Sabine, Theo en de toekomst
Sabine Dardenne is een van de slachtoffers van Marc Dutroux. Ze was 12 toen ze op weg naar school van haar fiets gerukt werd, ontvoerd, opgesloten, verkracht, vernederd en bijna vermoord door de pedofiele seriemoordenaar. Ze is nu net 21, heeft een boek geschreven en zegt daarmee een streep te zetten onder dat deel van haar verleden. Ze was slachtoffer maar voelde zich nadien in de rechtszaal sterker dan de dader. Ze wenst niet haar hele leven slachtoffer te blijven, getraumatiseerd en daardoor niet tot een normaal leven in staat. Ze wil leven, trouwen, kinderen krijgen, gelukkig zijn. Dat is heel moeilijk. Maar omdat ze het wil, gaat het haar ook lukken. Hoopt ze. Denkt ze. Ze zal er zelf voor zorgen.
Wat een ontvoerd, verkracht, vernederd en bijna vermoord minderjarig meisje aandurft, mag je ook vragen van een volwassen samenleving. Zeker: de Nederlandse samenleving voelt zich op haar manier door de moord op Theo van Gogh verkracht, vernederd en een stukje vermoord. Veel mensen, die in de krant wel vaker over moord en doodslag lezen, zijn nu heel bang geworden door deze ene moord. Dat komt vooral omdat ze die gebeurtenis voegen bij andere angstige tendensen in de samenleving. Vervreemding, verharding, wantrouwen, onbegrip, onzekerheid. De moord van 2 november lijkt voor velen daar, op de een of andere zwaar verontrustende manier, iets mee te maken te hebben. Het is te begrijpen. Want het is waar. Er is een zekere samenhang. En er is zeker reden om bezorgd te zijn. Maar: we moeten ook wel verder.
Theo van Gogh is letterlijk geslachtofferd. Hij liet zijn leven, daardoor zit zijn zoontje zonder vader en de vader van de dader zonder zoon die hij respecteren kan. De dader verspilde zijn toekomst. Hij zal lang verdwijnen in de cel, waar hij gehoopt had uit te blijven, in ruil voor de hemel. Dat is een tegenvaller voor hem en een meevaller voor de samenleving. Mohammed B. is geen martelaar maar een looser. Wie een ander mens vermoordt, heeft zelf alles verloren. Zijn waardigheid en zijn plaats in de samenleving. Niets kan hij aanvoeren om zijn daad te rechtvaardigen. Het zijn en blijven smoesjes, in het Nederlands, Mohammed’s landstaal én in het Arabisch, zijn geloofstaal. Er zijn heel veel andere jonge mensen van 26 jaar die óók in hun eerste kwart eeuw op aarde van alles meegemaakt hebben maar die geen mensen gaan vermoorden. Kun je wel, iemand op een fiets eerst neerschieten en dan doodsteken? En dan God en de mensen aanroepen om je schuld weg te poetsen?
De brief die Mohammed B. op het lichaam van Theo van Gogh legde nadat hij hem had afgeslacht, staat vol smoesjes en leugens. Hij haalt een honderden jaren oud boek door de modder, dat voor miljoenen mensen al eeuwen een inspiratiebron is om goed proberen te leven - om zo zijn moord te rechtvaardigen. Hij haalt een hele bevolkingsgroep in Nederland door de modder die zijn best doet er het beste van te maken onder vaak niet al te gemakkelijke omstandigheden - om zo zijn moord te rechtvaardigen. Hij haalt woorden en beelden die anderen gebruikt hebben om hun mening te uiten door de modder - om zijn moord een vals kransje te geven. Hij misbruikt boeken en mensen, woorden, beelden en meningen - om zijn wandaad goed te praten. Mohammed B. bewijst daarmee dat hij een extremist is, iemand die een onhaalbaar uiterste najaagt en denkt daarom goddelijke vergunning te hebben alles te doen wat god en de mensenmaatschappij verboden hebben. Extremisten zijn arrogante loosers.
In de hemel hebben ze zeker geen plaats voor Mohammed B. Waarom zou je het eeuwige leven geven aan iemand die er blijk van geeft niet eens fatsoenlijk te kunnen omgaan met een kwartje van één eeuw? Hier op aarde bergen we met recht Mohammed B. lange jaren op in de cel. De rechters oordelen nu over hem en, voor wie het gelooft, doet God dat later nog eens. Laten wij ons daar nu niet meer druk over maken. Laten we onszelf niet te lang als slachtoffer blijven beschouwen. Laten we iets gaan doen.
Wie extremisten en extremisme wil bestrijden, moet op veel fronten actief zijn. Om te beginnen mogen we niet langer naïef zijn. Een samenleving die weet dat er extremisten en extremisme bestaan, mag niet wegkijken maar moet optreden. Een democratie heeft het onvervreemdbare recht, zelfs de plicht, met al haar middelen op te treden tegen hen die de democratie willen vermoorden. We moeten de vijanden van de democratie beter kennen en volgen. We moeten snel af van verborgen hoeken en gaten waarin zonder toezicht tot haat wordt opgeroepen. Bij een samenleving met maximale vrijheid van meningsvorming en meningsuiting hoort ook maximale verantwoordelijkheid voor wat je zegt en anderen vertelt. Als bepaalde moskeeën en scholen nu nog vrijplaatsen zijn voor justitieel en onderwijskundig toezicht, dan moeten we daar snel een einde aan maken. Wie extremisten écht de wind uit de zeilen wil nemen, doet er vooral goed aan om de samenhang in de samenleving te herstellen. Wie niet zorgt voor de juiste samenhang, legt overal broedbedjes waarop onder bepaalde omstandigheden extremisten hun zaad kunnen strooien. Dus weg met de getto’s, weg met ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen, weg met elke discriminatie, weg met de groeiende ongelijkheid en weg met ‘wij’ en ‘zij’. Laten we zorgen dat we samen wonen en leven in plaats van apart. Wie hier woont hoort er hier bij. Met alle rechten. Met alle plichten. Daarover gaan we met niemand onderhandelen. Daar hoort iedereen zich aan te houden. Zodat we in vrijheid, ieder met eigen opvattingen en vragen en voorstellen voor de toekomst, samen kunnen blijven leven.
Sabine hoopt dat ze een dochtertje krijgt, dat op 12-jarige leeftijd van haar de fiets mag pakken om naar school te rijden. Ze hoopt dat ze zelf daarvoor sterk genoeg zal zijn. Ze doet haar best. Laten wij dat ook doen.