Verkoop van staatsbossen is onnodige landroof
Om de staatskas op orde te brengen is het kabinet Rutte van plan een deel van de Nederlandse natuurterreinen te verkopen. Dat is een slechte zaak en niet nodig. Er zijn alternatieven om kosten te besparen en tegelijkertijd natuur te behouden.
Het Haagse Bos, inclusief Malieveld. Nieuw-Wulven bij Houten. Het Balij en Bieslandse Bos tussen Zoetermeer en Den Haag. Rijksmonument Klooster in Ter Apel. Natuur- en recreatiegebied Spaarnwoude bij Haarlem. Het Werk aan de Korte Uitweg bij Schalkwijk.
Dit is slechts een kleine selectie uit de duizenden natuurterreinen die Staatsbosbeheer in bezit heeft. 15.000 hectares van deze terreinen worden verkocht als het aan de nieuwe regering ligt; ze behoren niet tot de Ecologische Hoofdstructuur en zijn dus overbodig.
Grond die recent is aangekocht en voor flink wat geld is ingericht moet voor 10 tot 20 procent van die waarde verkocht worden. Voor een opbrengst van 100 miljoen euro wordt minstens 500 miljoen euro aan publieke investeringen verkwanseld. Het is een schokkend staaltje diefstal van een collectief goed. In het regeerakkoord wordt ook nog eens 37.000 hectare aan plannen voor nieuwe natuur geschrapt, met name rond de grote steden.
De afgelopen vijftien jaar is veel inspanning en belastinggeld geïnvesteerd in de ontwikkeling van natuur. Op dit moment heeft ons land de minste natuur van alle EU-lidstaten. Natuurgebieden liggen permanent onder vuur. Aan de randen rukt de verstedelijking op. In het hart liggen projectontwikkelaars op de loer om het vol te bouwen. Nieuwe en bredere wegen hakken de grotere natuurgebieden in mootjes. Het gaat om recreatiegroen bij de grote nieuwbouwlocaties, het uitbreiden van de belangrijkste natuurgebieden en de aanleg van ecologische verbindingszones die natuurgebieden met elkaar verbinden. Juist deze verbindingszones bieden dieren en planten de kans te zich te verspreiden en voorkomen zo uitsterven. In bijvoorbeeld de Oostvaarderswold, de verbindingzone tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe, is al 160 miljoen euro geïnvesteerd.
Staatsbosbeheer is bij de plannen van het kabinet de kop van jut. Dit is immers een overheidsinstelling, in tegenstelling tot Natuurmonumenten en de Provinciale landschappen. De coalitie suggereert dat de te verkopen gronden vooral bestaan uit weilanden en akkers, met weinig landschappelijke waarde. Wij hebben de kaarten eens bekeken en zijn ons rot geschrokken.
Allereerst blijkt er geen scherpe grens te trekken tussen Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en andere natuur. Als je inzoomt op de eigendommen van Staatsbosbeheer blijkt eenzelfde bos voor een deel tot de EHS te horen, terwijl precies hetzelfde bos honderd meter verderop er buiten valt. Moet dat deel dan straks verkocht worden? Tot de eigendommen van Staatsbosbeheer buiten de EHS behoren zeer waardevolle cultuurhistorische objecten, zoals het Malieveld, het Haagse Bos en tientallen rijksmonumenten. Een aantal forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn eigendom van Staatsbosbeheer, maar liggen niet binnen de EHS. Er is veel geïnvesteerd in het herstel van de linie, die is voorgedragen voor de werelderfgoedlijst.
Ook de bewoners van grote steden mogen zich zorgen maken. Door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de overheid is in het kader van het project Recreatie om de Stad (Rods) veel geïnvesteerd in nieuwe bossen en andere natuur. Allemaal geen EHS, dus potentiële grond voor de verkoop. Je zal voor veel geld een woning gekocht hebben en vervolgens wordt het beloofde groen wegbezuinigd. Dan voel je je bestolen.
In het landelijk gebied bezit Staatsbosbeheer veel kleine landschapselementen, zoals houtwallen. Die zijn bij ruilverkavelingen overgedragen om te voorkomen dat ze gekapt werden. In sommige van deze schilderachtige landschappen bepalen ze 30 procent van de natuurwaarden. Je moet je niet voorstellen hoe die gebieden er over 25 jaar uitzien als dit 'klein groen' verkocht wordt.
Maar niet alleen die kleine landschapselementen en de recreatiebossen zijn in gevaar. Het robuuste beekdal van de Ruiten Aa, tussen Groningen en Drenthe, behoort niet tot de EHS, net als het rijksmonument Klooster Ter Apel. In het gebied van de oude veenkoloniën is veel in natuur geïnvesteerd om deze straatarme streek aantrekkelijker te maken voor toeristen. Helaas: ook dit zijn voor het kabinet Rutte vogelvrij verklaarde gronden. Op de Waddeneilanden bezit Staatsbosbeheer vele gronden buiten de EHS, zoals de natuurcamping Nieuw Formerum op Terschelling. Een steenworp verder kan je zien wat er gebeurt als dit soort terreinen wordt verkocht aan speculanten. Een camping is daar omgebouwd tot een compleet chaletpark.
Deze afbraakplannen worden gemotiveerd door de noodzaak om de staatskas op orde te brengen, op zich een reëel argument. Er zijn echter best mogelijkheden om te bezuinigen zonder verlies van natuurgebieden. De eigendommen van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de provinciale landschappen vormen op dit moment een lappendeken. Door onderlinge grondruil en intensievere samenwerking kunnen kosten bespaard worden op beheer. Een andere zoekrichting is de verbetering van de wettelijke bescherming voor kleine landschappelijke elementen, te vergelijken met het right of way in Engeland. Als (nieuwe) eigenaren verplicht zijn om kleine landschappelijke elementen te onderhouden zou de noodzaak voor publiek eigendom komen te vervallen.
De natuurbeherende organisaties kunnen dit soort alternatieven verder uitwerken. Eerst en vooral moet deze aanslag door de bende van Rutte verijdeld worden. Laat iedereen met hart voor de natuur zijn stem verheffen tegen deze landroof.