Partijen, praat mee over jullie toekomst!
Het ministerie van Binnenlandse Zaken organiseerde onlangs een symposium over de toekomst van politieke partijen. Ook de Nationale Conventie heeft de partijen tot één van haar thema's gemaakt. Het is de hoogste tijd dat politieke partijen zélf het initiatief nemen in de discussie over hun toekomst, in plaats van deze over te laten aan anderen.
In aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar zullen nog veel commentatoren de partijen achterhaald noemen. Gewezen zal worden op de dalende ledentallen, op het verwateren van de ideologische verschillen en op allerlei nieuwe vormen van representatie, zoals referenda en opiniepeilingen. Minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing heeft recent een aantal initiatieven ontwikkeld, zoals het Burgerforum en de Nationale Conventie, waarmee hij de politieke partijen omzeilt. De conventie heeft op haar beurt het functioneren van partijen tot één van haar thema's gekozen. Op 5 april organiseerde Pechtold's collega Johan Remkes van Binnenlandse Zaken een symposium over de toekomst van de politieke partijen.
Tijdens het symposium over de toekomst van de partijenpolitiek presenteerde Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, enkele verrassende cijfers. Het aantal mensen dat interesse toont in de politiek is toegenomen (van 41% in 1992 tot 51% in 2004), meer mensen geven aan dat zij 'iets' willen doen in de politiek (van 47% in 1992 tot 52% in 2004) en meer partijleden zijn ook daadwerkelijk actief binnen hun partij (van 17% in 1980 tot 29% in 2002). Het aantal mensen dat lid is van een politieke partij is tussen 1996 en 2006 afgenomen, maar dat geldt niet voor alle partijen. Vooral de ledentallen van CDA (van 95.000 naar 69.000) en VVD (van 53.500 naar 40.000) liepen terug. Andere partijen, zoals SP (van 17.000 naar 45.000) en GroenLinks (van 12.000 naar 21.000), mochten juist meer leden bijschrijven. PvdA (62.000), SGP (26.500) en ChristenUnie (24.000) bleven stabiel. Veel mensen zijn geïnteresseerd in de politiek en veel mensen willen politiek actief zijn, maar niet alle partijen slagen er even goed in om dit potentieel aan te boren.
Er gebeurt op dit moment veel in de partijen, maar vaak blijft dit voor de burgers verborgen. Na een periode waarin de verschillen tussen partijen leken te verwateren is het ideologische debat opnieuw terug in de partijenpolitiek. Binnen CDA en GroenLinks zijn discussies gaande over de uitgangspunten van de partij. De leden van PvdA en VVD hebben onlangs een nieuw beginselenprogramma aangenomen. Van ideologische debatten in de Tweede Kamer en in de media is echter nog maar weinig te merken.
Het is een misverstand dat politiek niet meer draait om ideeën, maar alleen om personen. Historicus Henk te Velde laat in Stijlen van leiderschap (2002) zien hoe bij politieke leiders als Thorbecke, Kuyper, Colijn, Drees en Den Uyl stijl en uitgangspunten juist nauw met elkaar verbonden waren. De leiderschapsstrijd binnen de VVD tussen Rutte en Verdonk gaat evenmin alleen om personen, maar is ook een keuze voor de ideologische koers van de partij.
Politieke partijen zouden veel meer kleur moeten bekennen en kiezers duidelijk moeten maken wat hun visie is op de mens en de samenleving. Partijen moeten niet alleen naar mensen luisteren, maar hen vooral keuzes voorleggen. Het is mooi als mensen via peilingen en onderzoeken hun mening mogen geven, maar dit maakt kiezers tot consumenten. Een vorm van consumentisme is ook het Burgerforum van Pechtold, dat een plan voor een nieuw kiesstelsel moet opstellen. Het is de vraag waarom 140 gelote vrijwilligers meer representatief zouden zijn dan 150 gekozen volksvertegenwoordigers, die allemaal partijen vertegenwoordigen die uitgesproken visies hebben op ons kiesstelsel. Juist de partijen moeten burgers heldere keuzes voorleggen en hen daarmee verantwoordelijk maken voor de gevolgen van beleid.
Belangrijk is ook dat mensen een verschil kunnen maken. Leden moeten in een partij aan de slag kunnen met hun idealen of frustraties. De SP probeert dit te bereiken door mensen niet alleen een gewillig oor te bieden, maar ook hun activisme te versterken, door het verspreiden van kranten en folders, deelname aan partijactiviteiten en het voeren van politieke acties. Leden worden op deze manier direct betrokken bij de partij en dragen bij aan het falen of het succes. Partijleiders beperken zich nog te veel tot klagen en tot het vragen om meer subsidie. Partijen zouden veel duidelijker moeten maken wat hun rol is in de politiek, waarin zij zich onderscheiden van andere partijen en waarom zij leden nodig hebben.