Voorstel salderingsregel moet de prullenbak in
Iemand die zelf stroom opwekt met zonnepanelen en dit overhoudt, ziet dit verrekend met energieverbruik bij de jaarrekening. Dit ‘salderen’ wil de regering afbouwen en in 2031 afschaffen. Juist nu óók woningcorporaties werk maken van zonnepanelen op sociale huurwoningen, zodat nog meer huishoudens profijt hebben van een lage energierekening, wil de regering het verrekenen afschaffen. Terwijl juist zonnepanelen op dak nodig zijn voor een eerlijke en rechtvaardige energietransitie. Het is uitermate dom om de salderingsregeling af te schaffen, stelt SP-Kamerlid Renske Leijten, het zet draagvlak voor de energietransitie op de helling en uiteindelijk is de enige die profiteert de commerciële energieleverancier.
Het doel en de aanleiding van het afschaffen van de salderingsregeling ontbreekt. Minister Jetten stelt dat het financieel té gunstig is om zonnepanelen te nemen. Dat is een rare redenering, want was dit niet juist gewenst voor de omslag naar duurzame energie? Jetten zet hiermee het draagvlak en de rechtvaardigheid van de energietransitie op het spel. De Autoriteit Consument en Markt zegt dat het netwerk het niet aan zou kunnen, maar dit voorstel regelt niet dat er minder wordt opgewekt. Zij zegt dat het de gebruiker aan moet zetten om energie te gebruiken als het er is, maar voert de regering niet juist een campagne om mensen energie te laten bespáren?
Er wordt gesteld dat mensen zónder zonnepanelen profiteren als mensen met zonnepanelen geen ‘korting’ op energie meer krijgen. Helaas regelt het wetsvoorstel nergens dat het niet verrekenen van opgewekte energie met geleverde energie ten goede komt aan de rekening van iedereen. Integendeel. Dit wetsvoorstel regelt dat iedereen flexibele tarieven krijgt en daarmee is het risico van de grillen van de markt volledig bij de huishoudens gelegd. Nu neemt de energieleverancier dat risico nog op zich. Het is dus ook de energieleverancier die de enige is die profiteert van dit wetsvoorstel.
Zorgen over het feit dat veel mensen geen kans hebben om zelf energie op te wekken via zonnepanelen is overigens terecht. Zo zijn huurders en zij die niet kunnen investeren nu uitgesloten van ‘winst’. Maar dit is eenvoudig op te lossen door te zorgen dat meer mensen panelen krijgen of mee kunnen delen waar ze al liggen.
Het afschaffen van de salderingsregeling schaadt het draagvlak voor de energietransitie. Het aanleggen van zonnepanelen wordt minder aantrekkelijk en daarmee ook het zelf opwekken van energie. De opgewekte stroom krijgt de verkoopprijs van het moment van opwekking, dat is eerlijker betogen de energieleveranciers. Ze vergeten te zeggen dat dit voor henzelf makkelijker is en verzwijgen ook dat zonnepaneeleigenaren energieproducent worden en op de markt maar uitzoeken wat ze ervoor krijgen. Het afschaffen van verrekenen moet leiden tot meer marktwerking, terwijl juist een meerderheid van de Nederlanders voor het nationaliseren is.
Politieke keuzes over onze energievoorziening zijn belangrijker dan ooit. Niet alleen de betaalbaarheid van energie, de omslag naar duurzame energie en zeker ook de beschikbaarheid van energie zijn belangrijke en grote onderwerpen. Hierbij horen keuzes die logisch, voorspelbaar en eerlijk zijn. We moeten naar een stabiel systeem toe werken van energieonafhankelijkheid en energiezekerheid en daarvoor moet iedereen mee kunnen doen. We moeten kiezen voor regionale planning van opwekking, het delen van opgewekte energie en het opslaan van energie. Want beter maken we mogelijk dat buurten, flatgebouwen, regio’s, zelfvoorzienend worden – en onafhankelijk van energieleveranciers, in plaats van consumenten tegen elkaar uit te spelen ten gunste van een hogere winstmarge voor energieleveranciers.
Het wetsvoorstel om het salderen af te schaffen stamt uit een tijd dat velen energie als heilige markt zagen en niet als eerste levensbehoefte. Politiek hoort het algemeen belang te dienen en niet de commerciële winst van energieleveranciers, daarom kan de Tweede Kamer dit voorstel het beste naar de prullenbak verwijzen.
Deze opinie is op 18-01-2023 in het Algemeen Dagblad gepubliceerd.