Het Europees Burgerschapsinitiatief, zomaar een aantal kanttekeningen
In het verleden heeft de SP actief campagne gevoerd tegen de Europese Grondwet en de Grondwet ‘light’, t.w. het Verdrag van Lissabon. We hadden en hebben problemen met onderdelen van het Verdrag, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheden voor militarisering van Europa. Niettemin zijn we natuurlijk wel realisten: het Verdrag is er en gaat voorlopig niet meer weg. En dus maken we van de goede bepalingen van het Verdrag gebruik, en bestrijden we de toepassing van de in onze ogen verkeerde bepalingen.
Een van de goede bepalingen is de invoering van een Europees Burgerschapsinitiatief. Het nieuwe Verdrag maakt het mogelijk om 1 miljoen handtekeningen te verzamelen, die aan te bieden aan de Commissie, en vervolgens bericht te krijgen van de Commissie wat zij ermee gaat doen. De burgers krijgen hiermee het recht op initiatief, zij het dat de Commissie ook kan besluiten niets met het voorstel om actie te doen.
Veel meer zegt het Verdrag hier niet over en dus was het nodig dat de Commissie met nadere voorstellen zou komen. Onlangs kwam de Commissie dan ook met een ontwerpverordening (COM(2010)119/3). Helaas geen echt fraai stukje werk. In ieder geval doet de Commissie geen enkele toezegging over wat ze met de initiatieven gaat doen: zij verplicht zich alleen een mededeling te schrijven die aan de indieners wordt gezonden, maar ook aan de Raad en het EP. Dat kan dus leiden tot situaties waarbij na veel pijn en moeite de indieners te horen krijgen dat de Commissie afziet van verdere actie. Als dat te vaak gebeurt, blijft er van het initiatief niets meer over. Het zou dan ook goed zijn als de verordening op dit punt verder zou gaan en bijvoorbeeld zou bepalen dat de Commissie de voorstellen in welwillende overweging zal nemen.
Voorts is de Commissie erin geslaagd een erg ingewikkelde procedure voor te stellen. Online handtekeningenacties zijn normaal gesproken makkelijk: je klikt op een hyperlink en vult je naam in en klaar ben je. De Commissie wil echter dat je identiteit wordt vastgesteld. En dus moet je ook je huisadres opgeven, en een persoonlijk identificatienummer. En jawel, er is een heus formulier voor iedere handtekening, dat weliswaar ook elektronisch kan worden ingevuld, maar het blijft een heel gedoe. De indieners moeten vervolgens drie keer naar de Commissie: de eerste keer om het initiatief aan te kondigen, vervolgens als er 300.000 handtekeningen zijn om de ontvankelijkheid te laten vaststellen en tenslotte de definitieve indiening. Tussendoor moeten ze ook nog naar alle autoriteiten van lidstaten, van waaruit ze handtekeningen hebben opgehaald, om de identiteit van de indieners te laten verifiëren.
Ook over de eisen waar de handtekeningen aan moeten voldoen, valt nog wel het een en ander aan te merken: de handtekeningen moeten uit tenminste 9 lidstaten komen, om het Unie-belang te waarborgen. Alsof problemen die burgers uit bijvoorbeeld vijf lidstaten aangaan, geen Unie-belang zouden kunnen vertegenwoordigen. En per lidstaat moet er minimaal sprake zijn van handtekeningen door 0.2% van de bevolking, bij de kleine lidstaten wat meer en bij de grote wat minder. Mij is niet duidelijk waarom niet voor alle lidstaten hetzelfde percentage kan worden gehanteerd.
Tenslotte bevat de verordening geen waarborgen om misbruik voor commerciële doeleinden tegen te gaan. Iedereen in Brussel kent de macht van bijvoorbeeld de farmaceutische industrie. Voor hen zal het een koud kunstje zijn om een van de door henzelf opgerichte ngo’s een handtekeningenactie te laten beginnen. Dat is voor hen in ieder geval veel gemakkelijker dan voor individuele burgers. Hiermee kan er al gauw een bias ontstaan in burgerinitiatieven.
Zomaar een aantal kanttekeningen. In de komende tijd gaan we in het Europees Parlement over de verordening spreken. Als schaduwrapporteur voor Verenigd Links ga ik in ieder geval proberen de bureaucratische kanten van het voorstel flink af te zwakken, een anti-commercie clausule in te voeren, en de Commissie te dwingen de initiatieven welwillend te bekijken. Hebben we een nieuw Verdrag, dan moeten we er wat van maken ook!