opinie
Agnes Kant:

Hulpbehoevenden straffen is niet bepaald solidair

De druk op de AWBZ stijgt door bezuinigingen op andere vormen van zorg. Zet dan niet die stap terug in de beschaving en laat de AWBZ intact.

Een volgende verworvenheid moet er aan geloven: de solidariteit met hen die langdurig op zorg en hulp zijn aangewezen. Door te bezuinigen op de AWBZ zetten we een stap terug in de beschaving. Er is niet mis met de AWBZ, wel met vele andere bezuinigingen waardoor de druk op de AWBZ is toegenomen. En met de enorme verbureaucratisering. Laat het kabinet daar eens het mes in zetten in plaats van belangrijke hulp en zorg weg te snijden zonder een alternatief te bieden.

Volgens het kabinet is de AWBZ in zijn huidige vorm niet ‘houdbaar’. De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse bevolking stijgt en daarmee de zorgvraag en de kosten van de zorg. De AWBZ dreigt onbetaalbaar te worden, dus zal er bezuinigd moeten worden, stelt het kabinet. Het is er feitelijk al mee begonnen: per 1 januari 2008 zijn de aanspraken op ondersteunende begeleiding verminderd. Verpleeg- en verzorgingshuizen moeten beknibbelen op de dagbesteding of op dat beetje extra aandacht aan de bewoner. Ondersteuning thuis, om ‘pschyo-sociale’ redenen is ook geschrapt. Bijvoorbeeld de gezinszorg, ondersteuning bij gezinnen thuis waar problemen zijn bijvoorbeeld met de opvoeding. Bijvoorbeeld de begeleiding en ondersteuning van psychiatrische patienten en (ex-) verslaafden. Bovendien is in 2007 de huishoudelijke zorg al overgegaan naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en daarmee een verantwoordelijkheid van de gemeenten geworden.

Dat de uitgaven aan AWBZ gestegen zijn, valt niet te ontkennen: in 2000 werd 14,8 miljard euro uitgekeerd, vorig jaar 22 miljard. Dat is voor een deel te wijten aan de vergrijzing, de noodzakelijke groei van de nodige ouderenzorg. De druk op de AWBZ is de afgelopen jaren vooral toegenomen door bezuinigingen op tal van andere terreinen. Het jarenlang beknibbelen op welzijnswerk door gemeenten bijvoorbeeld leidde tot het verdwijnen van voorzieningen uit de buurten. Ouderen die niet meer in een buurthuis terecht konden voor hun sociale contacten, zijn meer beroep gaan doen op ondersteuning vanuit de AWBZ. Bezuinigingen op speciaal onderwijs voor kinderen met leerstoornissen, gedragsproblemen of een verstandelijke handicap hebben ertoe geleid dat ouders zich tot de AWBZ wenden om de extra huiswerkbegeleiding en andere ondersteuning te betalen. Met name een toename is er ook te zien in AWBZ-hulp voor jeugdigen, wat alles te maken heeft met de hardnekkige wachtlijsten in de jeugdzorg. En door bezuinigingen op de reclassering wordt steeds vaker een beroep gedaan op de AWBZ voor de nazorg voor ex-gedetineerden.

Natuurlijk kan je stellen dat dit niet direct tot de dekking van de AWBZ, maar we kunnen de geldkraan hiervoor onmogelijk dichtdraaien zonder dat er over alternatieven is nagedacht er zijn. Als gemeenten in fatsoenlijke welzijnsvoorzieningen in de buurten investeren en er goede begeleiding in het onderwijs en bij de opvoeding van kinderen wordt gegeven, dan zal er minder beroep op de AWBZ gedaan worden en zijn we er minder geld aan kwijt. Hetzelfde geld voor het oplossen van de problemen in en verbeteren van de jeugdzorg. Rücksichtslos bezuinigen in de AWBZ maakt deze vormen van zorg echter onbereikbaar voor veel mensen, dat is een stap terug in de beschaving.

Bovendien is het zeer de vraag of de voorgestelde bezuinigingen op de AWBZ wel zoveel goedkoper uitpakken. De AWBZ geeft ouderen bijvoorbeeld de mogelijkheid met wat aanpassingen zelfstandig thuis te blijven wonen. Mensen zijn daar niet alleen gelukkiger, het is ook goedkoper dan het verblijf in een zorginstelling. Hetzelfde geld voor ouders die graag een groot deel van de zorg voor hun verstandelijk, autistisch kind, of kind met gedragsproblemen geeft, en haar kind in hun vertouwde omgeving willen laten blijven wonen.

Hoe houden we de AWBZ dan wel betaalbaar? Ten eerste door de middelen die er nu zijn efficiënter te besteden. Er wordt bijvoorbeeld heel veel geld verspild aan de indiceren, controleren en certificeren. Veelal opgelegd door de overheid, of de zorgverzekering.

Het Centrum Indicatiestelling Zorg moet worden afgeschaft. Breng de verantwoordelijkheid voor hulp en thuiszorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten volledig in handen van buurtzorgteams van wijkverpleegkundigen en verzorgenden. Geef die teams de vrijheid om zorg en hulp te verlenen en te organiseren, van aanmelding en beoordeling tot uitvoering. De kosten van de bureaucratie, maar ook van de managementlagen in de zorg zullen hierdoor dramatisch dalen.

Een niet erg solidair en onzalig voorstel is ook om voor allerlei AWBZ-zorg en hulp een eigen risico in te gaan voeren. Iedereen betaalt premie, en waarom dan wie de pech heeft langdurig op de zorg en hulp aangewezen te zijn nog weer financieel te straffen? Beter is een eerlijkere verdeling in de betaling van de AWBZ-premies nodig. Er moet meer naar draagkracht betaald worden. Nu betaalt iedereen in de eerste twee belastingschijven 12 procent premie. Over de derde schijf, voor meer vermogend Nederland, wordt geen premie betaald.

In tegenstelling tot het kabinet, die een financieel –technisch benadering kiest over de ‘houdbaarheid’, moet gekozen worden voor de menselijke benadering: wie heeft wat aan zorg echt nodig, hoe kunnen we dat het beste organiseren, en hoe betalen we dat? Het kabinet zou niet zoals nu, zonder alternatieven en zonder te weten wat de gevolgen zijn, moeten schrappen in de zorg. Dat is dom, en niet solidair met de mensen die hier op aangewezen zijn.

Betrokken SP'ers