Corpora, pas je aan of ga lallend ten onder
Bangalijsten, sletprijzen, muurplassers, straatpoepers, mishandelingen tijdens introductie, vernederingen bij ontgroeningen, buren die maar zelden nog kunnen slapen en studenten die in het ziekenhuis belanden. Wat is er in hemelsnaam aan de hand met de meest traditionele van de studentenverenigingen, de corpora, het Groningse Vindicat atque Polit voorop?
Vindicat mocht zich al enige tijd verheugen in toegenomen aandacht van de Rijksuniversiteit Groningen en de HanzeHogeschool. Helaas was dit niet vanwege de uitstekende bijdrage die het corps leverde aan de stad of haar leden, maar vanwege de aanhoudende stroom incidenten die de club achtervolgt. De vraag of een aantal incidenten een patroon blootlegt, is deze week ook door de Universiteit en de Hogeschool beantwoord, toen zij de bestuursbeurzen voor Vindicatters opschortten.
Wanneer een nieuwe student besluit lid te worden van een studentenvereniging, is daar natuurlijk niks mee. Maar de corpora hebben – dat is ondertussen wel duidelijk – een cultuurprobleem. Natuurlijk, zet een groep jonge mensen bij elkaar en er gaan problemen en incidenten voorkomen. Maar bij een serie aan elkaar gerelateerde incidenten zoals afgelopen jaren moet je durven erkennen dat er een patroon is. Een vereniging als Vindicat heeft duidelijk een cultuurprobleem. Dat is overigens niet alleen ons oordeel, maar ook dat van de commissie die naar aanleiding van de incidenten in het vorige collegejaar de vereniging onder de loep nam. Vindicat zou met de bevindingen aan de slag gaan.
Met enig gevoel voor understatement zou men kunnen stellen dat deze cultuurverandering nog 'work in progress' is. Binnen een week haalde de vereniging het nieuws met misdragingen in en buiten een sushirestaurant en het besmeuren van een rugbyclub. Ook in de reactie van de corpora op incidenten is een patroon te ontwaren. Het valt allemaal wel mee. Zo ook deze week. Zowel de voorzitter als de voorzitter van de oud-leden van Vindicat was er als de kippen bij om te stellen dat het toch allemaal zo erg niet was. Remco Kouwenhoven – voormalig VVD-wethouder in Haren ten tijde van Project X en voorzitter van de oud-ledenclub van Vindicat – stelde zelfs dat elk feestje wel een beetje uit de hand loopt. 'Truttigheid ten top' noemde Kouwenhoven de ophef.
Wij begrijpen dat een VVD'er die Project X als referentiekader heeft voor een feestje, de ophef al snel overdreven vindt. De rest van Nederland vindt uitwerpselen die over de muur worden uitgesmeerd iets minder conform de ondertussen ironische verkiezingsslogan van de partij: Normaal. Doen.
Een ander symptomatisch verschijnsel is het koesteren van de status aparte van de corpora. Dat ze daarbij niet-leden zien als 'knorren' is op een bepaalde knullige manier nog wel aandoenlijk. Dat meldingen over 'zwijgcontracten' bij misstanden naar buiten blijven komen is een stuk ernstiger. Zeker gecombineerd met het eigen interne rechtssysteem. Je kunt je niet naar eigen welbevinden onttrekken aan onze rechtsstaat, wanneer het even niet uitkomt. Probeert u zich eens voor te stellen wanneer een overlastgevende jeugdbende of een motorclub als officiële reactie op een mishandeling zou laten weten dat aangifte niet nodig is 'omdat ze dit intern wel oplossen'.
Sancties zouden in de eerste plaats moeten komen van universiteiten en hogescholen, die de corpora juist hun status verschaffen. Het recht op vereniging is vrij, het recht op erkenning binnen de academische gemeenschap is dat niet. Juist door de felbegeerde status aan de verenigingen te ontnemen bij aanhoudend wangedrag worden ze in hun hart geraakt. Niet meer vooraan bij de opening van het academisch jaar. Niet meer onderdeel van de officiële introductieweek. Zonder status geen corps.
Meerdere verdedigers van de corpora benadrukken dat het corps toegang biedt tot de toekomstige maatschappelijke elite. Dat is in ieder geval in het verleden waar gebleken. Een onwenselijke ontwikkeling, volgens de SP. Het Old Boys Network dat elkaar belangrijke maatschappelijke functies en baantjes toeschuift heeft al genoeg schade aangericht in het verleden. Bovendien belooft het weinig goeds wanneer de omgangsvormen zoals die bijvoorbeeld tijdens de ontgroening gebruikelijk zijn, het moreel kompas van onze toekomstige maatschappelijke elite af gaan stellen. Ons land verdient een betere elite dan dat.
Daarnaast wijzen oud-leden regelmatig erop dat de excessen van afgelopen jaren niets nieuws zijn, en dat het er vroeger niet anders aan toe ging. Wij denken dat ze daar gelijk in hebben. Maar daarmee onderstrepen ze juist onze kritiek: Waar de corpora hadden moeten veranderen, lijkt dat niet te zijn gebeurd. En waar corpora soms nog in het verleden leven, is de wereld om hen heen wel degelijk veranderd. Vernielingen, seksisme, vernedering, misdraging en mishandeling worden niet langer meer geaccepteerd. Dus de keuze is aan de corpora zelf: Ze kunnen zich aanpassen aan de nieuwe tijd of als lallende anachronismen ten onder gaan.