Arnold Merkies: 'Die Europese zwarte lijst van belastingparadijzen is een aanfluiting'
Belastingontwijking door multinationals brengt de landen waar zij actief zijn veel schade toe, omdat deze landen miljarden aan belastinginkomsten mislopen. Om dit internationale probleem aan te pakken is een internationale aanpak vereist – en wel op een zo’n hoog mogelijk niveau, aldus Arnold Merkies. Het voormalige SP-Kamerlid strijdt al jaren voor een eerlijker belastingsysteem en meer transparantie van bedrijven en overheden.
Van 2006 tot 2017 ben je fractiemedewerker en later Tweede Kamerlid Financiën geweest voor de SP. Wat heb je in de periode gedaan om het onderwerp belastingontwijking op de kaart te zetten? Kun je drie dingen noemen?
‘Toen ik in 2006 als fractiemedewerker begon, was er nog nauwelijks aandacht voor dit onderwerp. Ik was een van de weinigen die zich daarmee bezighield. Dat veranderde in de jaren daarna, geholpen door onthullingen als de LuxLeaks, Panama Papers en Paradise Papers, en door de aanhoudende economische crisis. Toen kwam er steeds meer aandacht voor grote, internationale bedrijven die dankzij doorstroomparadijs Nederland nauwelijks belasting betaalden.
Als Kamerlid heb ik onder andere gestreden voor meer openheid over hoeveel belasting bedrijven per land betalen. Dit noem je country-by-country reporting. Nederland liep daar eerst in achter, maar tegenwoordig lopen we in Europa zelfs een beetje voorop. Althans, op dit gebied.Een tweede punt dat ik kan noemen, is het tegengaan van bepaalde financiële constructies, zoals hybride mismatches, waardoor vooral Amerikaanse bedrijven niet of nauwelijks belasting hoefden te betalen. En een derde zaak waar ik me sterk voor heb gemaakt is het aanscherpen van de regels voor de trustsector, de beheerders van de brievenbusmaatschappijen.’
Sinds 2018 ben je coördinator van de Nederlandse tak van het Tax Justice netwerk. Wat is dit voor organisatie en wat doe jij precies?
‘Tax Justice is een internationaal netwerk, waar verschillende maatschappelijke organisaties en vakbonden bij aangesloten zijn die strijden voor eerlijke belastingstelsels. In Nederland zijn dit zeven organisaties. Ik coördineer het Nederlandse netwerk, maar ben ook aangesloten bij het Europese en het internationale netwerk. We werken veel samen, omdat belastingontwijking een internationaal probleem is.’
Kun je iets zeggen over de omvang van internationale belastingontwijking?
‘De schattingen lopen erg uiteen. Het hangt er ook vanaf wie je het vraagt. Vorig jaar is er een onderzoek geweest van Tax Justice Network, onze Engelse zusterorganisatie, waaruit bleek dat overheden jaarlijks 272 miljard euro aan inkomsten mislopen vanwege belastingontwijking door bedrijven. En ook nog eens 155 miljard euro per jaar vanwege belastingontduiking via belastingparadijzen door rijke individuen. Dit zijn nog voorzichtige schattingen, want de Europese Commissie schatte eerder de totale verliezen voor Europa alleen al op 1.000 miljard per jaar. Het blijven altijd schattingen, omdat bedrijven tot op de dag van vandaag niet hoeven te publiceren hoeveel belasting ze betalen per land. Maar zeker is dat het om enorme bedragen gaat.’
Welke rol speelt Nederland in de internationale belastingontwijking?
‘Ook daarover bestaan alleen schattingen. Maar duidelijk is wel dat die rol niet kleiner is geworden. Volgens Tax Justice Network zijn andere landen 46 miljard euro aan belastinginkomsten misgelopen door belastingontwijking via Nederland. Volgens het vorige rapport van twee jaar eerder was dat nog 17,5 miljard euro. Dat is een enorme stijging. Dat zie je ook terug aan de buitenlandse investeringen die via Nederlandse brievenbusmaatschappijen lopen. Die stroom neemt nog altijd toe. Volgens de laatste cijfers tot wel 4,8 biljoen euro (een biljoen is duizend miljard – red.). Wereldwijd trekken alleen de Verenigde Staten meer buitenlandse investeringen aan dan wij, maar dat is natuurlijk een veel groter land met een veel grotere economie.’
Sinds 2021 heft Nederland bronbelasting op rente en royalty’s naar landen met een winstbelasting van minder dan 9 procent. Vanaf dit jaar geldt ook een vergelijkbare bronbelasting op dividendstromen. In hoeverre maken dit soort maatregelen Nederland minder aantrekkelijk als doorstroomland?
‘De Nederlandse overheid laat hiermee trots zien dat ze belastingontwijking zou aanpakken, maar in tegenstelling tot de landen om ons heen hebben wij slechts een conditionele bronbelasting. Dat betekent dat die alleen geheven wordt op rente-, royalty- en dividendstromen naar laagbelastende landen. Dat zijn landen die minder dan 9 procent winstbelasting heffen of die op de Europese zwarte lijst van belastingparadijzen staan. Probleem is dat alle grote belastingparadijzen op die lijst ontbreken. Veel belastingparadijzen worden dan ook helemaal niet geraakt door deze bronheffing. Zo heeft Singapore op papier een tarief van 17 procent, maar valt het werkelijke tarief veel lager uit omdat Singapore een speciaal belastingregime heeft voor buitenlandse bedrijven. Ook andere landen hebben zo’n regime.
Probleem is ook dat de conditionele bronbelasting niet voor Europese landen geldt, dus ook niet voor belastingparadijzen als Ierland, Luxemburg, Malta, Cyprus, en tegenwoordig ook Hongarije. Daarbij is de stroom aan rente en royalty’s naar de laagbelastende landen wel omlaag gegaan, maar dit gebeurde al een jaar voordat de conditionele bronbelasting werd ingevoerd. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met wetgeving van andere Europese landen, zoals Ierland, die al eerder inging. Bovendien is de uitgaande stroom aan rente en royalty’s maar vier procent van de totale uitgaande stroom via Nederlandse brievenbusmaatschappijen. Het overgrote deel gaat elders heen.’
Waar gaat die dan naartoe?
‘Dat weten we niet. Dat is een van de dingen waar Nederland niet transparant over is. Als je daarnaar vraagt bij de instanties die hierover gegevens bijhouden, zoals CBS of DNB, dan zeggen ze: als we de uitgaande stroom gaan specificeren per land, dan zou je daar weleens een bedrijf in kunnen herkennen. Zo groot zijn bedrijven dus tegenwoordig. Bekend voorbeeld is Google, dat alle winsten via Nederland naar Bermuda liet lopen. Die stroom was zo gigantisch, dat iedereen wist dat Google erachter zat. Dergelijke onthullingen willen CBS en DNB voortaan voorkomen.’
In juni zijn er weer verkiezingen voor het Europees Parlement. Waarom is het belangrijk dat er op Europees niveau afspraken worden gemaakt over belastingontwijking?
‘Het zou eigenlijk het beste zijn om dit soort afspraken op het hoogst mogelijke niveau te maken, dus op VN-niveau. Waarom? In de VN zijn alle landen vertegenwoordigd. Nu worden vaak afspraken gemaakt binnen de OESO, waarin de rijke, Westerse landen de dienst uitmaken. Die afspraken zijn in het voordeel van diezelfde rijke, Westerse landen, waar de hoofdkantoren van bedrijven gevestigd zijn en waar het kapitaal zit. Andere landen mogen wel meepraten, maar de besluiten zijn dan al vaak genomen.
Als het gaat om maatregelen tegen belastingontwijking, zou de Europese Unie dus veel meer moeten kijken naar de VN dan naar de OESO, zoals nu altijd gebeurt. Dat gezegd hebbende, is het natuurlijk wel makkelijker om op Europees niveau afspraken te maken dan wereldwijd. Dingen kunnen dan sneller in gang gezet worden. Bovendien is het beter om op Europees niveau afspraken te maken, dan ieder land voor zich. Zo voorkom je dat bedrijven landen tegen elkaar uitspelen om een voor hen zo gunstig mogelijk belastingregime te creëren.’
Hoe stelt Nederland zich in Europa op als het gaat om afspraken maken tegen belastingontwijking?
‘Nederland zegt altijd: wij zijn heel actief op Europees niveau. Maar dat is eerder verontrustend dan geruststellend. Een voorbeeld: je hebt binnen de EU de Gedragscodegroep, die kijkt of bepaalde belastingmaatregelen van EU-landen schadelijk zijn voor andere landen. De overleggen van deze groep vinden achter gesloten deuren plaats, vanuit het idee dat je dan makkelijker kan praten. Maar Nederland dacht: als het toch achter gesloten deuren is, dan blokkeren we gewoon alles. Dat weten we omdat een Nederlandse onderzoeker erachter kwam, dat er iemand van de Europese Commissie bij de bijeenkomsten aanwezig was voor wie de geheimhoudingsclausule niet gold. Ik zie Nederland in Europa dus nog geen goede rol hebben.’
Wat zou de EU moeten doen om belastingontwijking effectiever aan te pakken?
‘In ieder geval volledig publieke country-by-country reporting, dus volledige openheid van zaken van bedrijven over hoeveel belasting ze in elk land betalen. Vanaf volgend jaar moeten ze dat voor Europese landen doen, maar eigenlijk wil je dat ze dat voor alle landen doen waar ze actief zijn. Dan krijg je pas een goed beeld. Daarnaast zou iedereen toegang moeten hebben tot het UBO-register, want voor publieke controle door onderzoeksjournalisten, wetenschappers en maatschappelijke organisaties, is het van belang om inzicht te hebben in wie de uiteindelijke eigenaren van bedrijven zijn. Verder moet er iets gedaan worden aan het feit dat de grote techbedrijven nu nauwelijks belasting betalen in de EU. Daarom moet er zo snel mogelijk een belasting op digitale diensten komen, want die is er nu niet.
Ook moet de Europese zwarte lijst van belastingparadijzen worden herzien. Die lijst is nu een aanfluiting, omdat heel veel belastingparadijzen vanwege politieke redenen ontbreken. Je zou willen dat de lijst op basis van bepaalde regels wordt vastgesteld, die vervolgens ook worden getoetst door een onafhankelijk instituut. En tot slot zou ik graag Europees toezicht op de trustsector willen hebben. We hebben immers ook Europees toezicht op banken, dus waarom niet op de trustkantoren?’
Kan het Europees Parlement hier nog een rol in hebben?
‘Deels wel. Het Europees Parlement heeft weliswaar geen beslissingsbevoegdheid als het gaat om belastingen, maar het kan bijvoorbeeld wel meepraten over het beleid in Europa om belastingontwijking aan te pakken. Daarbij kun je ook een aanjagende functie hebben. Je kunt onderzoek doen en dingen op de agenda zetten, zodat je nog een beetje tegenkracht kan bieden aan de grote bedrijven die enorme invloed hebben op de besluitvorming.’
Zoals je eerder aangaf, zouden er eigenlijk op VN-niveau afspraken gemaakt moeten worden om internationale belastingontwijking tegen te gaan. Hoe groot schat jij de kans in dat dat gaat gebeuren?
‘Vorig jaar is er een VN-resolutie aangenomen om op belastinggebied veel meer in VN-verband te gaan samenwerken, dus dat stemt hoopvol. Ook al stemde het grootste deel van de OESO-landen, waaronder Nederland, tegen. Maar de meerderheid van de landen was voor, dus de VN gaat ermee aan de slag. Het zal een proces zijn dat tijd kost. Maar het zwaartepunt zal wel steeds meer bij de VN komen te liggen.’
Arnold Merkies (Bodegraven, 6 december 1968 ) studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was van 2012 tot 2017 Tweede Kamerlid voor de SP, en is sinds 2018 coördinator van Tax Justice Nederland.