Debat over zwerfvuil in impasse
De ergernis over de manier waarop het zwerfvuildebat continu wordt vertraagd is ondertussen groter dan de irritatie over het zwerfvuil zelf. De verpakkingsindustrie schuift sinds het eerste convenant uit 1988 de verantwoordelijkheid voor zich uit. Staatssecretaris Van Geel moet de impasse doorbreken en snel statiegeld invoeren.
Onlangs klaagde Arie Kraaijeveld, oud-voorzitter van de metaalwerkgevers FME, die namens de industrie onderhandelde met de VNG, over de houding van de gemeenten. Logisch dat die zich terug trekken bij zo’n onderhandelingsresultaat: de toegezegde 65 miljoen euro is ruim een derde minder dan wat nodig is. Ondertussen vervuilt de industrie het debat door de consument als boosdoener af te schilderen. Uit het niets komen ze weer aanzetten met hondenpoep, patatbakjes en onkruid om het aandeel van blikjes en flesjes in het zwerfvuil te bagatelliseren.
Die analytische discussie over zwerfafval is al lang gevoerd. De blikjes en flesjes scoren het hoogst op de irritatieladder van zwerfvuil en de producenten zijn daar nog steeds verantwoordelijk voor omdat ze steeds maar niet met het beloofde alternatief komen. Het is voor mij volstrekt logisch om bij de grootste ergernis te beginnen.
Het wegwerpgedrag veranderen bij consumenten is ook evenmin eenvoudig. In Zeist bijvoorbeeld heeft het zwerfafvalproject ‘Zeist Schoon Heel Gewoon’ gedraaid. Na vijf jaar zijn buurtbewoners wel betrokken maar ligt het zwerfvuil nog steeds op straat. De gemeente heeft daarom met het aanstellen van een zwerfafvalcoördinator nu vooral het opruimen beter afgestemd. De medewerkers die voor de educatie moeten zorgen vragen nu dringend om landelijke ondersteuning met statiegeld en strenge handhaving om die laatste stap in gedragsverandering te kunnen maken. Van Geel kan niet verwachten dat we morgen allemaal modelburgers zijn en een gemeente als Zeist kan niet meer doen dan ze doet. De bal ligt nu echt bij hem en de industrie.
Het bestrijden van zwerfvuil kost de belastingbetalers circa 300 miljoen euro per jaar. Dat de industrie niet staat te dringen om die rekening te betalen is helder. Maar waarom moert de milieubewuste consument die geen blikjes en flesjes koopt of op straat gooit, wel voor die kosten moeten opdraaien? Elke dag dat hij wacht voel ik mij geflest.