Terugtaks: Effectief wapen tegen gevreesde armoedeval
Wie vanuit een sociale uitkering werk aanvaardt, loopt vaak het risico per saldo minder geld over te houden. Dat schiet niet op. Dat er een remmende werking van uit gaat op het aan de slag gaan van uitkeringsgerechtigden lijkt vast te staan. Deze armoedeval wordt door velen dan ook als buitengewoon ongewenst beschouwd maar lastig om te vermijden. Daarom is het tijd voor creatieve oplossingen. Volgens de SP is een terugtaks een optie: laagbetaalden krÌjgen van de belasting per maand 250 gulden extra om de armoedeval te ontlopen. Bijkomend voordeel: 50.000 extra arbeidsplaatsen volgens het Centraal Planbureau. Toont zich in de eenvoud de meester?
Uit onderzoek van de gemeente Leeuwarden (mei 1999) blijkt dat werken voor een loon vlak boven het minimum vaak minder oplevert dan een uitkering. Ook ander onderzoek (o.a. Commissie-Derksen, 1997) laat zien dat het netto besteedbare inkomen er weinig en soms zelfs niet op vooruit gaat bij het aanvaarden van werk. Er wordt al lang gepraat over de vele ongewenste effecten van deze zogenaamde armoedeval, zowel op mensen die nu zonder baan zitten als op de sociale uitkeringen, die zwaarder belast worden dan eigenlijk nodig zou zijn. Na al het gepraat wordt het tijd om daadwerkelijk iets te doen. Het is zaak om snel een creatieve oplossing te vinden voor deze armoedeval waardoor mensen met een uitkering op een positieve manier worden gestimuleerd om laagbetaald werk te aanvaarden.
Zo'n aansprekende èn eenvoudige oplossing is al bekend bij het kabinet. Immers, ten behoeve van de kabinetsformatie liet de Centrale Economische Commissie (CEC) weten dat met een gerichte tax credit voor werkenden de beruchte armoedeval effectief bestreden kan worden. De tax credit moet goedmaken wat iemand die gaat werken aan subsidies en kwijtscheldingen verliest en ervoor zorgen dat het aanvaarden van een baan zichtbaar lonend is. Het CEC-voorstel haalde echter het regeerakkoord niet. Zonde – en reden voor de SP om er wèl mee verder te gaan. Na enige studie en veel overleg met deskundigen en een beoordeling van het Centraal Planbureau heb ik aan minister Zalm in het kader van zijn belastingplannen voor de 21ste eeuw voorgesteld een terugtaks in te voeren van 250 gulden per maand voor lonen van 100 tot 115 procent van het wettelijk minimumloon, daarna aflopend tot nul bij 150 procent van het wettelijk minimumloon.
Minister Zalm wil er echter vooralsnog niet aan, zo bleek tijdens de financiële beschouwingen in de Kamer. Hij erkent weliswaar de voordelen van ons voorstel maar is van mening dat ons plan mensen ervan zou weerhouden aan scholing te doen en promotie na te streven. Want de terugtaks wordt geleidelijk afgebouwd, en zo houden de mensen steeds iets minder over van wat ze erbij krijgen.
Zalms tegenwerping is inderdaad mogelijk, alleen is het door hem genoemde effect nog nooit in de praktijk aangetoond en ook niet waarschijnlijk. Ten eerste komen scholing en promotie niet alleen voort uit de wens meer te gaan verdienen, en ten tweede gaan ook met onze terugtaks mensen meer verdienen, alleen tussen 115% en 150% van het Wettelijk minimumloon iets minder méér. Daar staat een loonstijging van 250 gulden netto per maand tegenover voor het werken in de laagste loonschalen, dat daardoor weer wat lonender wordt, waardoor de armoede van werkende mensen effectief wordt bestreden. Een dergelijke substantiële verhoging van deze lonen via een terugtaks is daarbij ook voor de economie als zodanig aantrekkelijk: blijkens de doorrekening van het CPB leidt de door ons bepleite maatregel tot 50.000 banen extra.
Nu is Gerrit Zalm zuinig en kan hij tegenwerpen dat ons mooie plan wel even twee miljard gulden kost. Veel geld, zeker, en elke belastinggulden minder is er één. Ik wil hier niet uitgebreid ingaan op de vijf miljard lastenverlichting die het kabinet Kok wel erg makkelijk gebruikt als smeermiddel voor de komende belastingherziening (waarvan het totale werkgelegenheidseffect trouwens niet echt veel hoger is dan alleen al het resultaat van de door ons bepleite terugtaks). In de Kamer heb ik hem een zuiniger oplossing voor de financiering van ons plan aan de hand gedaan. Ons idee: lever slecht geld in voor goed geld en schrap de veel minder effectieve Specifieke Afdrachtkorting (SPAK) waarop werkgevers nu aanspraak kunnen maken wanneer zij mensen op of net boven het minimumloon in dienst nemen, ten gunste van onze terugtaks.
Ik denk belangrijke bondgenoten te hebben op dit punt. Zo zegt de Raad van State over de Specifieke Afdrachtkorting voor ondernemers: "Nog niet is komen vast te staan dat het stimuleren van de vraag naar laaggeschoolde arbeid, via de Afdrachtkorting Vermindering Langdurig Werklozen (0,3 miljard gulden) en de Specifieke Afdrachtkorting (1,9 miljard) er in de beoogde mate toe heeft geleid dat uitkeringgerechtigden weer aan het werk gaan."[1] En de Algemene Rekenkamer zegt na onderzoek : "Van de SPAK lijkt derhalve geen stimulerende werking uit te gaan op het in dienst nemen van laagbetaalden." [2]
Uit datzelfde onderzoek blijkt dat ook twee van de drie ondernemers zeggen dat deze onnodige subsidie geen enkele invloed heeft op hun aannamebeleid. Dit alles bij elkaar maakt ook D66 en zelfs de VVD steeds kritischer over deze afdrachtkorting.Volgens de SP-fractie ligt het daarom voor de hand dat het geld voor de SPAK (om en nabij de 2 miljard) te gebruiken voor de invoering van de door ons voorgestelde terugtaks.
Desgevraagd heeft het Centraal Planbureau voor ons becijferd dat als we ons voorstel bekostigen uit het schrappen van de SPAK er per saldo nog steeds een positief werkgelegenheidseffect van 20.000 banen overblijft. Wat wil je nog meer, zou je dan denken: een effectief wapen tegen de armoedeval, 20.000 mensen extra aan het werk, en nul centen extra uit de schatkist?! Zijn eenvoudige oplossingen een taboe in de hedendaagse politiek?