Zeehondenjacht ethisch onacceptabel – net als niets doen
Binnen enkele dagen begint in Canada opnieuw de commerciële zeehondenjacht waarbij naar schatting driehonderdduizend pasgeboren dieren op wrede wijze hun einde vinden. Dat gebeurt vooral om de Europese markt van bontpelzen te voorzien. Volgens SP-Kamerlid Van Velzen en dierenarts en ethicus Stafleu is niet alleen deze jacht ethisch verwerpelijk: toekijken is dat evenzeer.
Binnen enkele dagen begint in Canada opnieuw de commerciële zeehondenjacht waarbij naar schatting driehonderdduizend jonge dieren op wrede wijze hun einde vinden. Dat gebeurt vooral om de Europese markt van bontjassen te voorzien. Na felle protesten in de jaren zeventig leek de jacht op jonge zeehonden voorgoed voorbij. Maar alleen het doden van zeehondenpups met witte vacht werd verboden. Twee à drie weken na geboorte beginnen de pups hun witte haren kwijt te raken en dan mogen jagers hun gang gaan. Dit jaar zal Canada het quotum voor de ’oogst’ waarschijnlijk opnieuw vaststellen op ongeveer 300000 dieren.
De zeehondenjacht is buitengewoon wreed. In een recent rapport van de Oxfordse dierethicus en theoloog Andrew Linzey wordt stap voor stap duidelijk gemaakt dat de Canadese regels om de jacht ’humaan’ te laten verlopen niet worden nageleefd. Sterker nog, ze kunnen helemaal niet worden nageleefd. De pup snel doden met één of meerdere slagen op de kop is alleen mogelijk onder omstandigheden die op het ijs nauwelijks voorkomen. Dit geldt ook voor het schieten van de dieren, wat overigens in de praktijk weinig gebeurt. Gevolg is dat de dieren langere tijd lijden en vaak niet of onvoldoende bewusteloos zijn als hun pels wordt afgestroopt. Hier gaat het over rechttoe rechtaan fysiek lijden. Of een dier nu wel of geen (zelf)bewustzijn heeft is dus juist hier niet van belang (zie het artikel van Kees Hellingman afgelopen dinsdag). Daarom spreken wij hier over wreedheid. Het beeld dat Linzey schetst, klopt zo heeft een van ons vorig jaar met eigen ogen gezien. De wreedheid botst met elke vorm van ethisch denken over omgang met dieren. Dit alleen zou voldoende moeten zijn om deze jacht te stoppen. Maar stel de jacht zóu humaan zijn? Kan het dan wel?
De desastreuze gevolgen van menselijk ingrijpen in de natuur zijn langzamerhand wel bekend. IJsbrekers die door de Canadese regering ter beschikking worden gesteld maken het jagers mogelijk ver in de ongerepte ijsvelden door te dringen en concentraties zeehonden te bereiken. De jacht wordt verdedigd door te wijzen op de desastreuze impact die zeehonden hebben op de visstand. Ja, zeehonden eten vis, maar wat is daar mis mee? Bovendien is nooit wetenschappelijk onderbouwd dat de zeehonden de visstand bedreigen.
Laten we er niet omheen draaien: de handel in pelzen van jonge zeehonden is erg winstgevend. Hoewel het zeehondenbont vooral via de Verenigde Staten wordt verhandeld, speelt de Europese Unie ook een grote rol. Een aanzienlijk gedeelte van de ’geoogste’ pelzen wordt naar Europa geëxporteerd, waar er bontjassen en bontversieringen van worden gemaakt. De jacht gebeurt dus mede omdat er in Europa vraag naar is. En dat terwijl een zeer ruime meerderheid van de Europeanen de zeehondenjacht verwerpelijk vindt.
Het is dus zaak maatregelen te treffen. Meest effectief zou een importverbod zijn voor alle producten afkomstig van zeehonden. Een Nederlands importverbod zou het begin kunnen zijn van een Europees importverbod. Omdat de Nederlandse regering met een verwijzing naar de spelregels van de Wereldhandelsorganisatie weigert een dergelijk verbod in te stellen, heeft de Kamer via initiatiefwetgeving daar zelf actie toe ondernomen. De regering moet deze wens van de Nederlandse volksvertegenwoordiging overnemen en zich hard maken voor een importverbod in de EU. Minister van buitenlandse zaken Bot heeft zich vorig jaar laten afschepen met de verzekering dat de jacht ’humaan’ zou zijn. De knuppel zou alleen nog gebruikt worden als de weersomstandigheden niets anders toelaten. Deze mythe is ondertussen wel ontkracht. De boodschap kwam natuurlijk nog minder krachtig over omdat Nederland zelf weigert een importverbod in te voeren.
Door de vergoelijking van Canada voor zoete koek te slikken gaat de regering voorbij aan de wens van 94% van de Nederlanders die tegen de zeehondenjacht zijn. De wrede en onnodige slachting van zeehonden is onethisch, maar zwijgend toekijken is dat ook. Nederland zou er goed aan doen om import van zeehondenbont en de handel per direct te verbieden en Canada een krachtig signaal te geven dat deze ’traditie’ wat ons betreft even achterhaald is als hondengevechten, palingtrekken en katknuppelen.