Hoe TTIP de nationale democratie passeert
De onderhandelingen over het omstreden TTIP-verdrag zouden in een stroomversnelling terechtgekomen zijn. Het verdrag tussen de EU en de VS wordt mogelijk nog dit jaar afgerond. Ook PvdA-minister Ploumen houdt de vaart erin onder het Nederlandse EU-voorzitterschap.
Veel mensen maken zich intussen grote zorgen over het megaverdrag, dat de deur open zet naar Amerikaanse toestanden. Door het gelijkschakelen van Amerikaanse en Europese wetten ontstaat een race naar het afvoerputje qua arbeidsvoorwaarden, veiligheid en duurzaamheid. Leuk voor grote bedrijven, slecht voor mensen. Het verdrag is ook een aanval op onze democratie, want op veel terreinen wordt de beleidsvrijheid om zelf regels op te stellen, ernstig ondermijnd.
Niet alleen TTIP, maar ook het CETA-verdrag met Canada zou spoedig moeten worden goedgekeurd. Net als TTIP bevat CETA een hoofdstuk over investeringsbescherming. Dit mechanisme regelt dat bedrijven landen kunnen aanklagen als zij wetten maken die de winsten van die bedrijven aantasten. Het betreft een exclusief arbitragesysteem buiten de nationale rechter om, waarmee internationale bedrijven torenhoge schadeclaims tegen overheden kunnen indienen. Niet voor niets zijn multinationals groot voorstander van deze verdragen.
Schimmig
Een ander kritiekpunt betreft het schimmige karakter van de onderhandelingen. Buitenstaanders mogen niet weten wat er wordt besproken. Parlementariërs mogen de stukken inzien, mits zij absolute geheimhouding beloven. In een zogenaamde leeskamer moeten zij hun telefoon uitzetten om vervolgens onder bewaking de stukken te lezen. Op die manier is van een open democratisch debat geen sprake.
Over het proces rond de goedkeuring van de verdragen is minstens zoveel discussie. Wat ons betreft moet er maximale zeggenschap zijn over ingrijpende handelsverdragen. Bij voorkeur via een referendum, maar tenminste ook door nationale parlementen. Geloof het of niet, maar op dit moment weten we nog niet of ons parlement goedkeuring mag verlenen aan TTIP en CETA. De Europese Commissie heeft daarover advies gevraagd aan het Hof van Justitie. Brussel meent dat deze handelsverdragen een exclusieve bevoegdheid zijn van de EU. Twintig nationale parlementen — waaronder het Nederlandse — vinden dat ook zij goedkeuring moeten verlenen. We wachten al ruim een jaar op uitsluitsel.
Passeren van de democratie
Maar zelfs als de Tweede Kamer goedkeuring mag verlenen, zit er nog een addertje onder het gras, genaamd “voorlopige inwerkingtreding”. Daardoor kunnen TTIP en CETA in werking treden, nog vóórdat de verdragen zijn voorgelegd aan de nationale parlementen. Met de voorlopige inwerkingtreding wordt de nationale democratie dus gepasseerd. Een klap in het gezicht van honderden miljoenen mensen.
Wie de kloof tussen Brussel en de bevolking wil vergroten, moet vooral doorgaan op deze weg. Die houdt zich verre van referenda en beperkt de goedkeuring van handelsverdragen tot achterkamertjes. De bevolking komt er vanzelf wel achter dat opnieuw bevoegdheden zijn overgedragen. Ditmaal niet alleen aan Brussel, maar ook aan de VS en Canada.
Wij roepen minister Ploumen op om de bevolking maximale inspraak te geven over deze grote verdragen. Wat ons betreft betekent dat ten eerste dat CETA en TTIP ook door de Tweede Kamer moeten worden goedgekeurd. Ploumen kan dat als Europees voorzitter van Handelsministers agenderen. Ten tweede verwerpen wij de zogenaamde voorlopige inwerkingtreding. Verdragen treden pas in werking als nationale parlementen ermee hebben ingestemd. Ook dat kunnen Europese ministers afspreken, als de politieke wil er is. Ten derde dient de uitkomst van een eventueel referendum over CETA of TTIP te worden gerespecteerd. De regering wil toch niet dat het vertrouwen in de politiek opnieuw zo’n dreun krijgt als na het referendum in 2005, toen de Europese Grondwet met een nieuwe kaft alsnog werd doorgevoerd?
Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl