column
Emile Roemer:

De goede dood

Zo af en toe bespreken wij als fractie zaken die letterlijk over leven en dood gaan. Afgelopen dinsdag spraken we over euthanasie, oftewel ‘de goede dood.’ Een heftig onderwerp voor de dinsdagmorgen, maar wel een thema dat mij na aan het hart ligt.

‘Wie jong is leeft een leven waarin de dood geen vaste stoel aan tafel heeft,’ schreef Carmiggelt ooit. En zo is het: wie fit en gezond is kan zich moeilijk een ander leven voorstellen. Dit maakt de uiteindelijke beslissing over euthanasie zo moeilijk. De aftakeling vervult ons met angst en weerzin. Daarom verkiezen velen ‘de goede dood’ boven de aftakeling, en tekenen een wilsverklaring. Maar wie eenmaal aan het aftakelen is, maakt misschien een andere keuze en klampt zich vast aan de kleine dingen die het leven nog de moeite waard maken.

De gedachte dement te zijn, de controle kwijt te zijn, maakt ons bang. We vrezen de geestelijke achteruitgang omdat het een reis naar het onbekende is, een afgrond waar je steeds verder in wegglijdt. Maar soms gebeurt het dat mensen gaandeweg hun ziekte terugkomen op hun eerder vastgelegde doodswens, we kennen hiervan de voorbeelden. Dat stelt ons voor moeilijke dilemma’s. In hoeverre is bij besluiten van zwaar dementerenden nog écht sprake van vrije wil? We zullen dat nooit zeker weten. Wat ik wel zeker weet is dat je het leven van mensen die wilsonbekwaam zijn, maar terugkomen op hun euthanasieverklaring, niet zomaar kunt beëindigen.

Euthanasie is een waardevolle mogelijkheid om het leven van mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden op een menselijke manier te beëindigen. Ik ben blij dat in Nederland in goed overleg tussen artsen, de familie en natuurlijk de patiënt zelf, een beslissing over euthanasie kan worden genomen. We kunnen trots zijn op deze praktijk maar we moeten altijd alert blijven, want het hellende vlak richting normalisering van euthanasie blijft een groot risico.

Onze wil, en dus ook onze mogelijke wil om te sterven, hangt altijd af van wie we zijn en de omstandigheden waarin we leven. ‘De goede dood’ is een uiterste uitweg bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden maar mag nooit een ‘optie’ worden om mensen te ‘verlossen’ uit een situatie van eenzaamheid, slechte leefomstandigheden of slechte zorg. Het verbeteren van die omstandigheden heeft daarom onze eerste prioriteit. Dat is onze dure plicht.

Emile Roemer

Deze column als eerste ontvangen? Geef je op voor de nieuwsbrief van Emile Roemer

Betrokken SP'ers