genoeg voor iedereen; kiezen voor rechtvaardigheid laat de SP zien hoe het met de verdeling van rijkdom in Nederland zit, wat de gevolgen ervan zijn en wat de SP ermee wil. Met grafieken, argumenten, weerleggingen, persoonlijke verhalen en voorstellen wordt duidelijk dat eerlijker delen moet én kan. Emile Roemer schrijft in het voorwoord van het boekje: ‘De discussie over ongelijkheid is niet zo ingewikkeld. Wij kunnen er samen voor zorgen dat de gescheiden werelden waarin we leven een stukje dichter bij elkaar komen. Dat kan door de lasten van lage en middeninkomens te verlagen en die van de allerrijksten iets te verhogen. Zo pakken we de extremen aan; dan hoeven 400.000 kinderen niet op te groeien in armoede en krijgen middeninkomens meer te besteden.’
Er is genoeg voor iedereen; kiezen voor rechtvaardigheid is te bestellen in de shop.
Dit artikel verscheen eerder in Tribune. Tribune thuis ontvangen? Word lid van de SP!