Conservatieven, meer analyse graag!
Het populisme van de conservatieven kan de samenleving ernstig ontwrichten. Minder culturele strijd en onderbuikgevoelens, liever een humanistische blik.
De moord op Theo van Gogh heeft de spanningen in de Nederlandse samenleving verscherpt. Intellectuelen hebben nu een speciale verantwoordelijkheid. Het is bedenkelijk als conservatieven als Bart Jan Spruyt de solidariteit in de samenleving onder druk zetten door te pleiten voor meer belastingvoordelen voor de rijken en een lager loon voor de armen. Ronduit onverantwoord is het om groepen in de samenleving hun grondrechten te ontzeggen en de oorlog te verklaren.
De komst van de Burke Stichting heb ik in eerste instantie met instemming begroet. Niet om inhoudelijke redenen; het conservatieve mens- en wereldbeeld is in alle opzichten strijdig met het mijne. Wel had ik de hoop dat deze conservatieven een bijdrage zouden leveren aan de verdieping van het politieke debat.
De opvattingen van deze deels door rijke Amerikanen gefinancierde denktank zijn echter ondoordacht. In oktober 2003 verscheen een Conservatief Manifest, waarin werd geklaagd over het verlies aan normen en waarden, het verval van het onderwijs en de teloorgang van het gezinsleven. De analyse vond ik soms verfrissend, maar de oplossingen vielen tegen; men omarmde de bestaande liberale ideeën van minder overheid en meer markt.
Nog meer glans verloren de conservatieven toen directeur Spruyt onlangs een programma presenteerde voor een nieuwe conservatieve partij, met Geert Wilders als beoogd lijsttrekker. Spruyt schetste hierin het schematische beeld van een christelijke en een islamitische cultuur, die principieel onverenigbaar zijn. Grondwettelijke rechten als de vrijheid van onderwijs en vereniging zijn volgens hem een verworvenheid van de christelijke cultuur. Moslims moeten deze grondwettelijke rechten eerst ‘verdienen’: ‘Geen burgerschap zonder beschaving,’ aldus Spruyt.
Kort na de publicatie van het programma is de samenwerking met Wilders afgeketst. Eerder brak Spruyt met medeoprichter Joshua Livestro, de liberale conservatief die tot bloei kwam onder de hoede van Eurocommissaris Bolkestein. Nu hebben ook oud-CDA-ers Van Agt en Hillen en senator voor de ChristenUnie Van Middelkoop de denktank verlaten. Nog hoger is de prijs dat de denktank zich heeft bekeerd tot goedkoop populisme.
Conservatieven als Spruyt hanteren een specifieke opvatting van cultuur, die eveneens is terug te vinden in boeken als Tegen de decadentie (2004) van Paul Cliteur en Tegen de islamisering van onze cultuur (1997) van Pim Fortuyn. Deze stelde dat ieder mens onlosmakelijk is gebonden aan een cultuur. Een dergelijk holisme, waarin het principieel onmogelijk is om je een andere cultuur eigen te maken, belooft weinig goeds voor een land als Nederland, dat traditioneel bestaat uit louter minderheden. Nog verontrustender wordt het als conservatieven deze cultuuropvatting verbinden met de idee van de ‘clash of civilizations’, naar een boek van Samuel Huntington. Deze gaat er niet alleen van uit dat elk individu onlosmakelijk is verbonden met een cultuur, maar ook dat deze culturen elkaar noodzakelijk naar het leven staan. De keuze is simpel: we moeten nu de strijd aangaan met de islamitische cultuur. Als we dat niet doen, dan zal onze cultuur worden aangetast door de moslims en uiteindelijk verdwijnen.
Tegenover deze interpretatie van cultuur staan veel andere, waaronder een meer humanistische, die veel beter past in de Nederlandse traditie. Spreken over dé moslimcultuur is in deze opvatting net zo onzinnig als over dé christelijke cultuur. Het is alleen mogelijk om te spreken over één Nederlandse samenleving. Deze bestaat uit meer dan zestien miljoen mensen, die allemaal van elkaar verschillen en die met elkaar zullen moeten leren samenleven. Dat kan niet door het prediken van culturele strijd. Daarvoor zijn wel algemeen aanvaarde regels nodig, gedeelde morele uitgangspunten, een overeenkomstig beeld van het verleden en een gemeenschappelijke visie op de toekomst.
De persoon van de moordenaar van Theo van Gogh laat zien dat makkelijke oplossingen voor de oplopende spanningen niet bestaan. Goed onderwijs, beheersing van de taal en een arbeidsperspectief voor jongeren zijn maar een deel van de oplossing. Mohammed B. was immers geen kansloze jongere, evenmin misschien als de mensen die nu scholen en moskeeën in brand steken.
Het is echter onzin dat ook andere Mohammeds zich als vanzelf aangetrokken voelen tot de politieke islam. Door hen nu de oorlog te verklaren zal voor sommigen de aantrekkingskracht voor dit alternatief echter wel groter worden. Als conservatieven steeds meer jongeren vertellen dat zij niet bij onze samenleving horen, dan worden hun opvattingen tot een self-fulfilling prophecy en leveren zij een bijdrage aan een samenleving die zij vrezen. Graag zie ik minder onderbuikgevoelens en meer analyse, bijvoorbeeld over de versterking van de gemeenschapszin en de vormgeving van een gemeenschappelijke moraal. Van een denktank mag toch een meer constructieve bijdrage worden verwacht.