Censureren commissie onderwijstijd onaanvaardbaar
De problemen met de 1040-urennorm zijn nog steeds springlevend. In het jaarverslag van de inspectie wordt gesproken over: "onzinnige activiteiten, waarbij bijvoorbeeld een grote groep leerlingen zonder goede begeleiding en zonder gerichte opdrachten zelfstandig moet werken." Docenten spreken van maatregelen die eenzijdig neerkomen op een verhoging van de werkdruk. Schoolleiders vragen om "ingrijpende veranderingen" in het onderwijsconcept.
Mijn conclusie is dat de 1040-urennorm onder de huidige omstandigheden een averechts effect heeft. Zolang scholen te weinig leraren en te weinig bekostiging ontvangen, zal de ophokplicht blijven bestaan. Dat is waar leerlingen eind vorig jaar de straat voor opgingen. Ook scholen en de commissie Dijsselbloem pleiten voor een uitvoerbare urennorm. Door het massale protest besloot staatssecretaris Van Bijsterveldt om een commissie in te stellen die eind 2008 met aanbevelingen moet komen.
De SP heeft altijd gezegd: doe onderzoek naar een uitvoerbare urennorm en deel tot die tijd geen boetes uit aan scholen. Dat laatste wilde Van Bijsterveldt niet toezeggen, maar er komt nu toch een commissie die de omstreden norm gaat bekijken. Daarbij spreekt voor zich dat men kijkt naar kwaliteit én bekostiging. Dus staan twee vragen centraal: wat is een zinvolle definitie van onderwijstijd en hoeveel geld is nodig voor het gewenste aantal uren?
Nu wil Van Bijsterveldt de 'commissie onderwijstijd' tot mijn verbazing vooraf censureren. In haar voorstel schrijft zij dat: "aanbevelingen van de commissie moeten passen binnen de huidige financiële ruimte". Oftewel: je mag wel adviseren dat het anders moet, maar je mag niet adviseren dat het meer of minder moet kosten. Dat is te gek voor woorden, want zo kan de commissie volstrekt geen vrij onderzoek doen met als doel om het onderwijs te verbeteren.
En dat terwijl de bekostiging een cruciale rol speelt in de discussie rond de 1040-urennorm. De scholen verenigd in de actiegroep 'Vergeten Feiten' tonen overtuigend aan dat scholen 15 procent te weinig bekostiging ontvangen om 1040 uur les te geven. De inspectie schrijft over het niet halen van de norm: "Veel schoolleiders noemden financiële beperkingen als reden". Het was uitgerekend CDA-Kamerlid Wim van de Camp die al bij de invoering van de tweede fase wees op het tekort aan budget. De regering heeft hier nooit een overtuigend antwoord op gegeven.
Nederlandse leraren geven in verhouding tot vergelijkbare landen meer uren les voor grotere klassen. De hoge werkdruk, het lerarentekort en de tekortschietende financiering maken van de 1040-urennorm een ondraaglijke last. Er moet dus zo snel mogelijk een voorstel komen voor een uitvoerbare urennorm. Dat de commissie daarbij geen aanbevelingen mag doen over de bekostiging, is onaanvaardbaar. Dan kun je net zo goed geen commissie instellen. Van Bijsterveldt mag dus zelf kiezen: of geen censuur, of geen commissie.