opinie
Geert Reuten:

Absurde begrotingsregel moet snel van tafel

Hoe recessiebestendig is Bos’ begroting?

Zonder de financiële turbulentie had minister Bos in 2009 een prachtig record kunnen breken: dat van Den Uyl–Duisenberg uit 1977. Onder dat kabinet werd de staatsschuld teruggebracht tot een laagtepunt (38% BBP) – nooit vertoond sinds de eerste metingen uit 1815, en na 1977 ook niet. Nu komt Bos daar niet onder. Het siert hem dat hij dit record niet forceert, en de economie in plaats daarvan een lichte economische impuls geeft.

De Miljoenennota 2009 van Bos oogt solide. Macro-economisch althans. Op de diverse deelbegrotingen van ministeries is er naar gelang de politieke insteek nog veel te wensen – ook bij de inkomenspolitiek onder Bos zelf.

Bos opereert behendig. Onder andere door het naar 2009 halen van eerder voor 2010 en 2011 geplande uitgavenstijging en lastenvermindering; huidige meevallers maken dat mogelijk (gasbaten en een forse teruggave van EU-bijdragen). De daaruit resulterende economische impuls is wijs voor een economie die een recessie tegemoet ziet.

Maar hoe crisisbestendig is de meerjaren-politiek (2009-2011) van deze regering? Dat is geen gekke vraag nu de internationale financiële crisis zich steeds verder openbaart. Een daardoor gedreven recessie zal heviger én langduriger zijn dan bij recente economische golfbewegingen. En hier ligt de zwakte van de begrotingsregels die deze regering zichzelf opgelegd heeft. Deze regels kunnen niet vroeg genoeg ter discussie worden gesteld.

Volgens deze regels stijgen de meerjaren-overheidsuitgaven (2008-2011) stabiel mee met de trendmatige groei (door het CPB in 2007 geraamd op 2% per jaar); tegelijkertijd moeten de overheidsinkomsten meegolven met de boven- of benedengemiddelde groei van de economie. Dit is verstandige politiek: de stabiele uitgaven dempen de op- en neergang. Prik je vervolgens de uitgaven structureel net wat lager dan de inkomsten, dan kun je aflossen op de staatsschuld – dat is een politieke keuze.

Aan deze verstandige regels voegde deze regering nóg een regel toe (Zalm had een dergelijke regel): indien het begrotingssaldo “in de buurt” komt van een tekort van 2 procent van het BBP dan neemt de regering extra maatregelen om het tekort te stelpen. Lees: ‘uitgavenmatiging’ of extra belastingverhoging. Gegeven de stand van de Nederlandse overheidsfinanciën zal zo’n tekort (2%) zich slechts voordoen in een hevige recessie.

Deze laatste regel is absurd en gaat in tegen de logica van de andere regels. Immers, juist als stabilisatie het meest vereist is, in een hevige recessie, wordt de automatische stabilisatie losgelaten. Dit versterkt of verlengt de recessie (zo’n verlenging staat op het conto van Zalm die tegen het eind van de vorige recessie aan de rem trok). Bos weet dat deze regel onverstandig is – hij liet het de Eerste Kamer vorig jaar weten – maar hij kon deze rare afspraak kennelijk niet uit het coalitieakkoord houden. In weerwil beriep Bos zich op Brusselse regels (EMU). Doch die zijn eveneens onverstandig maar minder stringent. Die vergen aanpassingen bij minus 3%, maar dan geeft Brussel nog tijd en ruimte, met name in een recessie.

Bos toont zich in de Miljoenennota (nog) optimistisch over de staatsfinanciën. Voor 2009-2011 rekent hij met niet-recessieve belastingstijgingen van 4% per jaar! Maar zoals eerdere recessies aantoonden, kan het hard gaan als de recessie eenmaal doorzet (in 2003 dempten de belastinginkomsten nog matig, maar in 1995 vielen ze aanzienlijk terug: -8,8%). Bij een door de huidige financiële crisis gedreven recessie is het niet onaannemelijk dat we het “2% breekpunt” van Bos-Balkenende in 2010 bereiken. De dan door ‘maatregelen’ opgestookte recessie gaat zich vervolgens uitstrekken tot het aantreden van een volgend kabinet. Is dat een kabinet met de SP dan moet die mee gaan blussen. Geen droomstart, maar de SP staat ook daar klaar voor.

Betrokken SP'ers