Statuten van de SP
Zie ook: Huishoudelijk reglement SP
1. NAAM EN ZETEL
De vereniging draagt de naam: Socialistische Partij en heeft haar zetel in de gemeente Amersfoort.
2. ORGANEN
De vereniging bestaat uit:
- afdelingen, zoals nader omschreven in artikel 10;
- regio's, zoals nader omschreven in artikel 11;
- de partijraad, zoals nader omschreven in artikel 12;
- het congres, zoals nader omschreven in artikel 13;
- het partijbestuur, zoals nader omschreven in artikel 14.
3. DOEL EN MIDDELEN
1. De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgen.
2. De vereniging tracht het doel te bereiken door:
- het organiseren van activiteiten onder primair de bevolking van Nederland, en secundair de bevolking van andere landen;
- het deelnemen aan verkiezingen;
- alle andere wettige middelen die aan het doel van de vereniging bevorderlijk kunnen zijn, een en ander in de ruimste zin van het woord.
3. De vereniging heeft niet het oogmerk winst te maken.
4. DUUR
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
3. Het kalenderjaar is tevens boekjaar.
5. LIDMAATSCHAP
1. Iedereen die in Nederland woont en iedere Nederlander die in het buitenland woont, kan lid zijn van de vereniging mits hij:
a. zestien jaar of ouder is;
b. geen lid is van een andere politieke partij;
c. het doel, de beginselen en de statuten van de vereniging onderschrijft; en
d. zijn geldelijke verplichtingen voldoet.
Het partijbestuur beslist over de toelating als lid van de vereniging.
Wat onder een andere politieke partij als genoemd in sub b moet worden verstaan kan nader worden uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.
2. Van het verbod om ook lid te zijn van een andere politieke partij kan door het partijbestuur dispensatie worden verleend.
Het lidmaatschap van de vereniging is persoonlijk en op naam gesteld. Het is niet overdraagbaar en ook niet vatbaar voor erfopvolging.
1. Het partijbestuur is bevoegd een lid te schorsen indien het lid:
a. in strijd handelt met de verplichtingen verbonden aan zijn lidmaatschap; of
b. door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate schaadt dan wel heeft geschaad.
2. Gedurende de periode dat een lid geschorst is kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
3. Het besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan het betrokken lid, doch uiterlijk binnen een maand nadat het besluit is genomen.
De schorsing vervalt wanneer niet binnen drie maanden na de mededeling als bedoeld in de voorgaande volzin een besluit tot ontzetting of tot opzegging van het lidmaatschap van de vereniging is genomen en medegedeeld.
1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.
2. Opzegging door het lid - welke opzegging met onmiddellijke ingang kan plaatsvinden - geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de landelijke ledenadministratie.
3. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen - welke opzegging met onmiddellijke ingang kan plaatsvinden - indien:
a. het lid heeft opgehouden te voldoen aan de eisen welke door de statuten aan het lidmaatschap worden gesteld; of
b. het lid zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging niet voldoet; of
c. redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
De opzegging geschiedt door het partijbestuur, eventueel op voordracht van de ledenvergadering van de afdeling waartoe het lid behoort. Het besluit tot opzegging wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk, met redenen omkleed, aan het lid medegedeeld.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken indien:
a. het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt; of
b. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
De ontzetting geschiedt door het partijbestuur, eventueel op voordracht van de ledenvergadering van de afdeling waartoe het lid behoort. Het besluit tot ontzetting wordt zo spoedig mogelijk, met redenen omkleed, schriftelijk aan het lid medegedeeld.
6. GELDMIDDELEN
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. contributies van de leden;
b. verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen;
c. andere baten.
2. Elk lid is verplicht om de contributie te betalen zoals deze wordt vastgesteld door de partijraad.
7. DE AFDELING
1. Inrichting:
a. elk lid maakt deel uit van een afdeling, waarbij de woonplaats van een lid bepaalt van welke afdeling een lid deel uitmaakt en waarbij in het buitenland woonachtige leden deel uitmaken van de afdeling welke de vestigingsplaats van de vereniging omvat;
b. een afdeling bestaat bij oprichting ten minste uit vijftig (50) leden die binnen het werkgebied van een afdeling wonen;
c. het partijbestuur beslist over:
I. de oprichting van een (nieuwe) afdeling;
II. de vaststelling van de grenzen van een afdeling;
III. de opheffing van een afdeling, indien deze niet meer aan de in dit artikel gestelde taken en eisen voldoet;
IV. deelname van de afdeling aan (gemeenteraads)verkiezingen en, in de (uitzonderings)situatie dat dit niet wordt gedaan door de ledenvergadering, tevens vaststelling van de kandidatenlijst;
d. de partijraad regelt bij reglement de verdere procedure rond oprichting, opheffing en begrenzing van afdelingen.
2. Werkzaamheden:
de afdeling draagt zorg voor het organiseren van de plaatselijke activiteiten van de vereniging en voert de besluiten van de partijraad, het congres en het partijbestuur uit.
3. Ledenvergadering:
a. de ledenvergadering is het hoogste gezag binnen de afdeling;
b. de ledenvergadering draagt zorg voor de afvaardiging vanuit de afdeling naar de diverse partijorganen;
c. de ledenvergadering komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en voorts zo dikwijls als het afdelingsbestuur dit noodzakelijk oordeelt.
Op schriftelijk verzoek en onder opgave van de te behandelen onderwerpen van ten minste tien procent (10%) van de leden van de desbetreffende afdeling, is het afdelingsbestuur verplicht tot het bijeenroepen van een ledenvergadering binnen een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het afdelingsbestuur werd ontvangen geen gevolg is gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het afdelingsbestuur ledenvergaderingen bijeenroept. Het afdelingsbestuur dient dan desgevraagd de benodigde gegevens te verstrekken om die ledenvergadering bijeen te kunnen roepen.
4. Afdelingbestuur:
a. het afdelingsbestuur is belast met het besturen van de afdeling;
b. de ledenvergadering kiest uit haar midden het afdelingsbestuur, dat bestaat uit ten minste vijf (5) leden waaronder een voorzitter en een organisatiesecretaris. De voorzitter en de organisatiesecretaris van het afdelingsbestuur worden in functie gekozen;
c. het afdelingsbestuur bestaat daarnaast uit de fractievoorzitter van de Socialistische Partij in de gemeenteraad van de gemeente waar de afdeling onder valt. Iedere fractie van de Socialistische Partij in een gemeenteraad kiest een fractievoorzitter die daarmee tevens is verkozen tot lid van het afdelingsbestuur van de tot die gemeente behorende afdeling.
De kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt vastgesteld door de ledenvergadering van de tot die gemeente behorende afdeling en met de vaststelling van deze kandidatenlijst stemt de ledenvergadering derhalve middellijk in met de benoeming van één van de kandidaten op de genoemde kandidatenlijst tot fractievoorzitter in de betreffende gemeenteraad en daarmee tot bestuurder in het afdelingsbestuur van de tot die gemeente behorende afdeling;
d. de partijraad stelt bij reglement:
- nadere vereisten ten aanzien van de omvang, samenstelling en zittingsduur van het afdelingsbestuur;
- de procedure voor de verkiezing van het afdelingsbestuur vast;
e. de voorzitter van het afdelingsbestuur is uit hoofde van zijn functie lid van de partijraad. Bij verhindering in de partijraad kan de voorzitter van het afdelingsbestuur conform artikel 12 lid 5 sub f een ander lid van het betreffende afdelingsbestuur schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem in de partijraad, nadat hierover overleg is geweest binnen het betreffende afdelingsbestuur;
f. een lid van het afdelingsbestuur, ook wanneer het voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de ledenvergadering worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, vervalt door het verloop van die termijn. Het besluit tot schorsing of ontslag wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk meegedeeld aan het betrokken lid van het afdelingsbestuur, doch uiterlijk binnen een maand nadat het besluit is genomen;
g. in geval van vacatures of in geval van het ontbreken van een lid van het afdelingsbestuur om welke reden dan ook, behoudt het afdelingsbestuur zijn bevoegdheden.
5. Schorsing/ontzetting van een afdeling of van een afdelingsbestuur:
a. het partijbestuur is bevoegd om een gehele afdeling of een geheel afdelingsbestuur te schorsen indien de afdeling of het afdelingsbestuur:
I in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt; of
II de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of benadeeld heeft;
b. het besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan de desbetreffende afdeling, respectievelijk het desbetreffende afdelingsbestuur, en aan de partijraad;
c. een schorsing van de afdeling respectievelijk van het afdelingsbestuur die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag van alle leden van het desbetreffende afdelingsbestuur genomen door de desbetreffende ledenvergadering, respectievelijk een besluit tot ontzetting van de betreffende afdeling door het partijbestuur, vervalt door het verloop van die termijn.
8. REGIO's EN REGIOCONFERENTIES
Artikel 11: regio's en regionale conferenties
1. Inrichting:
a. de partijraad beslist omtrent de regio-indeling en bepaalt tot welke regio een afdeling behoort;
b. de partijraad beslist omtrent de indeling van regio's bij regioconferenties;
c. de frequentie van en werkwijze bij regioconferenties wordt door de partijraad nader geregeld bij reglement;
d. iedere regio kiest tweejaarlijks - of tussentijds indien er sprake is van een vacature - tijdens een regioconferentie een regiovertegenwoordiger, die daarmee tevens is verkozen als lid van het partijbestuur. De verkiezingsprocedure is geregeld bij reglement;
e. het partijbestuur beslist over deelname aan Provinciale Statenverkiezingen en, in de (uitzonderings)situatie dat dit niet wordt gedaan door de betreffende regioconferentie, tevens vaststelling van de kandidatenlijst.
2. Regioconferentie:
a. een regioconferentie biedt aan de afgevaardigden van de afdelingen in het door de partijraad vastgestelde gebied de gelegenheid om periodiek met elkaar en een delegatie van het partijbestuur te overleggen;
b. aan een regioconferentie nemen deel:
(i) door de ledenvergadering van de afdelingen die behoren tot de betreffende regio gekozen vertegenwoordigers, waarbij vanuit iedere tot de betreffende regio behorende afdeling per vijftig (50) leden van die betreffende afdeling een afgevaardigde aangewezen mag worden en (ii) een aantal door het partijbestuur aangewezen partijbestuursleden, waaronder de regiovertegenwoordiger(s) van de aanwezige regio('s) en (iii) de leden die de Socialistische Partij vertegenwoordigen in de betreffende Provinciale Staten (Statenleden); bij reglement kan geregeld worden dat tevens toehoorders (zonder stemrecht) worden toegelaten;
< c. het stemrecht in de regioconferentie komt toe aan de aanwezige afgevaardigden van de afdelingen. Elke afgevaardigde heeft één stem. De aan een regioconferentie deelnemende partijbestuursleden en de leden die de Socialistische Partij vertegenwoordigen in de betreffende Provinciale Staten (Statenleden) hebben daarin vanuit die functie geen stemrecht.
9. DE PARTIJRAAD
1. Inrichting:
a. de partijraad is het hoogste gezag binnen de vereniging;
b. de partijraad bestaat uit de voorzitters van de afdelingsbesturen en de leden van het partijbestuur.
De partijraad fungeert derhalve als algemene vergadering in de zin van artikel 39 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en bestaat derhalve uit afgevaardigden die (middellijk of onmiddellijk) door en uit de leden worden gekozen.
In geval van vacatures of in geval van het ontbreken van een lid van de partijraad om welke reden dan ook, behoudt de partijraad zijn bevoegdheden.
2. Werkzaamheden:
De werkzaamheden van de partijraad bestaan onder meer uit:
a. het vaststellen van de algemene politieke lijn van de vereniging en het nemen van besluiten ter zake;
b. het uit zijn midden benoemen van een financiële controlecommissie;
c. het vaststellen van de door de individuele leden aan de vereniging te betalen contributie;
d. het vaststellen van de financiële bijdrage van de vereniging aan de afzonderlijke afdelingen;
e. het vaststellen van de begroting en jaarrekening van de vereniging en het geven van décharge aan het partijbestuur met betrekking tot de jaarstukken;
f. de partijraad fungeert als beroepsorgaan in de zin van artikel 20 van deze statuten;
g. het uitoefenen van de taken en bevoegdheden voor zover de wet die heeft opgedragen aan de algemene vergadering en voor zover deze niet zijn toegekend aan een ander orgaan.
3. Jaarvergadering partijraad:
a. binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt een vergadering (jaarvergadering) van de partijraad gehouden. Het partijbestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de partijraad voor;
b. de partijraad benoemt jaarlijks, doch uiterlijk vier maanden vóór de jaarvergadering, een financiële controlecommissie van ten minste vijf leden, die geen deel mogen uitmaken van het partijbestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatst verstreken boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen;
c. goedkeuring door de partijraad van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het partijbestuur niet automatisch tot décharge, voor een dergelijke décharge is een afzonderlijk besluit van de partijraad vereist.
4. Bijeenroeping partijraadsvergaderingen:
a. de partijraadsvergaderingen worden bijeengeroepen door het partijbestuur, met inachtneming van een termijn van zeven dagen;
b. behalve de hiervoor bedoelde jaarvergadering zullen jaarlijks nog ten minste drie andere partijraadsvergaderingen worden gehouden, terwijl de partijraad voorts zo dikwijls vergadert als het partijbestuur zulks wenselijk acht, of zulks schriftelijk - met opgave van de te behandelen onderwerpen - wordt verzocht door ten minste tien (10) voorzitters van de afdelingsbesturen, dan wel ten minste een zodanig aantal leden van de partijraad als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de partijraad;
c. na ontvangst van een verzoek als in de laatste zinsnede van lid 4 sub b bedoeld, is het partijbestuur verplicht tot bijeenroeping van een partijraadsvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het partijbestuur werd ontvangen geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het partijbestuur de partijraadsvergaderingen bijeenroept. Het partijbestuur dient desgevraagd de benodigde gegevens te verstrekken om die partijraadsvergadering bijeen te kunnen roepen.
5. Besluitvorming:
a. de partijraad vergadert onder leiding van het partijbestuur;
b. van het in de partijraadsvergadering verhandelde wordt door of namens de algemeen secretaris verslag opgemaakt;
c. de partijraad stemt hoofdelijk, tenzij tenminste vijf (5) afdelingsvoorzitters een gewogen stemming wensen. Per aanwezige afdelingsvoorzitter wordt ter vergadering (of één dag voor de vergadering) vastgesteld hoeveel leden hij vertegenwoordigt. De gegevens van de landelijke administratie aan het eind van de voorafgaande maand zijn daarbij bindend. Voorzitters van afdelingen hebben per vijftig (50) leden één stem. De leden van het partijbestuur hebben elk één stem;
d. een in de partijraadsvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming;
e. een lid van de partijraad kan niet aan een ander lid van de partijraad schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem;
f. een lid van de partijraad, zijnde een voorzitter van een afdelingsbestuur, kan een ander lid van het betreffende afdelingsbestuur schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem.
6. Commissies:
de partijraad kan uit zijn midden een of meer commissies benoemen die belast worden met een speciale taak.
10. HET CONGRES
1. Inrichting:
a. het congres bestaat uit, per vergadering daartoe aangewezen afgevaardigden van de afdelingen en uit de leden van het partijbestuur. De afgevaardigden van de afdelingen worden gekozen door de ledenvergaderingen op de wijze zoals hierna bepaald;
b. een afdeling is gerechtigd één afgevaardigde per vijftig (50) leden van de afdeling voor het congres te benoemen. Indien een afdeling minder dan vijftig (50) leden heeft, kan zij desondanks één afgevaardigde benoemen. Deze benoeming geschiedt door de ledenvergadering van de afdeling. Het ledenaantal wordt bindend bepaald door het aantal leden zoals blijkt uit de gegevens van de landelijke ledenadministratie aan het eind van de voorafgaande maand. Gekozen zijn die kandidaten die het grootste aantal stemmen behalen. Indien op meerdere kandidaten eenzelfde aantal stemmen is uitgebracht en daardoor het aantal in te vullen plaatsen wordt overschreden, vindt tussen deze kandidaten herstemming plaats.
2. Werkzaamheden:
De werkzaamheden van het congres bestaan onder meer uit:
a. het bespreken van de algemene politieke situatie en het nemen van besluiten over de te volgen politieke lijn;
b. het vaststellen van het verslag van het partijbestuur over de periode die is verstreken sinds het vorige congres;
c. het bindend vaststellen van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer (welke kandidatenlijst vervolgens definitief wordt vastgesteld / bekrachtigd door de partijraad) en het verkiezingsprogramma in verband met de verkiezingen voor de Tweede Kamer;
d. het beslissen over deelname aan de regering op basis van het in de onderhandelingen bereikte regeerakkoord en met de door het partijbestuur en de Tweede Kamerfractie voorgestelde kandidaat-bewindspersonen; en
e. het opmaken van bindende voordrachten ter zake van de benoeming van ten minste negen (9) door de partijraad te benoemen leden van het partijbestuur.
3. Congresvergaderingen:
a. een congres wordt bijeengeroepen door het partijbestuur;
b. het congres vergadert in beginsel eenmaal per twee jaar en voorts zo vaak als het partijbestuur dit wenselijk acht. Indien minimaal vijf procent (5%) van de afdelingsbesturen een congres wil bijeenroepen kan hiertoe, met opgave van de te behandelen onderwerpen, een voorstel worden ingediend bij de partijraad. De partijraad stelt de afdelingsbesturen schriftelijk in kennis van dit voorstel en neemt nadien een beslissing over het voorstel.
4. Besluitvorming:
a. het partijbestuur leidt het congres, maar het congres kan een andere voorzitter aanwijzen;
b. van het ter vergadering verhandelde wordt door of namens de algemeen secretaris verslag opgemaakt;
c. het congres stemt hoofdelijk, waarbij iedere ter vergadering aanwezige afgevaardigde van een afdeling en ieder ter vergadering aanwezige afgevaardigde van het partijbestuur, het recht heeft op het uitbrengen van één stem;
d. een in een congresvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
11. HET PARTIJBESTUUR
1. Inrichting:
het partijbestuur bestaat uit:
a. de regiovertegenwoordigers;
b. de fractievoorzitters van de Socialistische Partij in de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement; en
c. ten minste negen (9) leden gekozen door de partijraad overeenkomstig het in artikel 14 lid 3 bepaalde.
Ten aanzien van het onder sub b bepaalde kiest iedere fractie van de Socialistische Partij in de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement een fractievoorzitter die daarmee tevens is verkozen tot lid van het partijbestuur.
De kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement worden vastgesteld door de partijraad en met de vaststelling van deze kandidatenlijsten stemt de partijraad derhalve middellijk in met de benoeming van één van de kandidaten op de genoemde kandidatenlijsten tot fractievoorzitter in de Tweede Kamer respectievelijk de Eerste Kamer respectievelijk het Europees Parlement en daarmee tot bestuurders in het partijbestuur.
2. De werkzaamheden van het partijbestuur bestaan onder meer uit:
a. het partijbestuur is belast met de leiding en het besturen van de vereniging. Het partijbestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging. Het partijbestuur heeft niet te gelden als een one tier board in de zin van de wet;
b. het partijbestuur zorgt voor de voorbereiding van de vergaderingen van de partijraad en het congres en voert de besluiten van de partijraad en het congres uit;
c. het partijbestuur houdt toezicht op de afdelingen en regio's en geeft deze zo nodig hulp en aanwijzingen;
d. het partijbestuur beslist over deelname van een afdeling aan (gemeente)raadsverkiezingen en, in de (uitzonderings)situatie dat dit niet wordt gedaan door de ledenvergadering van de betreffende afdeling, tevens vaststelling van de kandidatenlijst;
e. het partijbestuur beslist over deelname aan Provinciale Statenverkiezingen en, in de (uitzonderings)situatie dat dit niet wordt gedaan door de betreffende regioconferentie, tevens vaststelling van de kandidatenlijst;
f. het partijbestuur legt verantwoording af aan de partijraad omtrent het gevoerde en te voeren beleid en doet dienaangaande verslag aan het congres; en
g. het partijbestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
3. Benoeming partijbestuurdersleden door partijraad:
a. de partijraad benoemt ten minste negen (9) leden van het partijbestuur conform de bindende voordracht van het congres. Deze bestuursleden worden benoemd voor een periode van in beginsel maximaal vier (4) jaar;
b. ten behoeve van het opmaken van de bindende voordracht wordt door het partijbestuur een congresvergadering bijeengeroepen met de aankondiging dat het congres wordt verzocht om uiterlijk ter vergadering een bindende voordracht te doen;
c. wanneer er in het partijbestuur tijdens de zittingsduur vacatures ontstaan, zal daarin worden voorzien conform het hiervoor onder sub a en b bepaalde;
d. de voorzitter, de algemeen secretaris en de penningmeester worden door de partijraad in functie gekozen voor een periode van in beginsel maximaal vier (4) jaar. De overige functies binnen het partijbestuur worden door haar leden onderling verdeeld en bekrachtigd door de partijraad. Het congres kan aan de partijraad een bindende voordracht doen voor de vervulling van specifieke functies binnen het bestuur;
e. ook indien er vacatures binnen het partijbestuur open staan geldt het partijbestuur als volledig samengesteld.
4. Schorsing en ontslag partijbestuurders:
a. Een lid van het partijbestuur kan te allen tijde door het orgaan dat hem heeft benoemd, worden ontslagen of geschorst;
b. Een schorsing die niet binnen zes maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag vervalt door het verloop van die termijn. Een besluit tot schorsing of ontslag wordt zo spoedig meegedeeld aan het betrokken lid van het partijbestuur.
5. Ingeval van ontstentenis of belet van een of meer leden van het partijbestuur, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende lid of leden van het partijbestuur.
Ingeval van ontstentenis of belet van alle leden van het partijbestuur is ieder lid van de partijraad, zijnde een voorzitter van een afdelingsbestuur, bevoegd een partijraad bijeen te roepen met uitsluitend het doel om één (1) of meer leden van het partijbestuur te benoemen of één (1) of meer personen aan te wijzen die in staat en bereid zijn het partijbestuur tijdelijk op zich te nemen.
6. Een lid van het partijbestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of een indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang bedoeld in artikel 14 lid 2. Wanneer op grond van het bepaalde in de eerste volzin van dit artikellid geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen, wordt het besluit genomen door de partijraad.
12. OPENBARE LICHAMEN
1. Leden die kandidaat worden gesteld voor openbare lichamen dienen voorafgaande aan die kandidaatstelling een verklaring ondertekend te hebben waarin de verplichtingen zijn vastgelegd zoals geformuleerd in de volgende leden van dit artikel.
2. Leden van de vereniging die gekozen of benoemd worden in openbare lichamen zullen deze functie uitoefenen in loyaliteit ten opzichte van de vereniging (en binnen de kaders van de door het congres/de partijraad genomen besluiten) en zullen aanstonds deze functie en derhalve ook hun zetel ter beschikking stellen aan de vereniging wanneer het relevante partijorgaan hierom verzoekt. Voor lokale volksvertegenwoordigers, wethouders, dagelijks bestuurders van bestuurscommissies en (vice-) voorzitters van gebiedscommissies is dit de ledenvergadering van de afdeling, voor provinciale volksvertegenwoordigers en gedeputeerden de regioconferentie en voor de overige volksvertegenwoordigers en bewindspersonen de partijraad.
3. Leden van de vereniging welke namens de vereniging zitting hebben of hebben gehad in openbare lichamen dragen de hen uit hoofde van die functie toekomende geldelijke vergoeding af aan de vereniging, waartegenover de vereniging hen een compensatie verstrekt op basis van een door de partijraad vastgestelde regeling.
4. Onder openbare lichamen wordt verstaan alle mogelijke openbare lichamen.
13. VERTEGENWOORDIGING
Artikel 16: Vertegenwoordiging
De vereniging wordt in en buiten rechten vertegenwoordigd door het partijbestuur. De vereniging kan tevens worden vertegenwoordigd door minimaal twee gezamenlijk handelende leden van het partijbestuur, waaronder in ieder geval de voorzitter, algemeen secretaris of penningmeester. Het partijbestuur kan besluiten aan anderen volmacht te geven om de vereniging te vertegenwoordigen binnen de in die volmacht omschreven grenzen.
14. BESLUITEN EN VERKIEZINGEN
Artikel 17: Besluiten en verkiezingen
1. Tenzij in de statuten of bij door de partijraad vastgesteld reglement anders is bepaald, worden besluiten genomen bij meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij een staking van stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen.
2. Verkiezingen van bestuursleden voor partijorganen, van afgevaardigden naar congressen en conferenties en van kandidaten voor een volksvertegenwoordiging geschieden schriftelijk en geheim. Van dergelijke verkiezingen wordt een schriftelijk verslag gemaakt, dat wordt vastgesteld door de eerstvolgende vergadering van het bevoegde partijorgaan.
15. STATUTENWIJZIGING
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben krachtens een besluit van de partijraad. Bij de oproeping van de partijraadsvergadering moet worden meegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld om de statuten te wijzigen. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien (14) dagen bedragen.
2. Ten minste veertien (14) dagen vóór de partijraadsvergadering waarin het voorstel tot statutenwijziging wordt behandeld, moet een afschrift van het voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen ter kennis zijn gebracht aan de afdelingen waaruit de vereniging bestaat en aan de leden van de partijraad.
3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het totale aantal leden van de partijraad aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
4. Bij gebreke van het quorum als genoemd in lid 3 van dit artikel kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot statutenwijziging worden besloten op een volgende ten minste veertien (14) dagen doch uiterlijk dertig (30) dagen na de eerste, te houden vergadering met een meerderheid van twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
2. Het partijbestuur draagt er zorg voor dat een authentiek afschrift van de (gewijzigde) statuten wordt ingeschreven in de daartoe bestemde registers.
16. KLACHTRECHT/BEROEP
1. Tegen een besluit van een partijorgaan of onderdeel van een partijorgaan, kan, door degene tegen wie dat besluit is gericht, beroep worden ingesteld bij de partijraad binnen één maand na ontvangst van dat besluit.
2. Ingeval de afdeling een besluit neemt, kan, in afwijking van lid 1, door degene tegen wie dat besluit is gericht, binnen één maand na ontvangst van dit besluit beroep worden ingesteld bij het partijbestuur.
3. De partijraad of het partijbestuur beslist zo spoedig mogelijk op het beroep, doch uiterlijk binnen zes (6) maanden na de ontvangst van het beroep.
4. De uitspraak als bedoeld in lid 3 van dit artikel is bindend.
5. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het bestreden besluit van kracht.
6. De partijraad kan een beroepscommissie benoemen en stelt bij reglement een procedure vast voor de wijze van behandeling van een beroep.
17. ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 21: Ontbinding en vereffening
1. De vereniging wordt ontbonden door een besluit daartoe van de partijraad, genomen met ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste drie/vierde van het totale aantal leden van de partijraad aanwezig of vertegenwoordigd is.
2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden van de partijraad tot ontbinding worden besloten op een volgende, ten minste veertien (14) doch uiterlijk dertig (30) dagen na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
3. Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde partijraadsvergadering moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien (14) dagen bedragen.
4. Het voorstel tot ontbinding dient ten minste veertien (14) dagen voor de partijraadsvergadering ter kennis van de afdelingen en partijraadsleden te zijn gebracht.
5. Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het partijbestuur.
6. Een eventueel batig liquidatiesaldo dient te worden besteed aan een door de partijraad aan te wijzen algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als het doel van de vereniging.
7. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende zeven (7) jaar berusten onder degene die door de vereffenaars daartoe is aangewezen.
18. REGLEMENTEN
1. De partijraad kan bij reglement (nadere) regels geven omtrent het lidmaatschap, de volksvertegenwoordigers, in te stellen commissies, het bedrag van de contributie, de werkzaamheden van partijorganen, verkiezingen, het beheer en gebruik van de gebouwen van de vereniging en alle verdere onderwerpen waarvan de regeling hem gewenst voorkomt. In die gevallen waar deze statuten dat expliciet vermelden is het vaststellen van nadere regels verplicht.
2. Wijziging van een reglement geschiedt bij besluit van de partijraad.
3. De reglementen zullen geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of in strijd zijn met de bepalingen van de wet of de statuten.
19. AANSPRAKELIJKHEID
De vereniging is niet aansprakelijk voor schade die een lid van de vereniging lijdt in het kader van de uitoefening van het lidmaatschap van de vereniging, tenzij opzet of grove schuld van de vereniging aantoonbaar is.
20. SLOTBEPALING
1. Waarin de statuten van de vereniging niet voorzien, besluit het partijbestuur.
2. Leden van de vereniging en leden van één of meer van haar organen kunnen geen volmacht geven aan anderen om het deswege aan hen toekomende vergaderrecht door een ander te laten uitoefenen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 12 lid 5 sub f.