België in crisis kan de weg wijzen naar een socialer Europa
Scherpere wetgeving kan voorkomen dat de belastingbetaler de rekening krijgt Het sociale model van Europa overeind houden bij de bezuinigingen.
Op 1 juli werd België voor een half jaar voorzitter van de EuropeseUnie. Onder lastige omstandigheden, want zowel de economische crisis als het ontbreken van een missionaire Belgische regering zijn uitdagingen. De centrale vraag is: heeft België de moed om Europa socialer uit de crisis te laten komen?
Het actieprogramma dat België als voorzitter wil uitvoeren, ademt verandering. Tel daarbij op de veranderingen die in heel Europa en zelfs in de Verenigde Staten zichtbaar zijn bij het aanpakken van de financiële sector en je kunt niet anders dan hopen dat dit het juiste moment is om het neoliberale Europa achter ons te laten en terug te keren naar onze sociale wortels.
Om het voorzitterschap een beetje te helpen, heb ik onlangs als lid van de crisiscommissie van het Europees Parlement bijna vijftig voorstellen gedaan die noodzakelijk zijn voor een sociale uitweg uit de crisis.
Een van de belangrijkste voorstellen is een onderzoek naar het fenomeen 'too big to fail'. Veel bedrijven en financiële instellingen zijn de afgelopen jaren zo groot Geworden dat ze bij economische tegenslag door de staat - en dus de belastingbetaler - geholpen moeten worden, omdat de gevolgen van hun faillissement te groot zouden zijn. Het onderzoek moet duidelijk maken of de antikartelwetgeving moet worden aangescherpt. Ook moet op Europees niveau werk worden gemaakt van zeggenschap bij grote internationale bedrijven en financiële instellingen: juist werknemers hebben belang bij stabiele ondernemingen. Geef hen dan ook meer te zeggen en dring de invloed van speculanten terug.
België wil de betalingsbalans van de lidstaten in evenwicht brengen, maar geeft tevens aan dat het sociale model dat in Europa bestaat overeind moet worden gehouden.
België heeft zelfs de ambitie de sociale verschillen in de Unie te verkleinen.
Dat kan echter niet door met de botte bijl te bezuinigen.
Wat dit betekent voor gewone mensen wordt uit recent onderzoek duidelijk. De meerderheid van de Grieken weet als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen niet meer hoe ze hun rekeningen moeten betalen. In de EU leeft één op de zes mensen onder de armoedegrens.
Dat zijn zo'n 80 miljoen mensen. In Nederland zien negen van de tien burgers dat de armoede om hen heen toeneemt, of in elk geval niet afneemt. Tegelijkertijd is het aantal miljonairs nog nooit zo snel gegroeid als het afgelopen jaar.
Bezuinigingen treffen vooral de armen. Om het sociale karakter van Europa overeind te houden, moet er op een verantwoorde manier en dus geleidelijk wordenbezuinigd, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
Dit betekent onder meer dat er concreet invulling moet worden gegeven aan een bankenheffing: een belasting die financiële instellingen moeten betalen om mee te helpen aan de bestrijding van de crisis. Verder moet er een eind komen aan de 'wedstrijd' tussen de lidstaten om de vennootschapsbelasting voor bedrijven almaar verder te verlagen. Daarom zou in heel Europa eenzelfde minimumtarief voor deze belasting moeten worden ingesteld.
Het Belgisch voorzitterschap moet kiezen: eenzijdige nadruk op bezuinigingen of daadwerkelijke maatregelen om de economie democratischer en daarmee stabieler te maken en de armoede in Europa terug te dringen. Belgen kunnen weer fier zijn op hun land als ze voor die laatste oplossing kiezen.