Grenzen niet verder open, maar grenzen stellen
Volgens Marien Ferdinandusse en Mathijs Gerritsen (NRC 27/1) is de angst voor ‘Poolse loodgieters’ onterecht en kunnen de grenzen nog veel verder open. Niet doen, zeggen Jan Marijnissen en Jan de Wit, die uit eigen onderzoek concluderen dat de toestroom van werkzoekenden uit nieuwe EU-landen wel degelijk leidt tot ernstige ontwrichting van de arbeidsmarkt.
Ferdinandusse en Gerritsen wijzen vooral naar ervaringen van andere landen en de Nederlandse cijfers over 2004. Zij merken blijkbaar niets van de forse stijging van het aantal werkenemers uit Midden- en Oost-Europa. Momenteel werken ongeveer 100.000 van hen legaal en illegaal in Nederland, vooral uit Polen. En dat terwijl er nog heel wat beperkingen gelden die de toetreding van nieuwe landen tot de EU probleemloos moet laten verlopen. Echter, als in 2006 of 2009 alle beperkingen worden opgeheven en Bulgarije en Roemenië toetreden tot de EU, zal een vloedgolf van goedkope arbeidskracht onze arbeidsmarkt overspoelen. Dan leiden we op dit moment tienduizenden Nederlandse jongeren op voor beroepen die zij nooit zullen kunnen uitoefenen. Zo zal de vraag naar Nederlandse truckchauffeurs vrijwel geheel verdwijnen omdat Oosteuropeanen dit werk overnemen. Maar ook Nederlandse aannemers, metselaars, timmerlieden en andere vakmensen kunnen dan fluiten naar hun werk. Het gaat namelijk niet alleen om seizoensarbeiders, zoals Ferdinandusse en Gerritsen suggereren. Uit een uitgebreide inventarisatie van de SP blijkt dat de huidige toestroom uit Oost-Europa leidt tot ontwrichting van de arbeidsmarkt. Bij de meldlijn die de SP heeft geopend komen ook berichten binnen over installateurs, monteurs en andere vakmensen die hier voor oneerlijke concurrentie zorgen. Internationale vrachtvervoerders openen een vestiging in Polen en rijden met Poolse chauffeurs met Poolse arbeidsvoorwaarden van Rotterdam naar bestemmingen in Europa. Onlangs heeft de SP 20 willekeurige aannemers in de regio Den Haag gebeld en gevraagd of ze oneerlijke concurrentie ondervinden van Oost-Europeanen: maar liefst 90% heeft serieuze hinder. Enkele citaten: “Ik moet 29,70 euro per uur in rekening brengen om uit de kosten te komen. Poolse zelfstandigen bieden zich aan voor 6 tot 9 euro per uur.” Aannemers raken een derde van hun omzet kwijt. “Het gaat altijd om de prijs. Als ik wijs op de mogelijke boete wordt er gelachen. Zelfs als de boete betaald zou moeten worden is de klant goedkoper uit.” De Directeur Arbeidszaken van brancheorganisatie Bouwend Nederland verklaart desgevraagd dat dit beeld representatief is voor het hele land. Faillissementen en ontslagen worden gevreesd als er niet snel wordt ingegrepen en grenzen worden gesteld.
Het is onacceptabel dat werkgevers buitenlands personeel minder dan 3 euro per uur betalen, ze laten verblijven in kippenhokken en behandelen alsof het de 19e eeuw van Charles Dickens is. En de oneerlijke concurrentie en verdringing van Nederlandse werknemers en kleine ondernemers is onaanvaardbaar. We moeten de grenzen dus niet verder openen, maar juist grenzen stellen. Voor iedereen die in Nederland wil werken moeten de Nederlandse wetten en regels gelden. We kunnen een CAO-autoriteit laten controleren of buitenlandse werknemers krijgen waar ze recht op hebben. Naleving kan worden afgedwongen, bij onderbetaling kan een vordering worden ingesteld namens de werknemer. Ook zijn forse boetes op hun plaats, dan vervallen voor werkgevers de voordelen van het uitbuiten. Het is ook verstandig om bij het verlenen van tewerkstellingsvergunningen taaleisen te stellen. Vooral in sectoren als de bouw en bij productiewerk is het voor de veiligheid noodzakelijk elkaar te kunnen waarschuwen. En nu het onderscheid tussen een werknemer en zelfstandige steeds vager wordt, is het gerechtvaardigd dat zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers) in sectoren als de bouw volledig gaan voldoen aan de Arbo-wet. De aannemers die wij spraken zagen ook veel in het voorstel om in een branche een keurmerk of ISO-certificering verplicht te stellen als 50% van de branchegenoten dat heeft verworven. Verder is het zaak de uitzendbranche op te schonen, te beginnen met de herinvoering van de vergunningplicht voor uitzendbureau’s.
Werknemers uit de nieuwe EU-landen zijn welkom, maar we moeten hen beschermen tegen uitbuiting en er voor zorgen dat de Nederlandse arbeidsmarkt en het ondernemersklimaat niet worden verstoord. Dat kan zonder te discrimineren en binnen de grenzen van de huidige Europese regels voor vrij verkeer van personen. En als ‘Brussel’ dat niet zo ziet, wordt het tijd om verdragen aan te passen, omdat die dan kennelijk ontwrichting, uitbuiting en oneerlijke concurrentie in de hand werken.