opinie
Paulus Jansen:

Verkoop aandelen NUON is dom

Wethouder Gehrels wil graag de aandelen van NUON verkopen. Zodoende hoopt zij snel een fortuin binnen te halen, maar ze geeft hiermee ook heel wat uit handen. Volgens de SP is de prijs van het verkopen van deze aandelen erg hoog en getuigt het van kortzichtig beleid als de gemeente deze aandelen toch van de hand doet.

De gemeente Amsterdam heeft bijna 10% procent van de aandelen van NUON in handen. Daarmee heeft de gemeente een redelijk grote invloed op het beleid van het energiebedrijf waarin het voormalige G.E.B is opgegaan. De overige aandelen zijn in handen van andere lagere overheden zoals bijvoorbeeld de provincies Noord-Holland en Gelderland. De gezamenlijke aandeelhouders moeten actiever worden en zich niet alleen focussen op de hoogte van het jaarlijkse dividend. Dit betekent dat ze aandacht moeten hebben voor een fatsoenlijke energieprijs, energiebesparing, verduurzaming en consumentenbescherming. Daarnaast moeten zij de salarissen van de topbestuurders in de gaten gehouden. Indien de aandelen verkocht worden aan particuliere investeerders, is het risico erg groot dat binnenkort nog meer geld van onze energierekening belandt in de zakken van enkele topbestuurders.

Energie is een eerste levensbehoefte. Door de liberalisatie van de energiemarkt zijn zowel voormalige nutsbedrijven zoals NUON, als de nieuwe toetreders zoals Oxxio en GreenChoice zich commerciëler gaan gedragen. Wat ons betreft worden de vier energiebedrijven - NUON, Essent, Eneco en Delta - die nu nog in overheidshanden zijn juist omgevormd tot maatschappelijke ondernemingen die tegenwicht kunnen bieden tegen de private energiebedrijven.

Wethouder Gehrels wil toch de aandelen van de hand doen. Eerder deed de gemeente dit ook al met de aandelen van kabelmaatschappij UPC. Dit geld werd toen uitgegeven aan de bouw van IJburg. Wat Gehrels nu met het geld wil doen, is nog onduidelijk. Wellicht om haar futuristische plannen voor een nieuw stadion te realiseren of de Olympische droom dichter bij Amsterdam te brengen. In ieder geval kiest de wethouder liever voor een eenmalige opbrengst van zo’n 500 miljoen euro voor de gemeente, ten koste van de portemonnee van de Amsterdamse huishoudens.

De SP acht de verkoop van aandelen NUON aan marktpartijen buitengewoon onverstandig. Ook de fracties van PvdA, GroenLinks en CDA hebben dit in de Tweede Kamer net als de ministers Bos en van der Hoeven al betiteld als ongewenst. Deskundigen zoals de econoom Arnold Heertje waarschuwen ook voor de grote risico’s van de verkoop van deze aandelen. Waarom de wethouder dit plan tegen alle waarschuwingen in toch door wil zetten blijft een raadsel.

Als de wethouder dan tóch wil verkopen, heeft de SP een goed alternatief; verkoop de aandelen aan de provincies die al aandeelhouder zijn van NUON. Gezien de schaal van NUON zou het namelijk logisch zijn het aandeelhouderschap te concentreren bij de provincies. Door deze concentratie van het aandelenbezit wordt de democratische controle via de publieke aandeelhouders groter. Om te voorkomen dat de provincies teveel gaan letten op hun financieel profijt, zou de winstafdracht van de publieke energiebedrijven wettelijk beperkt moeten worden tot een rentevergoeding over de geïnvesteerde bedragen.

Amsterdam kan hiermee een trend zetten die ook bij de drie andere publieke energiebedrijven kan worden doorgezet. Het ligt dan voor de hand dat deze vier publieke bedrijven elkaar niet gaan beconcurreren, géén dure reclamecampagnes voeren om bij elkaar klanten weg te kapen en gaan samenwerken bij de inkoop van fossiele brandstoffen.

Zo hebben de Nederlandse klanten straks in iedere regio de keuze tussen een degelijk, betaalbaar publiek energiebedrijf naast de commerciële jongens van het snelle geld. Met name de positie van huishoudens en het midden- en kleinbedrijf zal hierdoor versterkt worden.

Betrokken SP'ers