Saboteren Europees mensenrechtenhof is dom en gevaarlijk
De Eerste Kamer bespreekt dinsdag in zijn Algemene Europese Beschouwingen de nieuwe regeringsnotitie over mensenrechten in het buitenlands beleid. Die begint met de mededeling dat ‘bevordering van mensenrechten naast het vergroten van veiligheid en welvaart, kerndoel is van het Nederlandse buitenlands beleid’. Maar die belofte wordt niet door het voorgestelde nieuwe beleid gedekt.
Volgens de notitie speelt de Raad van Europa een essentiële rol als toezichthouder op de mensenrechtensituatie in 47 Europese landen. Formeel is dat zo. En Nederland is grondvester van de Raad, die voortvloeide uit grote gedachte na de Tweede Wereldoorlog om de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op ons continent daadwerkelijk deel van de internationale rechtsorde te maken. Dat gebeurde door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, met directe rechtskracht in ons land.
Sindsdien kan iedere Nederlander zich beroepen op het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. En, veel belangrijker, sinds het einde de Europese deling na de val van de Berlijnse Muur, geldt dat recht voor 800 miljoen Europeanen. Meer dan 100.000 Europeanen hebben momenteel een beroep lopen bij het Hof. En bij elke wetgeving in ons land – alsook in andere Europese landen – wordt de vraag gesteld of het wetsvoorstel wel ‘EVRM proof’ is. Daarmee zijn de bepalingen van het EVRM standaard voor de wetgeving in heel Europa geworden. Een uniek resultaat, dat in de hele wereld als lichtend voorbeeld geldt van een beschaafde rechtsorde boven een brute machtsorde, en dat nog sterker wordt op het moment dat de Europese Unie, conform de verplichting daartoe in het Verdrag van Lissabon, straks toetreedt tot het verdrag. De parlementaire assemblee van de Raad van Europa onderhandelt met het Europees Parlement.
Die gesprekken – ik ben er zelf bij betrokken - lopen goed. We moeten het eens worden over de vertegenwoordiging van het Europees parlement in de parlementaire assemblee op de momenten dat de assemblee nieuwe rechters voor het Hof kiest. De assemblee bewaakt dat het Hof kwalitatief goede rechters houdt en dat er geen ‘politici in toga’ in Straatsburg aantreden, iets wat volgens de hoofdredacteur van Elseviers Magazine juist wel het geval is.
En niet alleen volgens hem. Een recent opinieartikel in de Volkskrant van de fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer heeft eenzelfde teneur. Dat stelt teleur, omdat de VVD altijd voor Nederlandse steun aan EVRM en Hof was. Maar, een van de vrijheden die het verdrag garandeert is dat ieder zijn mening vrijelijk moet mogen uiten. Dat geldt dus ook voor VVD’ers. Iets anders wordt het als ministers, in dit geval van de VVD, maar meer relevant: van het kabinet, gaan zeggen dat het Hof zijn eigen gezag verzwakt door uitspraken te doen ‘over zaken die slechts op perifere wijze verband houden met mensenrechten.’ Dat is geen mening maar een oordeel - met gevolgen voor het beleid. De regering gaat immers bepleiten ‘dat het Hof meer ruimte laat voor de ‘margin of appreciation’ van verdragspartijen bij de concrete invulling van standaarden die op meer afgeleide wijze samenhangen met het EVRM’, meldt de minister.
De nieuwe stellingname van de regering wordt opgemerkt buiten onze grenzen. Door de secretaris-generaal van de Raad van Europa, door parlementariërs uit andere lidstaten en vooral door landen, waar regeringen moeite hebben de beslissingen van het Hof uit te voeren. Ze moeten van het verdrag de daad thuis bij het woord uit Straatsburg voegen, maar blijven te vaak ten onrechte in gebreke. Voor hen is de Nederlandse kritiek op het Hof koren op hun molen. En daarmee bevordert de Nederlandse regering precies dat wat ze volgens de notitie niet wil: de gebrekkige tenuitvoerlegging van vonnissen van het Hof door sommige lidstaten. Dom en gevaarlijk.
Laat de regering daarom snel afstappen van haar oordeel over het Hof en haar voornemen van buitenaf te gaan bijsturen. Dat is beter voor het imago van Nederland en beter voor het in stand houden van de bescherming van de mensenrechten in Europa.