EU is ondemocratisch monster geworden
De Europese Unie – déze Europese Unie – heeft steeds minder te maken met de idealen die na de oorlog mensen inspireerden om een familie van democratische en vreedzame naties op te richten, de Europese Economische Gemeenschap. Het kleinkind van de EEG heet Europese Unie en is een ondemocratische, militaristische en bureaucratische club geworden, waarin burgers steeds minder te zeggen hebben. Tijd om alarm te slaan.
Tijdens de afgelopen achttien jaren die ik heb doorgebracht in het Europees Parlement heeft me niets kunnen afhelpen van het idee dat het integrationistische project in essentie slechts één agenda dient – die van de multinationale bedrijven. Dit bedreigt alles wat door mensen in Nederland en andere ontwikkelde lidstaten tijdens de laatste twee eeuwen is verworven: democratische rechten, economische zekerheid en de mogelijkheid om een menswaardig, productief en zinvol leven te leiden.
De macht van de multinationals werd weerspiegeld in de verdragen van Maastricht, Amsterdam en Nice, in de manier waarop de eenheidsmunt doorgevoerd werd en nu gecontroleerd wordt en in de dagelijkse aankondigingen van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en andere EU-instellingen: wat goed is voor zaken, is goed voor iedereen. En wat goed is voor zaken is, natuurlijk, de mogelijkheid om winst te maken onder zo min mogelijk beperkingen – zelfs wanneer deze beperkingen het milieu betreffen of het welzijn van mensen en andere levende wezens. Alles moet nu op de markt gebracht worden, niet omdat de kiezers dat willen, maar omdat de regels van de interne markt de marktwerking in steeds meer sectoren verplicht maken. Openbaar vervoer, post, nutsbedrijven, onderwijs en zorg – ze worden in toenemende mate behandeld alsof ze niet belangrijker zijn dan softdrink of snoep. En dat is niet zo maar eventjes een gril, die bij de eerstvolgende Europese verkiezingen door de kiezer kan worden teruggedraaid! De koers van Europa ligt vast in Europese verdragen en naar het zich laat aanzien straks zelfs in een Europese Grondwet. Dat betekent dat het voor ons allen, burgers en landen, in de Europese Unie geldt, tenzij alle lidstaten zich er unaniem tegen keren. We zitten in een fuik waarin de weg terug wordt afgesloten.
Want laat ons kijken naar de nuchtere feiten. Binnen de EU worden de belangrijkste beslissingen genomen door ongekozen instituties: de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie, het Hof van Justitie. Deze instellingen hoeven bovendien geen verantwoording af te leggen of slechts zeer beperkt (de Europese Commissie) aan welgekozen organen.Het stemhokje is dus niet langer een manier om fundamentele verandering in de richting van het beleid aan te brengen. De Raad van Ministers komt samen achter gesloten deuren en heeft macht om beleidsmaatregelen op te leggen aan mensen en landen van wie de verkozen afgevaardigden nooit de mogelijkheid hebben gehad om ze goed of af te keuren. De vergroting van de macht van het Europees Parlement niet heeft geleid tot democratisering, omdat deze groeiende macht niet is verkregen ten koste van de onverkozen gecentraliseerde instellingen maar door de macht van lidstaten en hun parlementen verder te reduceren. Bovendien hebben multinationals de middelen om een permanent lobbycircus in Brussel gaande te houden, veel meer dan de gewone burger en burgerorganisaties of zelfs van vakbonden of internationale NGO’s als Greenpeace of Friends of the Earth.
Deze aspecten van de Unie hebben effect over de hele linie van beleid waarvoor ze verantwoordelijk is. Uitbreiding werd gedaan niet in belang van de staatsburgers van de nieuwe lidstaten maar wel voor het westerse bedrijfsleven; defensiebeleid wordt niet ontwikkeld om te verzekeren dat wij allemaal in vrede kunnen leven maar wel in het belang van grote Europese wapenbedrijven; vervoerspolitiek dient niet het gemak van de mens maar de winst van de grote autoconcerns; milieubeleid komt altijd na de echte prioriteiten, de winsten van banken, industrie en intensieve landbouw.
Buiten haar eigen grondgebied, in haar relaties met de rest van de wereld, demonstreert de EU vooral een retorisch bewustzijn van de ongelijke machtbalans tussen Noord en Zuid. In werkelijkheid handelt de Unie vrij onbeperkt en gericht op de korte termijnbelangen van de Europese kapitaalbezitters. Haar hogelijk selectieve engagement met de vrije handel en haar protectionisme ten aanzien van de industrieën en landbouw van haar lidstaten hebben veel bijgedragen aan de onderontwikkeling die veel van haar armere handelspartners gedurende de laatste drie decennia heeft getroffen.
De werkgelegenheidspolitiek van de EU en haar sociale beleid zijn volledig ineffectief geweest in het reduceren van de werkloosheid en de groeiende sociale tweedeling. Het veelgeprezen milieubeleid heeft weinig gedaan om de schade te herstellen die is aangericht door het Gemeenschappelijk Landbouw-, Transport- en Visserijbeleid. Natuurlijk, het is niet dat alles dat de EU doet slecht is. Maar alles wat ze doet is onwenselijk of had beter op een andere manieren bereikt kunnen worden, met name zonder de verzwakking van democratie die de prijs van onze glorieuze unie blijkt.
Deze Europese Unie vervormt de natuurlijke behoefte van mensen om in vrede en samenwerking met hun buren te leven. Wij moeten dringend een nieuwe manier van internationale samenwerking in Europa vinden, een manier waarop wij allemaal, alle burgers in onze grote diversiteit en alle landen met onze grote verschillen van cultuur en geschiedenis, samen kunnen werken voor vrede, welzijn en een fatsoenlijke leven voor iedereen, zonder uitsluiting. De Unie die we nu hebben is inderdaad best belangrijk, zoals de Nederlandse regering propageert. Maar dat is ze vooral omdat ze níet levert wat ze belooft en faliekant de verkeerde kant opkoerst, weg van sociale en democratische rechten. Logisch dat veel mensen zich daarvan afkeren en van plan zijn hun stemrecht niet te gebruiken op 10 juni. Maar helaas: wie zwijgt, stemt toe en laat de Unie over aan de voorstanders. Als we nu de mond niet open doen hebben we straks helemaal niks meer te zeggen over dit ondemocratische en bureaucratische monster. Daarom moeten juist alle eurocritici op 10 juni hun stem verheffen. Als ze dat doen, zal de verkiezingsuitslag een onmiskenbaar protestsignaal afgeven aan die politici die Europa zo hebben laten ontsporen.