opinie
Jasper van Dijk en Anne-Marie Mineur:

Geen vrijhandelsverdrag zonder referendum

De nieuwe Europese Commissie zou het allemaal anders gaan doen: voorzitter Juncker en eurocommissaris Timmermans stelden eensgezind dat veel Europese burgers klaar zijn met de Europese bemoeizucht. Nationale parlementen moeten zo min mogelijk voor de voeten worden gelopen.

Maar in de praktijk doet de nieuwe Commissie er nog steeds alles aan om te voorkomen dat nationale parlementen het laatste woord hebben, zeker bij de handelsverdragen die Europa wil afsluiten. Wat ons betreft is het vanzelfsprekend dat nationale parlementen verdragen kunnen goedkeuren danwel verwerpen. Bij ingrijpende verdragen, zoals het TTIP-verdrag met de VS, is een referendum op zijn plaats.

In juni 2014 vroeg het Nederlandse parlement samen met 15 andere Europese parlementen om volwaardige zeggenschap in de besluitvorming over de vrijhandelsverdragen waar de Europese Commissie over onderhandelt. Toenmalig Eurocommissaris Karel De Gucht vond dit onzin en spande een proces aan naar aanleiding van zo'n verdrag met Singapore. Volgens hem zijn het niet de nationale parlementen, maar de Commissie en het Europees Parlement die bij handelsverdragen het laatste woord hebben.

Deze zienswijze komt voort uit het Verdrag van Lissabon, de opvolger van de Europese Grondwet, die in 2005 met ruim 60 procent werd verworpen. Daarin is vastgelegd dat de Europese Commissie bevoegd is om handelsverdragen af te sluiten. Sindsdien probeert de Commissie deze bepaling op te rekken om de nationale parlementen zoveel mogelijk buitenspel te zetten.

De nieuwe generatie handelsverdragen gaat veel verder dan de oude. Ging het vroeger vooral om tarieven, de nieuwe verdragen, zoals het ontwerpverdrag met Canada (CETA) of het verdrag waarover met de VS wordt onderhandeld (TTIP), vormen een ingrijpende inbreuk op onze democratie. Door massaal toegang te verschaffen aan producten die niet hoeven te voldoen aan Europese standaarden, komen Europese bedrijven onder druk te staan door oneerlijke concurrentie.

Het beruchte geschillensysteem (ISDS), waarmee bedrijven hoge schadeclaims kunnen indienen wanneer nieuwe wetten hun investeringen verhinderen, is een rechtstreekse ondergraving van onze democratie. Beschermende maatregelen inzake bijvoorbeeld veiligheid, arbeidsvoorwaarden of milieu, zijn niet langer veilig.

Als de Europese Commissie dit soort handelsverdragen zonder democratische legitimatie wil invoeren, getuigt dat van enorme bestuurlijke arrogantie. Ze zijn immers minstens zo ingrijpend als de Europese grondwet die in 2005 werd verworpen. Het zou bizar zijn als de Tweede Kamer daarin geen stem krijgt. Het minste wat de Commissie kan doen, is deze verdragen voorleggen aan de nationale parlementen. Nog beter zou het zijn als Nederland een referendum zou uitschrijven, zodat Nederlanders zich kunnen uitspreken over de handelsverdragen die de Commissie wil afsluiten.

Jasper van Dijk is Tweede Kamerlid voor de SP en Anne-Marie Mineur is Europarlementariër voor de SP.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl

Betrokken SP'ers