Niemand wil dikke bult-zorg
Het draagvlak voor de oude solidariteit in de zorg zou aan erosie onderhevig zijn. Maar daar is geen sprake van, zeggen Agnes Kant en Martin Buijssen.
In het interview afgelopen zaterdag (het Betoog, 4 februari) gaf Floris Sanders, scheidend voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) een toelichting op zijn pleidooi voor hogere zorgverzekeringspremies voor ‘rokers en corpulente lekkerbekken’. De twintig duurste ziekten van de toekomst zijn vooral het gevolg van te veel eten of drinken, van te weinig bewegen of van roken, stelt hij. Het is niet het noodlot dat deze patiënten treft, stelt Sanders, het zijn eerder gevallen van ‘eigen schuld, dikke bult’. Omdat gezondlevende mensen dat steeds minder verdragen, moeten deze mensen een hogere premie betalen voor hun ziektekostenverzekering. Of een hogere bijdrage voor hun ziektebehandeling. Wat hiervan te denken?
Het is inderdaad zo dat we in ons deel van de wereld er – grotendeels dan toch – in zijn geslaagd de gevaren van epidemieën uit onze levens te bannen. En ook vroegtijdige sterfte als gevolg van ziekten als kanker wordt steeds meer voorkomen. Blijven over aandoeningen als diabetes en hart- en vaatproblemen die inderdaad mede het gevolg kunnen zijn van slechte gewoonten en ongezond gedrag. Dus, dacht Sanders: schrijf de zorgverzekeraars domweg voor dat de rokers en de dikkerds meer premie betalen, en dwing de zorgaanbieders de verzekeraars te informeren over de ongezonde leefstijl van hun verzekerden. Op deze wijze worden de kosten gedragen door de veroorzakers ervan. Een ondoordacht plan, gelet op de veronderstellingen en de effecten.
Natuurlijk moet iedereen zo gezond mogelijk leven en moet de overheid mensen hiertoe aanzetten. Helaas is investeren in preventie van gezondheidsproblemen altijd het stiefkindje van beleidsmakers, omdat het rendement ver achter de horizon van de volgende verkiezingen ligt. Juist bij preventie gaan kosten altijd voor de baat uit. Ook kijken we te weinig naar de mogelijkheden van bevolkingsonderzoek, het vroeg opsporen van ziekten, het werken aan gezonde schoolkantines zonder frisdrankenautomaten en het tegengaan van op kinderen gerichte reclame voor snoep en fast food. En wordt alcoholreclame niet verboden, zoals we met tabaksreclame hebben gedaan? Ook kan er veel meer worden gedaan aan bewegen en sporten. Geef kinderen voldoende ruimte om buiten te spelen, laat ze gratis naar sport gaan en verhoog het aantal verplichte uren gym. Neem anti-rooktherapie op in het basispakket. Stuk voor stuk effectievere maatregelen, maar ze kosten geld.
Het afstraffen van ongezond gedrag met extra premieheffing heeft enkele forse nadelen. Een hoge premie bij ongezond gedrag tast de solidariteit verder aan. Het RIVM en gerenommeerde wetenschappers als Mackenbach en Stronks wijzen al jaren op de hardnekkige verschillen in gezondheid tussen arm en rijk in dit rijke landje. Mensen met lagere inkomens leven vier jaar korter en tien jaar minder lang gezond dan mensen met hogere inkomens. Oorzaken: woon- en werkomstandigheden en leefgewoonten die daaruit voortkomen, en de inkomenspositie zelf. Door mensen met lagere inkomens weer hogere premie te laten betalen omdat ze ongezonder zijn, maak je ze nog armer en daardoor nog ongezonder. Een negatieve spiraal dus en het gezondheidsgat tussen arm en rijk wordt weer groter.
En waar eindigt zo’n redenering van ‘eigen schuld dikke bult’? Moet je straks ook meer premie betalen omdat je een mongoloïde kind geboren hebt laten worden? Dat had je immers van tevoren kunnen weten als je een prenatale test had laten doen. En je hebt immers zelf ervoor gekozen het kind geboren te laten worden. En gaan we mensen ook straffen omdat ze gevaarlijk werk doen in de fabriek of op de bouwsteiger? En hoe ga je bepalen wat ongezond gedrag is? Wanneer is sprake van een ‘vrije’ keuze? In welke mate eigen keuze een rol speelt bij aandoeningen blijft onduidelijk. Ziekte is een gevolg van een complex van genetische aanleg, omgeving, omstandigheden en gedrag. De RVZ zelf stelde eerder dat zowel beloningen als straffen problematisch zijn. Roken wordt bijvoorbeeld mede bepaald door omstandigheden en genetische factoren. Beginnen met roken wordt sterk beïnvloed door de sociaal-economische omstandigheden waarin je opgroeit. De mate van nicotineverslaving is mede genetisch bepaald, dus de moeite met stoppen met roken ook. Er zijn, kortom, genoeg redenen om een gezondheidsprobleem toch maar te blijven zien als iets dat je overkomt. Als noodlot, inderdaad. Het andere voorstel van Sanders, om nieuwe, dure behandelmethoden niet op te nemen in het basispakket, tast de toegankelijkheid van de gezondheidszorg aan. Of je dan een nieuw kankermedicijn krijgt, wordt afhankelijk van de dikte van je portemonnee.
Aanleiding voor zijn aanbevelingen is de vooronderstelling dat de solidariteit onhoudbaar. Die aanname staat ook haaks op de rij onderzoeken en peilingen waaruit juist veel draagvlak voor solidariteit blijkt, zeker als het gaat om noodzakelijke zorg. Het onderzoek 21minuten.nl concludeert dat 80 procent nadrukkelijk kiest voor een solidaire samenleving. Het Sociaal Cultureel Planbureau bevestigde dit beeld. Nederlanders verlangen naar meer solidariteit en wijzen een verdere verzakelijking en vercommercialisering af.
Het NIPO peilde vorige week nog dat 77 procent voor inkomenssolidariteit in de zorg kiest. Als argument voor het onder druk zetten van de solidariteit voert Sanders ook op dat de balans tussen netto-premiebetalers en netto-zorggebruikers schever wordt. 10 procent gaat 70 procent van het gezondheidsbudget gebruiken. Maar dat hoeft het draagvlak helemaal niet aan te tasten. Mooi toch dat we mensen niet laten vallen als het lot hen treft? Dat is een teken van beschaving. Dat door de innovatie en demografische ontwikkelingen de zorgkosten stijgen, is de aanvaardbare prijs van de vooruitgang.
Floris Sanders heeft zich in het verleden sterk gemaakt voor verdere rationalisering van de geneeskunde en de gezondheidszorg. Dat is een goed idee. Maar laten we dit irrationele en onsolidaire plannetje van de scheidend RVZ-voorzitter maar snel vergeten.