Dove bestuurders baren schreeuwende burgers
De kiezer heeft geen politiek benul. Tweede-Kamerleden denken daarom dat ze hun boodschap beter moeten verkopen. Maar de kiezer wil juist dat politici minder praten en beter luisteren, denkt Jan Marijnissen.
Waarom kiezen mensen voor een partij? Niet omdat ze alle programma’s zo goed hebben gelezen. Hopelijk ook niet omdat ze hun keuze hebben laten bepalen door een stemwijzer. De keuze heeft vooral te maken met vertrouwen. Mensen vragen zich af waarom zij een partij of partijleider het bestuur van het land toevertrouwen, of de controle op de regering.
Het is slecht voor de democratie als kiezers politici niet vertrouwen. Toch vinden veel mensen dat politici niet doen wat ze zeggen. Te veel – vaak ideologisch bepaalde – misvattingen beheersen de politiek. Een voorbeeld: de vermeende wens bij de burger dat er meer te kiezen zou moeten zijn. Zo ontstond de gedachte dat er meer marktwerking moest komen, ook in zorg en onderwijs. De afgelopen kabinetten hebben aangestuurd op meer markt en minder overheid. Energiebedrijven zijn verzelfstandigd en mensen moeten een leverancier kiezen. In de zorg moeten mensen verzekeraars en ziekenhuizen kiezen. Zelfs scholen worden opgestookt om te concurreren, wat vooral leidt tot stijgende management- en PR-kosten.
Ik kom maar weinig mensen tegen die echt gelukkiger worden van al deze keuzevrijheid. De meeste mensen willen gewoon betaalbare en betrouwbare stroom en goede zorg en onderwijs in de buurt. Het is fout de burger te zien als een klant die zo goedkoop mogelijk wil worden geholpen. Mensen voelen zich niet serieus genomen door overheidorganisaties. Die stellen zich namelijk niet dienstbaar op, maar proberen ‘productie’ te draaien. De politiek zet CWI, UWV en Belastingdienst onder grote druk om meer te ‘produceren’ en tóch fors te bezuinigen. Dat is funest voor de kwaliteit.
De Nationale Ombudsman noemde de overheid onlangs ‘onmenselijk’. De ombudsman zegt dat het aantal klachten zo hard groeit doordat ambtenaren te weinig tijd hebben om de mensen fatsoenlijk van dienst te zijn. Alle onderzoeken laten zien dat mensen hechten aan betrouwbare publieke voorzieningen. Als zij klachten hebben over het openbaar vervoer, hun woningcorporatie of het reïntegratiebedrijf, willen zij die kwijt bij de politiek. Maar die heeft die voorzieningen verzelfstandigd en de zeggenschap uit handen gegeven. Bestuurders hebben de kloof met burger zélf georganiseerd.
De samenleving die mensen willen, lijkt steeds minder op de maatschappij die politici bepleiten. Kijk maar naar de sociale zekerheid. Mensen wordt opgedrongen dat ze langer moeten werken, hun looneisen moeten matigen en gemakkelijker ontslagen moeten kunnen worden. We zien het ook bij de schaalvergroting in de publieke diensten. Mensen willen hun persoonlijk verhaal vertellen of iets vragen, maar krijgen een computer aan de lijn.
Uit het onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur blijkt dat politici het lastig vinden hun boodschap over te brengen. Ze menen dat mensen niet geïnteresseerd zijn in politiek. Het ligt echter veel meer voor de hand dat zij het niet eens zijn met de boodschap die politici brengen. Mensen willen niet meer keuze, maar meer zeggenschap, vooral over hun eigen woon-, werk- en leefomgeving. Zij hechten aan goede sociale zekerheid en willen toegankelijke en betaalbare voorzieningen die zijn gericht op het dienen van de burger. Ze willen minder markt en meer democratie. Dove bestuurders baren schreeuwende burgers.
Als bestuurders deze boodschap niet oppikken, zal de kloof tussen hen en de mensen blijven groeien.