Tesla-subsidie vooral voor welvarenden
De meeste mensen staan inmiddels wel achter het streven om de hoeveelheid fossiele brandstof die wij als samenleving verbruiken te verminderen. Als dit niet vanwege klimaatopwarming is, dan is het wel vanwege onze afhankelijkheid van controversiële landen waar deze brandstoffen, zoals olie en gas, vandaan komen. Er worden in Den Haag daarom alsmaar ambitieuzere doelstellingen geformuleerd en tegelijkertijd miljarden aan belastinggeld uitgetrokken om die te halen, waarbij rechtvaardigheid vaak ver te zoeken is. Zo moet er, naast ons energieverbruik thuis en in de industrie, onder andere veel op de schop in het personenvervoer. Van links tot rechts bestaat er daarom geen principiële afkeer tegen elektrische auto's, om onze afhankelijkheid van benzine en diesel te verminderen. Waar echter wél een flinke afkeer tegen bestaat – in ieder geval bij mij – zijn de miljardensubsidies die al jarenlang van de Staat naar het meest welvarende deel van de bevolking gaan om hen in uitstootvrije auto's te krijgen.
Belastingvoordelen
Stekkerauto's zijn uitgezonderd van wegenbelasting, belasting op personenwagens en motorrijwielen (bpm) én torenhoge accijns aan de benzinepomp. Zakelijke rijders genieten bovendien van een lagere bijtelling. Maar misschien wel het meest bekend is de aanschafsubsidie die officieel 'subsidieregeling elektrische personenauto's particulieren' heet, en in de volksmond de Tesla-subsidie. De overheid betaalt duizenden euro's mee aan de aanschaf van elke elektrische auto. Dit begon met €4000 per nieuwe auto in het jaar 2020 en is afgebouwd naar €2950 dit jaar. Na volgend jaar zou het afgelopen moeten zijn met de Tesla-subsidie en dat is maar goed ook. Het is namelijk maar de vraag of dat gemeenschapsgeld – honderden miljoenen bovenop alle andere belastingvoordelen – goed besteed is.
Staatssteun onnodig
De tussentijdse evaluatie liet zien dat een ruime meerderheid van de subsidietrekkers ook een stekkerauto zou hebben gekocht als de Tesla-subsidie er niet was geweest. Dat is ook niet gek, want uit diezelfde evaluatie bleek dat de gemiddelde gebruiker relatief welvarend is en dat het om een 'relatief iets oudere groep mensen gaat'. Zelfs de politieke voorkeur van de subsidietrekkers is onderzocht en het zou met name om stemmers van VVD, D66 en GroenLinks gaan. Weinig verrassend. Deze mensen hebben dus helemaal geen staatssteun nodig om over te stappen naar een stekkerauto, maar tóch gaf meer dan de helft aan hun aanschaf te hebben uitgesteld omdat de subsidiepot in een bepaald jaar leeg was en zij op het nieuwe jaar hebben gewacht. Daar werkte de Tesla-subsidie dus zelfs vertragend.
Oneerlijk
In de EU is besloten dat vanaf het jaar 2035 alle nieuwe auto's in Europa uitstootvrij moeten zijn. Dit soort normering voor fabrikanten zet een haalbaar punt op de horizon en verdient steun. De Nederlandse regering doet daar echter een schepje bovenop en wil dat in ons land al vanaf 2030 alleen nog uitstootvrije auto's worden verkocht. Volgens de prognoses komen ze echter niet eens in de buurt van hun eigen doelstelling, dus zijn ze naarstig op zoek naar iets nieuws. Het risico is dat oneerlijke subsidies voor relatief dure auto's (wellicht in een nieuw jasje) worden voortgezet, terwijl elektrisch rijden voor veel mensen onbetaalbaar blijft. Verstandiger zou zijn om scherper te normeren en fabrikanten aan te sporen betaalbare modellen te produceren.
Mahir Alkaya, Tweede Kamerlid (SP)
Deze opinie verscheen op 21-01-2023 in de Telegraaf.