De SP is een fiere internationalistische partij!
Willem Melching noemt de SP een ‘nationalistische partij’ (4 mei 2012). Meer bewijs dan dat de SP een verklaard tegenstander is van de wijze waarop de laatste 20 jaar Europa aaneengeklonken wordt, levert de Amsterdamse historicus niet. Vreemd voor een man die graag roept dat ‘feiten de basis zijn van elke historische redenering’. Wie de SP kent, ziet juist een overtuigde internationalistische partij, die wil dat Europese samenwerking weer op de essentie wordt gericht: vrede, veiligheid en welvaart – voor iedereen.
De SP is een verklaard voorstander van internationale samenwerking. Luister naar het lijflied dat Karel Glastra van Loon voor ons dichtte: ‘Het rijke Westen is geen eiland, en Europa is geen fort. En wie bang is voor wat vreemd is, doet vooral zichzelf tekort.’ In het beginselprogramma van de SP wordt het internationalisme zelfs met zoveel woorden verankerd: ‘In een wereld waar mensen en landen steeds meer met elkaar te maken hebben en van elkaar afhankelijk zijn, is het nodig dat op steeds meer terreinen wordt samengewerkt, ook in geïnstitutionaliseerde verbanden.’ Vreemd – en onverantwoord - dat historicus Melching die heldere passage over het hoofd zag toen hij zijn merkwaardige etiket plakte op de SP.
Ook de rest van het SP-beginselprogramma ademt waarlijk internationalisme uit. Maar dat – en hier gaat Melching volledig in de fout - is geen pleidooi voor waardevrije internationale samenwerking. Rechtse partijen, vroeger gekend door nogal nationalistische opvattingen, roepen tegenwoordig dat Europese samenwerking goed is, omdat we er zo veel geld aan verdienen. Nu is aan geld verdienen niets mis, maar de naoorlogse Europese samenwerking had een heel andere oorsprong. Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zou het voorkomen van nieuwe oorlogen en het beschermen van de vrede het beste kunnen gebeuren door oude vijanden met elkaar te verbinden en te vervlechten. De aaneenkoppeling van de kolen- en staalproductie van Frankrijk en Duitsland, via de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) was de eerste in een reeks stappen naar verdergaande Europese integratie ten behoeve van vrede en veiligheid op het zo vaak door oorlog geteisterde continent. Die Europese samenwerking is tientallen jaren een groot succes geweest. Voor die samenwerking breekt de SP graag een lans.
En precies daarom verzetten we ons tegen het op de achtergrond dringen van de oorsprong van de Europese samenwerking en het steeds verder op de voorgrond komen van geld verdienen als inspiratiebron voor verdere integratie van Europa. Een Europa van vrede en veiligheid is een baken voor de rest van de wereld. Een Europa dat zijn toekomst ziet als machtige superstaat die meespeelt in de wereldeconomie is een concurrent voor anderen, waarvan eerder dreiging dan bezieling uit gaat. Wie op dit moment in Europa rond kijkt, ziet hoe zeer de wens om ‘de meest concurrerende economie van de wereld’ te worden, botst op het overeind houden van het sociale en democratische karakter van de bij de Europese Unie aangesloten lidstaten. De SP pleit ervoor dat Europese samenwerking weer eerst en vooral gericht wordt op de oorspronkelijke doelstelling. Alleen dan bestaat de kans dat ook duurzame bevordering van de welvaart en het welzijn van de inwoners van Europa plaatsvindt. Indien we daaraan verzaken, zullen de tegenstellingen in Europa de komende tijd niet afnemen maar toenemen en dat zal weer leiden tot bekrompen nationalistische reflexen. We zien dat nu al gebeuren. Het Franse Front National scoorde een recordaanhang in de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen, en het valt te vrezen dat ultranationalisten zondag in Griekenland ook voor een pijnlijke verrassing gaan zorgen in het land waar de democratie geboren werd. Vergelijkbare tendensen zijn zichtbaar in onder meer Hongarije (Jobbik) en ook in Nederland, waar Geert Wilders nu aankondigt dat Nederland uit de Europese Unie moet treden. Het staat hem vrij - maar met zo’n reflex zal volgens de SP niemand mee opschieten.
Wie nationalistische reflexen bij ons en elders wil tegengaan doet er wijs aan terug te keren van de doodlopende weg naar een neoliberaal Europa, waarin de machtige landen de dienst uitmaken en aan de kleinere landen de wet voorschrijven. En waarin ook de tegenstellingen binnen landen eerder groter dan kleiner worden. Vergeleken met 20 jaar terug zijn in heel Europa de verschillen in inkomen en vermogen gegroeid en de rechten van burgers ingeperkt. De koers die de Europese Unie sinds het Verdrag van Maastricht is gaan varen, is volledig gefixeerd geraakt op het bereiken van één aaneengesloten markt, met één munt en één economisch bewind, ten behoeve van het grote bedrijfsleven en de financiële markten. Allemaal op basis van de neoliberale veronderstelling dat wat goed is voor het Grote Geld ook zijn vruchten zal brengen voor de gewone mensen. Wie kijkt hoe de financieel-economische crisis nu al enkele jaren huishoudt, eerst in de lidstaten aan de rand van de Unie maar nu ook steeds meer in het hart ervan, ziet hoe kortzichtig die koerskeuze is gebleken.
Europese samenwerking is goed, mits ze gericht is – en weer wordt - op de oorspronkelijke doelen: het voorkomen van oorlog, het beschermen van vrede en het bevorderen van welvaart en welzijn voor iedereen. Dat zijn doelen die een beschaafde samenleving passen. En daar kan de internationalistische SP zich heel goed in vinden!