Opschaling en privatisering Essent: ramp voor de klant
De drie grootste aandeelhouders van Essent, de provincies Noord-Brabant, Limburg en Overijssel, hebben vandaag bekend gemaakt een strategische fusie met een –eventueel buitenlandse- partner na te streven. Op termijn willen de provincies helemaal van hun aandelen af. De voorgenomen verkoop van het bedrijf is slecht voor de huishoudens die klant zijn bij Essent en slecht voor het maatschappelijk belang in bredere zin. Om die reden zou er eerst een publiek debat gevoerd moeten worden over de toekomst van de energievoorziening, vóórdat de provinciebesturen in achterkamertjes contracten gaan opstellen.
Nederland heeft nu nog vier publieke energiebedrijven, die eigendom zijn van provincies en gemeenten: Essent, NUON, Eneco en Delta. Samen hebben ze ongeveer 75% van de Nederlandse huishoudens als klant. De rest is inmiddels overgestapt naar commerciële aanbieders als Oxxio of E.on. Omdat de vier publieke bedrijven nu nog een dochteronderneming hebben die zich bezig houdt met het beheer van het elektriciteits- en gasnet, is het tot op de dag van vandaag verboden dat de aandeelhouders hun bedrijf verkopen aan een private investeerder. Maar dat gaat binnenkort veranderen. Per januari 2010 moeten Essent, NUON, Eneco en Delta hun netbedrijf afgesplitst hebben. Zodra dat gebeurd is, mogen de aandeelhouders het productie- en handelsbedrijf verkopen.
Door deze wetswijziging is er nu grote activiteit in kringen van aandeelhouders om in te spelen op de nieuwe situatie. In het verleden zaten vrijwel alle provinciebesturen op de lijn: zo snel mogelijk verkopen. Maar in de aanloop naar de laatste Statenverkiezingen werd duidelijk dat er onder de bevolking grote weerstand bestaat tegen de uitverkoop van ons tafelzilver. Weliswaar gedragen de grote vier zich ook nu al als commerciële bedrijven: ze maakten over 2006 samen €2,3 miljard winst, ruim €400 per klant. Van die winst werd €1,3 miljard uitgekeerd aan de provincies en gemeenten. Maar door een fusie/overname zal de positie van de publieke aandeelhouders nog verder verwateren, waardoor ze alleen nog oog zullen hebben voor een zo hoog mogelijk opbrengst aan dividend en/of verkoop van aandelen.
Energiebedrijven, ook de handels- en productiebedrijven, zijn een strategisch bezit. Dat geldt dubbel voor de komende periode, nu fossiele energie snel schaarser, dus duurder, wordt en Europa afhankelijk dreigt te worden van importen uit Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat is een risico voor onze economie en de portemonnee van de Nederlandse huishoudens. Daarom zullen we de komende jaren hard moeten trekken aan de groei van het aandeel duurzame energieproductie, verhoging van de energie-efficiency in de bedrijven en energiebesparing bij de huishoudens. Publieke energiebedrijven kunnen daar een grote rol in spelen, mits de aandeelhouders weer vooral gaan letten op maatschappelijke output in plaats van op dividenduitkering. De provincies, nu de grijze muizen van de overheid, zouden blij moeten zijn dat ze zich eindelijk eens kunnen profileren met thema’s die iedereen bezig houden, zoals betaalbaarheid, leveringszekerheid, energiebesparing, verduurzaming en consumentenbescherming.
Energie is een eerste levensbehoefte. Door de liberalisatie van de energiemarkt zijn zowel voormalige nutsbedrijven zoals Essent, als de nieuwe toetreders zoals Oxxio en GreenChoice zich steeds commerciëler gaan gedragen. Consumentenrubrieken als Kassa en Radar maken overuren bij het aan de kaak stellen van excessen bij het werven van klanten, spookrekeningen, voorschotten en afsluiten. Wat ons betreft worden de vier publieke energiebedrijven - NUON, Essent, Eneco en Delta - omgevormd tot maatschappelijke ondernemingen die tegenwicht kunnen bieden tegen de private energiebedrijven.
Het ligt voor de hand dat deze vier publieke bedrijven elkaar niet gaan beconcurreren, géén dure reclamecampagnes voeren om bij elkaar klanten weg te kapen en samenwerken bij de inkoop van fossiele brandstoffen. De kosten van dividenden, hoge salarissen voor bestuurders en reclamecampagnes kunnen dan fors worden teruggedrongen met als resultaat een lagere energierekening voor de klanten. Zo hebben de Nederlandse klanten straks in iedere regio de keuze tussen een degelijk, betaalbaar publiek energiebedrijf naast de commerciële jongens van het snelle geld. Vooral de positie van huishoudens en het midden- en kleinbedrijf zal hierdoor versterkt worden.
Er is dus geen enkele reden tot uitverkoop van onze publieke energiebedrijven. Het wordt tijd voor een publiek debat over de richting van het energiebeleid. De Statenfracties van de SP in Groningen en Noord-Brabant hebben voorstellen gedaan om te komen tot een breed debat met provincies, gemeenteraden en Tweede Kamer over de toekomst van onze energie. In Brabant wezen CDA, PvdA en VVD dit voorstel af. Het resultaat is dat de geheimhouding blijft domineren, waardoor motieven, onderbouwing van argumenten en alternatieven buiten beeld blijven en een democratische besluitvorming wordt gefrustreerd.