Hypotheekrenteaftrek maakt de rijken rijker
De regering heeft besloten om in de periode dat zij dit land bestiert de hypotheekrenteaftrek ongewijzigd te laten. Het liefst had zij ook de discussie erover in de ijskast willen zetten.
Maar her en der doemen er nu berichten op dat er mogelijk toch een ‘voorbereiding’ van de discussie gaat komen. Daar is ook alle reden toe. In de eerste plaats is het Nederlandse systeem van hypotheekrenteaftrek onrechtvaardig. Eigenwoningbezitters krijgen een gigantische korting op de belastingen die huurders niet krijgen. En binnen de groep eigenwoningbezitters worden de hogere inkomens nog eens fors extra bevoordeeld. In de tweede plaats draait de woningmarkt steeds meer dol vanwege de prijsopdrijvende werking van deze belastingkorting. In de derde plaats heeft dit onder andere tot gevolg dat zelfs nieuwkomers met een middeninkomen thans bij een bank geen hypotheek kunnen krijgen omdat hun inkomen daarvoor ‘te laag’ is. In de vierde plaats moeten de belastingtarieven steeds verder omhoog om de belastingaftrek te kunnen blijven financieren. Welk aftrekbedrag gunt de staat (wij met z’n allen) de eigenwoningbezitters? Als we uitgaan van het nettobedrag (dat wil zeggen de aftrek minus het zogenaamde eigenwoningforfait) dan stond de teller in 2005 op 21 miljard euro en in 2007 al op bijna 24 miljard euro. Om te weten of dat ‘veel’ is kunnen we dit afzetten tegen het totaal van de loon- en inkomstenbelasting uit 2007 en die gaat uitkomen op ongeveer 40 miljard euro. Als deze belastingkorting achterwege zou blijven dan kunnen alle belastingtarieven dus fors omlaag. Maar er is toch ook huurtoeslag? Jazeker, voor sommige huurders, en die beloopt in 2007 zo’n 2 miljard euro. Op verzoek van de SP-fractie in de Eerste Kamer heeft het Ministerie van FinanciĆ«n deze cijfers uitgesplitst over inkomensgroepen van arm tot rijk. De uitkomst is onthullend. Op basis van deze cijfers hebben we de grafiek gemaakt die hieronder/naast staat. Deze betreft cijfers over 2006. We vroegen het Ministerie om een uitsplitsing in zogenaamde ‘decielen’. De belastingbetalers worden dan opgedeeld in tien groepen die ieder qua aantal evenveel mensen omvatten: van de mensen met de laagste inkomens (links in de grafiek) tot die met de hoogste inkomens (rechts in de grafiek). Bij iedere groep is aangegeven wat het gemiddelde belastbaar inkomen ervan is. Zo is het gemiddelde belastbaar inkomen in 2006 voor de hoogste groep €76.231 (daarbinnen zitten ook de dikke topinkomens). De grafiek toont alle woningsubsidies: enerzijds de aftrek voor eigenwoningbezitters (hypotheekrenteaftrek minus het forfait) anderzijds de huurtoeslag die naar (sommige) huurders gaat.
Klik op de afbeelding om in te zoomen
We zien dat de hoogste inkomens met hun €6,9 miljard (31% van het totaal) aanzienlijk meer profiteren van de aftrek dan de laagste inkomens die het met €0,7 miljard moeten doen (3% van het totaal). De twee hoogste inkomensgroepen samen genieten 48% van de aftrek. Op deze wijze wordt de zogenaamde progressie in het Nederlandse belastingtarief voor een groot deel ongedaan gemaakt. (Bij ‘progressieve’ belastingen vallen de lage inkomens in een relatief laag netto tarief, en de hoge inkomens in een relatief hoog netto tarief.) De sterkste schouders dragen dus in veel mindere mate de hoogste lasten dan op het eerste gezicht zou lijken (en zij hebben bovendien nog andere voordelen, zoals pensioenaftrek, die bij hen fors meetelt). Er is geen goede reden om mensen die toch al een hoog inkomen hebben bovendien nog eens een extra grote belastingvermindering toe te stoppen. Iets van de progressie zou al hersteld worden indien, zoals de SP voorstelt, de hypotheekrenteaftrek gemaximeerd wordt tot een leningbedrag van € 350.000 en tegen een maximale belastingaftrek van 42 procent. Bij een rentestand van 5% zou dit uitkomen op een maximale belastingteruggave van toch nog €7350 per jaar. Dat betekent globaal dat er voor de eerste 9 inkomensgroepen niets verandert (preciezer voor inkomens tot € 50.000 met een hypotheek van € 300.000). Of eigenlijk toch. Als de topsubsidie bij de hoogste inkomensgroep wordt stopgezet dan kunnen de belastingtarieven omlaag.