Nertsenfok moet alsnog worden gestopt
Dieptepunt van het dierenwelzijnbeleid van de afgelopen jaren was ongetwijfeld het van tafel vegen van het nertsenfokverbod. Laten we deze zeer dieronvriendelijke sector alsnog afbouwen.
Al zeker twintig jaar geeft opinieonderzoek aan dat de Nederlandse bevolking tegen het fokken van dieren voor bont is. NIPO-onderzoek heeft deze week bevestigd dat dit nog steeds het geval is. Na het verbod op het fokken van vossen en chinchilla’s leek in 2001 een nertsenfokverbod op handen. Tot het kabinet viel. Een van de eerste maatregelen van de nieuwe landbouwminister Veerman (CDA) was het afvoeren van het wetsvoorstel.
Een beschaving geeft prioriteit aan de bescherming van zwakkeren. Als er één groep kwetsbaar is, dan zijn het de dieren, die net als kinderen per definitie geen mogelijkheid hebben via het kiesstelsel voor hun belangen op te komen. Het is aan de mensen om ook voor de dieren op te komen. Dat is echter geen gemakkelijke opgave. Om de toonaangevende Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum te citeren: ‘Onze wereld bevat hardnekkige en vaak tragische conflicten tussen het welzijn van mensen en het welzijn van dieren.’ Maar gelukkig kunnen sommige vormen van slechte behandeling van dieren worden geëlimineerd zonder serieus verlies van menselijk welzijn, stelt zij ook. En dat is het geval met het gebruik van dieren voor bont.
Hierin ligt het grote nut van een nertsenfokverbod - naast uiteraard het primaire belang dat we elk jaar 3,5 miljoen nertsen een rotleven in een kooitje en een vergassingsdood besparen. Er zijn terreinen waarop wel zonder al te grote moeite het belang van het dier tegemoet kan worden gekomen. Een verbod op het testen van cosmetica op dieren was daar een voorbeeld van – want cosmetica kan heel goed zónder dierenleed ontwikkeld worden. Of de afschaffing van de legbatterij en het verbod op het gebruik van mensapen voor experimenten. Een nertsenfokverbod, zoals inmiddels in omringende landen en deelstaten van kracht of in voorbereiding is, zou een belangrijke volgende stap zijn. Want zonder bont valt uitstekend te leven - behalve door pelsdieren.
De Britse theoloog Andrew Linzey heeft betoogd dat mensen er baat bij hebben te leven in een wereld die oprecht streeft naar een respectvolle omgang met de dieren. Het vergassen van nertsen voor een onnodig product als bont is daarmee onverenigbaar. Dat neemt niet weg dat voor de kleine 200 nertsenhouders in Nederland een fokverbod een forse impact heeft. Voor hen moet daarom een financiële regeling worden getroffen die recht doet aan hun ondernemerschap.
De PvdA, Partij voor de Dieren, D66, Groenlinks en de SP hebben een nertsenfokverbod opgenomen in hun programma. Het standpunt van de VVD is onduidelijk, maar aangezien zij onlangs een initiatief indienden voor een importverbod op zeehondenproducten zijn wij hoopvol gestemd. Met de inbreng van deze partijen kan een nieuwe, veelbetekenende stap worden gezet in de erkenning van de integriteit van het dier. Een beschaafd land zal op enig moment de exploitatie van dieren voor luxe goederen, terwijl alternatieven voorhanden zijn, met schaamte in de geschiedenisboeken laten vermelden.