Leading by example?
De afgelopen maand kwamen twee ontwikkelingen samen die laten zien hoe inconsistent ´Brussel´soms kan zijn.
De Commissie lanceerde eindelijk de definitieve voorstellen over de verhouding van sociale rechten en de interne markt. Tegelijkertijd verwierp het Europees Parlement mijn voorstellen om de vergoedingen van Europarlementariërs en de EU-ambtenarensalarissen aan te pakken.
Detacheringsrichtlijn De Commissie weigert de detacheringsrichtlijn zo aan te passen dat in de toekomst het beginsel gelijk loon voor gelijk werk voor iedereen geldt. Ook weigert de Commissie het stakingsrecht van werknemers bij vestigingen van buitenlandse bedrijven te erkennen: volgens de Commissie blijft dit (mensen)recht een relatief recht dat niet alleen kan worden ingeperkt via de uit de mensenrechtenverdragen bekende beperkingsgronden, maar ook moet worden afgewogen tegen de economische vrijheden van de Europese Unie.
Schijnzelfstandigen Door haar houding doet de Commissie niets aan de verdringing van werknemers in sectoren als de bouw of het vervoer door goedkopere gedetacheerde arbeidskrachten of schijnzelfstandigen. De Commissie houdt zo via de interne markt een stevige neerwaartse druk op de lonen.
Dat is overigens niets nieuws want dat doet de Commissie ook al in het kader van het economisch bestuur: ook daar geldt dat de lonen niet teveel mogen stijgen, anders is er sprake van een 'macro-economische onevenwichtigheid' en daar kan de Commissie eerst via 'aanwijzingen' aan de betrokken lidstaat en uiteindelijk zelfs met sancties tegen optreden.
Eigen salaris Hoe anders opereert Brussel, als het gaat om het eigen salaris. Het kost Europarlementariërs erg veel moeite om kritisch naar hun vergoedingen te kijken. In mijn ogen zijn die, ondanks de pas overeengekomen bevriezing, veel te royaal, omdat je verschillende vergoedingen ontvangt voor dezelfde kostenposten en bovendien helemaal geen verantwoording hoeft te leveren voor de maandelijkse kantoorkostenvergoeding.
Mijn voorstellen om hier wat aan te doen, werden met grote meerderheid verworpen. Dat gold ook voor mijn voorstellen om de vergoedingen van EU-ambtenaren terug te brengen: de 'expatriatietoelage' van 18 procent bovenop het salaris om je hele werkzame leven te 'wennen aan Brussel', en sommige gezinstoelagen die eigenlijk nergens op slaan.
Aanval openen Kennelijk is het voor Brussel gemakkelijker de aanval te openen op de lonen en arbeidsvoorwaarden van gewone mensen in Europa, dan zelf het goede voorbeeld te geven door aan de goudgerande functies iets te doen. Maar ja, echt verbazend is dat niet, als je bedenkt dat het terugdringen van bonussen bij de grote bedrijven en banken ook een Sisyphus arbeid is. Hoe meer je verdient, hoe minder je inlevert.
Sociaal is het niet en goed voor de beeldvorming over Europa evenmin. Het spreekt vanzelf dat ik het er niet bij laat zitten. Ik ga dan ook werken aan een beweging van Europarlementariërs die de lonen en toelages in Brussel wel willen aanpakken. Met elkaar moeten we kunnen bereiken dat Brussel zelf wel het goede voorbeeld gaat geven: leading by example!