opinie
Dennis de Jong:

Ons gezamenlijk belang bij het Ierse referendum

Op 2 oktober krijgen de Ieren de kans zich uit te spreken over het Lissabonverdrag, oftewel de EU-Grondwet zonder het volkslied en de vlag. Het is lovenswaardig dat de Ieren tenminste het recht hebben een stem uit te brengen over dit belangrijke verdrag. Dit recht is ons in onze afzonderlijke landen, Nederland, Denemarken en Zweden, ontzegd uit angst voor een afwijzing. Tegelijkertijd is het vreemd dat na het eerste referendum waarin een duidelijke meerderheid van de Ierse bevolking tegen het verdrag stemde, een tweede referendum moet volgen. Je zou denken dat nee, nee is en dat niet ieder nee uiteindelijk toch door een ja gevolgd moet worden.

Door vele leden van het Europees parlement wordt gesteld dat het verwerpen van het verdrag desastreuze gevolgen zou hebben. De gehele EU zou verlamd raken. Er zou daarnaast ook geen alternatief zijn voor dit verdrag. En toch, wij als Europarlementariërs van drie verschillende Lidstaten, stellen dat een Iers nee in het belang zou zijn voor alle lidstaten, en voor de EU als geheel.

Drie voorbeelden. Ten eerste zet het verdrag belangrijke stappen op weg naar de militarisering van Europa. Zo dienen lidstaten de militaire capaciteit te verbeteren en zal de EU een eigen leger oprichten dat ingezet kan worden buiten het Europese grondgebied. Terwijl de Verenigde Naties op dit vlak niet genoemd wordt, zullen wel de banden met de NAVO worden versterkt.

Ten tweede wordt met het verdrag vastgelegd dat vrije concurrentie uiteindelijk altijd boven de sociale rechten staat. Zijn in het verleden het stakingsrecht al beknot en in sommige gevallen CAO´s niet toepasbaar verklaard op personeel van buitenlandse bedrijven, met dit verdrag zal die tendens alleen maar versterkt worden…

Terecht heeft de vakbeweging gevraagd om een wettelijk bindend protocol over sociale vooruitgang, dat de bescherming van sociale verworvenheden niet ondergeschikt maakt aan de markt. Een dergelijk protocol is er niet gekomen; in plaats daarvan heeft de Europese Raad in juni slechts een vage verklaring aangenomen, uitsluitend gericht op het wegmasseren van de terechte zorgen van de Ieren, maar zonder tanden. Je zou verwachten dat nu de wereld kampt met de ernstige gevolgen van vrije en ongeremde concurrentie in de financiële sector, regeringen zich tweemaal zouden bedenken alvorens zich definitief over te leveren aan de vrije markt. Maar nee, in het verdrag is niets veranderd: de markt blijft almachtig.

Tot slot verandert Europa met het verdrag in een Staat, alleen zonder officieel volkslied of vlag. Met het verdrag worden verder een Europese President en, hoewel de naam veranderd is, een Europese Minister van Buitenlandse Zaken geïntroduceerd. Met het verdrag verliezen de lidstaten ook het vetorecht op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken, traditioneel de werkterreinen van een Staat. Dit betekent dat bijvoorbeeld op het gebied van strafrecht een meerderheid van lidstaten maatregelen kan aannemen die individuele lidstaten niet willen. Europa wordt met andere woorden gezien als Staat op zich, in plaats van het oorspronkelijke netwerk van individuele Lidstaten.

Wij zijn ervan overtuigd dat een meerderheid in onze landen dit neoliberaal en militaristisch project richting Superstaat zou hebben verworpen. Wat gewenst is, zijn praktische vormen van samenwerking. Na een Iers nee op 2 oktober kunnen we eindelijk een discussie voeren over de vorm van samenwerking in Europa die wel de steun van de bevolking heeft. Een open en transparante discussie zou kunnen leiden tot een nieuw ´miniverdrag´ met daarin de positieve elementen uit het Lissabonverdrag. We kunnen pas een levendig en constructief debat over de Europese Unie voeren als men de kiezer serieus neemt en naar de kiezer luistert bij historische beslissingen over Europese samenwerking.

Dus alstublieft Ieren, geef ons deze kans!

Betrokken SP'ers