opinie
Arjan Vliegenthart:

Nood breekt wet?

Niet meer dan pakweg een week hadden de Tweede en Eerste Kamer nodig om per spoedwet het zogenaamde naked short selling voor de komende maanden te verbieden. Daardoor is het voorlopig niet toegestaan om op koersdalingen te speculeren door aandelen te verkopen die men zelf niet in bezit heeft. Hoewel dit short gaan niet de reden is voor de huidige onrust op de financiële markten, kan het dit proces wel verscherpen. Dus was er haast geboden. Geen enkele politieke partij maakte dan ook bezwaar, niet tegen de wet en niet tegen de versnelde behandeling.

Normaal gesproken worden wetten in beide Kamers heel wat uitvoeriger behandeld. Eerst schriftelijk en in Kamercommissies, daarna in een plenair debat. Dat kost tijd. De gemiddelde doorlooptijd van een wet ligt in de Eerste Kamer op ruim 100 dagen, de Tweede Kamer neemt gemiddeld nog wat meer tijd. Natuurlijk kan het soms wel sneller, maar goed werk heeft ook echt tijd nodig.

In dit opzicht bestaat er de nodige spanning tussen het spoedeisende karakter van crisismaatregelen en een grondige behandeling ervan. Zo werd in de Tweede Kamer niet ingegaan op het feit dat in deze spoedwet bepaalde handelingen met de terugwerkende kracht verboden en strafbaar gesteld leken te worden. De Eerste Kamer gaf er wel enige aandacht aan, maar toen de staatssecretaris er niet echt uitkwam, kreeg hij van de hele Senaat toch het voordeel van de twijfel. Terwijl de regel ‘geen straf zonder regel’ toch echt tot de kroonjuwelen van de rechtsstaat hoort.

Ook in een ander geval kwam het spanningsveld tussen crisisbeheersing en zorgvuldige democratische procedures aan het licht. Tijdens de overname van Fortis en ABN zondigde de minister van Financiën tegen de wet. Als de regering een aandeel wil nemen in een onderneming, is zij verplicht dit dertig dagen van tevoren aan te kondigen. De Tweede Kamer kan een dergelijk plan op haar merites beoordelen en, indien zij dit nodig acht, zich tegen het voorstel verzetten.

Beide keren ging het Nederlandse parlement akkoord met een procedure die eigenlijk de kwaliteit van het wetgevingsproces ondermijnt. Door de Kamer niet de mogelijkheid te geven zich goed te informeren over regeringsvoorstellen, kan zij haar controlerende taak moeilijk uit te voeren. Daarmee is niet gezegd dat het regeringshandelen van de afgelopen weken op voorhand onacceptabel is. Nood breekt wet. In tijden van crisis kan het vasthouden aan bestaande procedures ertoe leiden dat de crisis zich verscherpt in plaats van dat ze wordt opgelost. Er ligt dan wel een extra verantwoordelijkheid bij de regering. De volksvertegenwoordiging moet erop vertrouwen dat wat de regering dan doet zo dringend is dat zij de bestaande procedures niet kan volgen en uiteindelijk slechts met terugwerkende kracht verantwoording kan afleggen over de door haar getroffen maatregelen.

Maar we moeten oppassen dat democratie niet iets wordt van goede tijden. Juist in slechte tijden hebben we het parlement nodig als democratische waakhond. De afgelopen weken zijn veel besluiten met vergaande gevolgen genomen. Er gingen letterlijk tientallen miljarden over de toonbank bij ongekend ingrijpende operaties. Juist dan is democratische legitimiteit van wezenlijk belang. Laten we daarom snel de bestaande procedures eens goed tegen het licht houden en de vraag stellen hoe het Nederlandse besluitvormingsproces ook in tijden van crisis voldoende democratische waarborgen kan bieden. Nood kan, mag zelfs de wet breken. Maar de democratische rechtsstaat horen we altijd overeind te houden. In goede tijden, en in slechte tijden.

Betrokken SP'ers